Ambassadeur Lambert Grijns: ‘Zoek je een grote afzetmarkt? Kom naar Indonesië’

Ministeries

Jaarlijks investeert Nederland voor ruim 1,5 miljard euro in Indonesië en daarmee is Nederland de grootste Europese investeerder in het land. Waar ziet Lambert Grijns, de Nederlandse ambassadeur in Jakarta, kansen voor ondernemers?

Vergroot afbeelding Lambert Grijns
Beeld: ©Rijksoverheid
Ambassadeur Lambert Grijns ziet in Indonesië kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven

U werd geboren in Indonesië, liep er stage als student en bent sinds 2019 ambassadeur. Wat is het tegenwoordig voor land?

“De verschillen zijn extreem: tussen de wolkenkrabbers in Jakarta rijden Maserati’s, terwijl boeren 10 kilometer verderop op blote voeten hun akkers bewerken. De stedelijke middenklasse groeit snel. De bevolking is jong en doet alles met de smartphone. Het is heel gewoon om met je mobieltje te betalen. E-commerce startups zijn uitgegroeid tot succesvolle bedrijven. Miljoenen mensen bestellen via de app Gojek producten en maaltijden, maar ook taxi’s en schoonmakers. Het is een combinatie van Bol.com en Thuisbezorgd.nl, aangevuld met diensten van lokale ondernemers.”

Waarom is dat interessant voor Nederlandse ondernemers?

“Samenwerken met zulke startups is interessant. Maar hoe weet je die veelbelovende nieuwkomers nu te vinden? Daar kan de ambassade bij helpen! Wij koppelen Indonesische startups aan Nederlandse bedrijven. Holland Colours, gespecialiseerd in het kleuren van plastics, werkt in Surabaya inmiddels samen met Robries. Dit bedrijf maakt kleurrijke meubels en huishoudelijke producten van gerecycled plastic.”

Voor welke bedrijven is Indonesië nog meer interessant?

“Supermarktketen AHoldDelhaize doet het hier goed. En bedrijven die hier produceren voor de lokale markt, zoals lampenproducent Signify. De Nederlandse ambassade ondersteunde Signify zodat het bedrijf in de e-catalogus voor Indonesische overheden kwam. Autoriteiten kunnen hierdoor hun straatverlichting kopen.”

Vergroot afbeelding Mark Rutte bezoekt ambassade Jakarta
Beeld: ©Rijksoverheid
Mark Rutte op bezoek bij de Nederlandse ambassade in Jakarta

Wat doet de Nederlandse ambassade verder voor ondernemers?

“De ambassade in Jakarta en het Netherlands Business Support Office (NBSO) in Surabaya helpen het Nederlandse bedrijfsleven op weg. We verschaffen informatie over de lokale markt, introduceren hen bij potentiële zakenpartners en ondersteunen demonstratieprojecten. Prins Petfoods test momenteel bijvoorbeeld de markt voor het chippen van huisdieren. Snoepfabriek Perfetti Van Melle wilde een nieuwe machinelijn introduceren in Indonesië. Om dat proces te vergemakkelijken, ondersteunden we bij het contact met autoriteiten.”

En wat als bedrijven, eenmaal gevestigd in Indonesië, problemen ervaren?

“Grote Nederlandse bedrijven met lokale vestigingen creëren kennisoverdracht en veel werkgelegenheid. Daar moet dan wel tegenover staan dat zij de kans krijgen om eerlijk te concurreren met Indonesische spelers. Als nieuwe wetgeving een lastig klimaat schept, dan gaan wij daarover in gesprek met ministeries. Wij zijn er om in te springen wanneer bedrijven in de knel komen met Indonesische autoriteiten.”

Waar moeten bedrijven rekening mee houden als ze zaken willen doen in Indonesië?

“Het is niet altijd een gemakkelijke markt. Bij aanvang moet je geduld hebben, oftewel: genoeg financiële reserves. Voor kleine bedrijven is het lastig om voet aan de grond te krijgen, daarom zie je hier vooral wat grotere bedrijven. Business-to-business lukt zakendoen nog wel. Het is moeilijker om opdrachten van de overheid te krijgen, zoals in de transport en infrastructuur. Als ambassade clusteren we bedrijven, bijvoorbeeld op het gebied van afvalverwerking. Die brengen we vervolgens gezamenlijk in contact met overheden. Of we regelen deelname aan beurzen en matchmaking met lokale bedrijven. Mede ondersteund door  de ambassade halen The Ocean Cleanup en Clear Rivers afval uit Indonesische rivieren.”

Vergroot afbeelding Ocean Clean up in Jakarta
Beeld: ©The Ocean Clean Up
The Ocean Cleanup aan het werk in Jakarta

Wat zijn belangrijke cultuurverschillen?

“Zakendoen gaat veel meer via een persoonlijke band. Kom meerdere keren naar Indonesië om een relatie op te bouwen; alleen virtueel contact is niet genoeg. Communicatie gebeurt vooral via WhatsApp: hele brieven worden via WhatsApp verstuurd. Zodra je een visitekaartje ontvangt, stuur een appje en houd het contact warm. Verder is eten belangrijk. Heb je drie gasten? Leg dan niet drie koekjes neer, maar presenteer een hele schaal. Gastvrijheid wordt gewaardeerd.”

De Nederlandse ambassade organiseert handelsmissies. Wat levert dat op?

“In 2020 was er samen met het staatsbezoek een handelsmissie waar tweehonderd bedrijven aan deelnamen. Dat leverde 1 miljard euro aan overeenkomsten op. Zo’n missie stimuleert het om voortgang te maken met deals. FrieslandCampina kondigde samen met de Indonesische investeringsautoriteit de bouw van een nieuwe fabriek aan. Met achttien bedrijven gingen we naar Noord-Sumatra om te onderzoeken hoe we kunnen samenwerken op het gebied van landbouw en hernieuwbare energie. Deze missie leidde tot verdere gesprekken over de plaatsing van drijvende zonnepanelen bij Medan.”

De export naar Indonesië is bescheiden.

“Nederland exporteert jaarlijks voor ongeveer 800 miljoen euro naar Indonesië. Nederlandse producten zijn vaak duur voor de Indonesische markt. Toch zie ik ook kansen, bijvoorbeeld in de gaming-, creatieve en filmindustrie.”

Hoe zijn de kansen in omliggende Aziatische landen?

“Het Nederlandse handelsbeleid richt zich op vijf prioriteitslanden: Vietnam, Thailand, Singapore, Maleisië en Indonesië. De ambassades werken onderling samen; we organiseren samen handelsmissies. Gekscherend kun je zeggen: Heb je geld? Ga naar Singapore. Geen geld, wel kwaliteit? Kies Maleisië. Wil je groeien? Dan moet je in Vietnam zijn. Wil je massa? Kom dan naar Indonesië. Met 270 miljoen inwoners is de afzetmarkt hier enorm.”

Meer weten?
Neem gerust contact op met de Nederlandse ambassade in Jakarta via JAK-EA@minbuza.nl.

Dit artikel verscheen eerder in GLOBE Magazine.  

Lees ook de interviews over ondernemen in Duitslandondernemen in Polen en ondernemen in Zuid-Afrika