Kansengelijkheid op de middelbare school

Het onderwijs moet voor alle jongeren van goede kwaliteit zijn, daarbij mag het inkomen of de opleidingsachtergrond van ouders geen verschil maken. Iedere leerling verdient een veilige basis en een stimulerende omgeving. Niet elke middelbare scholier groeit op in dezelfde omgeving. Om te voorkomen dat deze jongeren onderwijsachterstanden oplopen, neemt het kabinet verschillende maatregelen. Zo krijgen scholen bijvoorbeeld geld voor het organiseren van extra lessen of activiteiten. Of hulp bij het regelen van schoolmaaltijden.

Niet alle ouders hebben tijd of geld om hun kind te helpen

Wanneer een jongere in een kwetsbaar gezin opgroeit, heeft dat grote gevolgen. Ouders die in een kwetsbare situatie leven hebben vaak veel zorgen. Hierdoor hebben ze meestal minder tijd om bijvoorbeeld te helpen met schoolwerk. Ook is er niet altijd geld voor computers, sport- of muziekles. De achtergrond en het opleidingsniveau van de ouders spelen ook een rol in de ontwikkeling van een jongere. Hierdoor krijgen jongeren niet altijd de beste kansen om zich te ontwikkelen in het onderwijs. En lopen ze soms onderwijsachterstand op. Verschillende instanties bieden hulpmiddelen om kinderarmoede en ongelijke kansen bij kinderen tegen te gaan.

Geld om onderwijsachterstanden aan te pakken

Scholen krijgen geld van de overheid om middelbare scholieren die dat nodig hebben extra te ondersteunen. Hoeveel geld scholen krijgen, hangt af van het aantal leerlingen dat een hoog risico heeft om achterstanden op te lopen.

Daarnaast ontvangen scholen extra geld voor het onderwijs aan nieuwkomers. Scholen kunnen het geld bijvoorbeeld besteden aan extra onderwijs om taalachterstanden tegen te gaan.

Extra activiteiten voor een goede ontwikkeling buiten schooltijd

Door het programma School en omgeving werken scholen, gemeenten en andere partijen rondom een school samen. Er worden extra activiteiten georganiseerd voor kinderen  die thuis geen toegang hebben tot bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding, sportles of een museumbezoek. Dat zijn activiteiten waarmee ook deze kinderen erachter komen waar ze goed in zijn, de wereld ontdekken en op zichzelf leren te bouwen. Daarnaast gaan kinderen hierdoor met meer plezier naar school, waardoor het leren op school ook beter gaat. Er worden veel verschillende activiteiten aangeboden, bijvoorbeeld muziekles, sportles , koken of leren programmeren .

Scholen met een onderwijsachterstandsscore kunnen voor het organiseren van deze activiteiten subsidie aanvragen. Ook zijn er gemeenten die middelen van het programma School en Omgeving ontvangen via de SPUK Kansrijke Wijk in de NPLV-gebieden. Op de website van de Gelijke Kansen Alliantie  is meer informatie te vinden over het programma School en Omgeving.

Gratis schoolmaaltijden om de les beter te kunnen volgen

Niet elke jongere krijgt een gevulde broodtrommel mee. En jongeren leren beter als ze goed eten. Door een goede maaltijd hebben ze namelijk meer energie om de lessen te volgen. Het programma Schoolmaaltijden zorgt ervoor dat leerlingen met een goed gevulde maag in de klas te zitten. Zodat zij zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen op school.. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) organiseren dit samen met het Jeugdeducatiefonds en het Nederlandse Rode Kruis.

Scholen kunnen zich aanmelden op de website van het programma Schoolmaaltijden. Voorwaarde voor deelname is dat minimaal 30 procent van de leerlingen op de school uit een gezin met een laag inkomen komt. Scholen kunnen zelf kiezen voor het organiseren van een maaltijd op school of voor een boodschappenkaart voor thuis.

Het programma loopt, in de huidige vorm, in ieder geval tot het einde van schooljaar 2025-2026.  Het streven is dat er vanaf 2026-2027 structurele financiering komt voor scholen die dit het hardst nodig hebben om schoolmaaltijden te organiseren. Hoe dat er precies uit komt te zien, werken beide ministeries de komende tijd uit.

Bijles of huiswerkbegeleiding op én van school

Iedere leerling en ouder moet erop kunnen vertrouwen dat op school goed en voldoende onderwijs wordt aangeboden. Als een leerling extra hulp of ondersteuning nodig heeft, moet dat op en door de school gebeuren. Het inkopen van extra bijles, huiswerkbegeleiding of examentraining zou dan in de basis niet nodig moeten zijn.

Voor aanvullend onderwijs op school gelden richtlijnen. Ook gelden er regels als scholen externe partijen inhuren voor aanvullend onderwijs.

10-14-onderwijs voor geleidelijkere overstap van basis- naar middelbare school

Om de overstap van basisschool naar middelbare school geleidelijker te maken, kunnen leerlingen op sommige scholen 10-14-onderwijs volgen. Dat is voor leerlingen tussen de 10 en 14 jaar. Voor dit speciale onderwijsprogramma werken basisschool en middelbare school samen. Leerlingen krijgen hierdoor meer tijd om te ontdekken wat ze willen en kunnen en wat bij ze past, voordat ze een middelbare school kiezen.

Doorstromen van vmbo naar havo of van havo naar vwo

Voor alle leerlingen die na het vmbo-gl/tl naar havo of van havo naar vwo willen doorstromen, moeten dezelfde voorwaarden gelden. Dat staat in de wet Gelijke kans op doorstroom. Leerlingen met ouders met lager opleidingsniveau of inkomen worden vaker onderschat. Door gelijke voorwaarden te stellen, heeft iedere leerling een gelijke kans om door te stromen naar een hoger schoolniveau.

Extra ondersteuning door de brugfunctionaris

Sommige basisscholen hebben een brugfunctionaris. Die werkt op de school en is er om ouders en leerlingen te helpen bij vragen en zorgen over de thuissituatie. De brugfunctionaris weet de juiste hulp en ondersteuning te vinden en helpt door bijvoorbeeld contact op te nemen met een wijkteam of jeugdhulp. Lees meer over over wat een brugfunctionaris kan doen.

Gelijke kansen voor uw kind

Gaat uw kind naar de middelbare school en bent u benieuwd wat de overheid doet om uw kind gelijke kansen te geven? Op de volgende pagina's leest u: