Het verhaal van Jan Zwartendijk
Ministeries
Jan Zwartendijk was in de zomer van 1940 waarnemend consul in Kaunas, Litouwen. In die functie schreef hij binnen enkele weken tijd duizenden reisdocumenten uit voor Joodse vluchtelingen, die hiermee uit Europa konden vluchten. Op deze manier wist hij duizenden levens te redden.
Joodse vluchtelingen in Litouwen
In 1940 woonde Jan Zwartendijk met zijn gezin in Kaunas, toen de hoofdstad van Litouwen. Hij werkte daar als lokale directeur van Philips. Nadat Duitsland Nederland bezette, werd hij op 29 mei 1940 gevraagd om tijdelijk consul voor Nederland in Litouwen te worden.
Er woonden toen veel Joodse vluchtelingen in Litouwen. Veel kwamen uit Polen, dat het jaar daarvoor door Nazi-Duitsland en de Sovjetunie was binnengevallen. Op 15 juli 1940 bezette de Sovjetunie ook Litouwen en al snel meldden de eerste vluchtelingen zich bij Zwartendijk. Ze wilden weg uit Europa, omdat ze vreesden voor vervolging. Maar om Litouwen te verlaten, hadden ze een visum nodig.
Jan Zwartendijk wilde helpen en vroeg zijn leidinggevende Leendert de Decker, gezant in Riga, om advies. Die stelde voor om een aantekening in het paspoort te maken dat voor reizen naar Curaçao geen visum verplicht was. Van 9 juli tot 17 augustus verstrekte Zwartendijk minstens 2,345 van deze ‘Curaçao-visa’ aan Joodse vluchtelingen. Hiermee bood hij ze een uitweg om Europa, en daarmee ook de Holocaust, te ontvluchten.
Met de ‘Curaçao-visa’ heeft Zwartendijk duizenden levens helpen redden. Hoeveel mensen hij precies heeft geholpen weten we niet. Dat komt mede omdat Zwartendijk het archief van zijn consulaat verbrandde toen hij Litouwen moest verlaten. Dat deed hij om te voorkomen dat informatie over de visa in verkeerde handen zou vallen.
Eerste schakel
Zwartendijk was de eerste schakel in een internationale vluchtroute. Hij werkte samen met de Japanse consul Chiune Sugihara, die vluchtelingen met een ‘Curaçao-visum’ een doorreisvisum naar Japan gaf. Hiermee konden ze Litouwen verlaten en via de Sovjetunie doorreizen naar Japan. Eenmaal in Japan konden ze doorreizen naar andere landen. Zo hielpen ze duizenden Joden om Europa, en daarmee ook de Holocaust, te ontvluchten.
Duizenden mensen gered
Zelf moest Zwartendijk Litouwen in september 1940 verlaten. Terug in Nederland hield hij tijdens de bezetting de Curaçao-visa geheim en ook daarna zei hij weinig over wat hij had gedaan. Pas na zijn overlijden, op 14 september 1976, werd bekend dat Zwartendijk duizenden mensen had gered.
Hierdoor kreeg Jan Zwartendijk tijdens zijn leven nooit de erkenning die hij verdiende. Die kwam er pas na zijn dood. In 1997 erkende het Holocaust-herinneringscentrum Yad Vashem hem als een van de ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’. Ook kwam er in 1997 een gedenkplaat in zijn geboortestad Rotterdam en werd in 2018 een monument voor hem onthuld in Kaunas. In september 2023 kreeg hij alsnog een postume Koninklijke onderscheiding: de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon, in goud.
Berispt?
In 2018 verscheen het boek De Rechtvaardigen van schrijver Jan Brokken. Hierin staat dat het ministerie van Buitenlandse Zaken Zwartendijk in 1967 uitnodigde om te vertellen over wat hij in de oorlog had gedaan. In plaats van erkenning zou hij bij dit gesprek een berisping hebben gekregen. Volgens de consulaire regels had hij de ‘Curaçao-visa’ immers niet mogen uitschrijven.
Toen dit bekend werd, is er onderzoek gedaan in de archieven van Buitenlandse Zaken. Daaruit werd niet duidelijk door wie Zwartendijk in 1967 was ontvangen, of wat er tegen hem is gezegd. Hoe dan ook: het is duidelijk dat hij voor zijn moedige daden lof en erkenning verdiende en geen berisping. In 2018 hebben de secretaris-generaal van het ministerie en toenmalig minister Blok dan ook excuses aangeboden aan zijn familie.