Relationele en seksuele vorming

Kinderen en jongeren praten thuis met hun ouders over hun lichaam, relaties, seksualiteit en diversiteit. Maar ook op school krijgen leerlingen les over deze onderwerpen. Dit heet relationele en seksuele vorming. Hierdoor leren zij zelf keuzes te maken op het gebied van vriendschap, relaties en seksualiteit. Het is belangrijk dat in al deze gesprekken rekening wordt gehouden met de leeftijd en ontwikkeling van kinderen. Want in elke levensfase staan andere vragen en onderwerpen centraal.

Vriendschap, relaties en seksualiteit

Relationele en seksuele vorming gaat niet alleen over voorlichting over het lichaam en voortplanting. Relationele en seksuele vorming is onderwijs over vriendschap, relaties en seksualiteit. Dat gaat bijvoorbeeld over vragen als:

  • Wat betekent vriendschap voor jou?
  • Wat is verliefdheid?
  • Hoe ga je om met anderen?
  • Hoe dichtbij mag iemand komen?
  • Hoe geef je grenzen aan? En hoe herken je de grenzen van een ander?
  • Hoe bescherm je jezelf tegen een soa of een onbedoelde zwangerschap?

Dit zijn voorbeelden van onderwerpen die thuis én op school worden besproken, afhankelijk van de leeftijd en belevingswereld van het kind.

Later aan seks beginnen en positiever zelfbeeld

Uit internationaal onderzoek naar relationele en seksuele vorming op jonge leeftijd blijkt dat dit ervoor zorgt dat mensen later beter in staat zijn om zelf keuzes te maken over wat ze wel en niet prettig vinden. Zo beginnen kinderen en jongeren die relationele en seksuele vorming hebben gehad gemiddeld later en beter voorbereid aan seks. Ze hebben een positiever zelfbeeld en kunnen beter bepalen wat ze willen. Daardoor is er een kleinere kans op seksueel grensoverschrijdend gedrag, een soa of een onbedoelde zwangerschap.

Maatregelen voor betere relationele en seksuele vorming

De overheid neemt verschillende maatregelen voor goede relationele en seksuele vorming. In het onderwijs, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld door:

  • landelijke kerndoelen (zie hieronder) van en voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Hierdoor zijn scholen verplicht aandacht te geven aan relationele en seksuele vorming;
  • geld beschikbaar te stellen aan scholen om een gezonde leefstijl vanzelfsprekend te maken voor leerlingen en studenten via de Gezonde School. 1 van de thema’s waar scholen voor kunnen kiezen is het thema ‘Relaties en Seksualiteit’. Scholen die nog niet eerder een regeling hebben aangevraagd, ontvangen dan € 1200, 10 ondersteuningsuren van een Gezonde School-adviseur van de lokale GGD en toegang tot scholingsmogelijkheden. Scholen die al eerder een regeling hebben ontvangen, krijgen de 10 ondersteuningsuren van de GGD en de toegang tot scholingsmogelijkheden.
  • geld te geven voor de organisatie van de Week van de Lentekriebels (basisscholen) en de Week van de Liefde (middelbare scholen). Dit is een speciale week waarin Rutgers, Soa Aids Nederland en GGD’en aandacht geven aan relationele en seksuele vorming. En zo scholen aanmoedigen om dat ook te doen;
  • een subsidie van de ministeries van VWS en OCW aan Rutgers voor het project Seksuele opvoeding door ouders. Om ouders en opvoeders te helpen bij een gezonde en veilige seksuele opvoeding van hun kind. Dit gebeurt via een oudernetwerk, met onderzoek naar behoeftes van ouders hierbij, met verschillende online campagnes gericht op ouders, en via online en offline voorlichtingsmateriaal;
  • het Nationaal Actieprogramma Aanpak Seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag (NAP). Het doel van het NAP is om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te voorkomen, te herkennen, aan te pakken en hulp te bieden aan slachtoffers. Ook is er een speciale regeringscommissaris bezig met dit onderwerp. Die geeft het kabinet gevraagd en ongevraagd advies en helpt mee aan het actieprogramma

Kerndoelen basis- en voortgezet onderwijs

Er zijn landelijke kerndoelen voor het onderwijs. Daardoor zijn scholen verplicht om aandacht te besteden aan relationele en seksuele vorming. Relationele en seksuele vorming past onder andere bij de doelen:

  • Leerlingen leren respectvol om te gaan met seksualiteit en diversiteit binnen de samenleving. Seksuele diversiteit is daar een onderdeel van.
  • Leerlingen leren onder andere over de functies van hun eigen lichaam. En hoe ze voor hun eigen gezondheid en welzijn kunnen zorgen. Dat betekent bijvoorbeeld: gezondheidsrisico’s kunnen inschatten en verantwoorde keuzes kunnen maken voor een gezonde levensstijl.

Op dit moment worden alle doelen voor basisscholen en middelbare scholen aangepast. Sinds 2006 zijn de meeste onderwijsdoelen hetzelfde gebleven. Een update is dus nodig. Dat heeft gevolgen voor iedereen in de school.

Scholen bepalen zelf op welke manier zij aandacht geven aan de onderwijsdoelen. En dus ook aan relationele en seksuele vorming. Ze mogen zelf kiezen welke lespakketten ze daar eventueel voor gebruiken. De overheid gaat niet over de inhoud van lespakketten en geeft ook geen geld aan makers van lespakketten. 

Informatie voor jongeren

Sense.info is een betrouwbare website voor jongeren met informatie over seks, liefde, relaties en alles wat daarmee te maken heeft. Jongeren kunnen op die website ook met Sense chatten, mailen of bellen over hun vraag of probleem. Als een jongere behoefte heeft aan een persoonlijk gesprek, kan dat bij de huisarts. Voor gratis en anonieme hulp kunnen ze ook terecht bij de GGD in de regio waar iemand woont. De GGD biedt namelijk seksualiteitshulpverlening aan jongeren tot 25 jaar.