‘Creëer een veilige omgeving voor vrouwelijke journalisten’

Ministeries

73% van de vrouwelijke journalisten heeft wel eens te maken met online geweld, waardoor ze onderwerpen mijden of voorzichtiger zijn in hun woordkeus. Een derde van de vrouwen denkt zelfs over stoppen met hun vak. Flora Schulte Nordholt van Free Press Unlimited: ‘Dit komt de mediavrijheid en de berichtgeving niet ten goede.’ 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©UNESCO

Hatelijke berichten, dreigen met verkrachting of het fotoshoppen van iemands gezicht op pornografische afbeeldingen. Ook mannelijke journalisten hebben te maken met geweld, maar het verschil is dat aanvallen op vrouwen vaker seksistisch zijn en voortkomen uit vrouwenhaat. Journalist Rana Ayyub uit India ontving vorig jaar op het dieptepunt 26.000 haattweets per dag. “Niet alleen ben ik vrouw, ik ben ook nog moslima. In India word ik gezien als tweederangs burger. Hoe durf ik mijn mond open te doen in The Washington Post?” Onbezorgd over straat lopen lukt Rana niet meer, ze kijkt telkens achterom.

Agressie neemt toe

73% van de vrouwelijke journalisten heeft wel eens te maken gehad met een vorm van online geweld, blijkt uit onderzoek van UNESCO en International Center for Journalists (ICFJ) waaraan 1.200 vrouwen uit de hele wereld meededen. In Nederland liet de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) onderzoek uitvoeren naar de veiligheid van vrouwelijke journalisten. Ook in ons land heeft 82% van de vrouwelijke journalisten in haar werk te maken gehad met agressie, intimidatie en bedreiging. En dit is de afgelopen 5 jaar (sterk)  toegenomen, volgens de helft van de respondenten.

Zelfcensuur

Online geweld heeft verschillende gevolgen. Naast mentale schade - zoals stress en slapeloosheid - zijn journalisten voorzichtiger geworden in hun onderwerp- en woordkeuze. 77% van de ondervraagden in het NVJ onderzoek gaven aan dat online geweld hun werk negatief beïnvloedt; ze mijden bijvoorbeeld social media of publiceren niet meer over bepaalde onderwerpen. Sommige journalisten konden (tijdelijk) hun werk niet meer doen door agressie, bedreiging en intimidatie. Volgens het wereldwijde onderzoek blijkt dat 1 op de 3 vrouwelijke journalisten overweegt het vak te verlaten vanwege online intimidatie.

Fysiek geweld

De scheidslijn tussen online en fysiek geweld is dun. 20% van de vrouwen uit het ICJF onderzoek werden ook offline aangevallen, na eerdere online aanvallen. “Online geweld moeten we daarom met dezelfde prioriteit behandelen als offline geweld", vindt Ruth Kronenburg, directeur van Free Press Unlimited. Het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt samen met deze partnerorganisatie aan persvrijheid wereldwijd. Eind februari 2023 bezocht Kronenburg samen met haar collega Flora Schulte Nordholt de UNESCO-conferentie ‘Internet for Trust’, de eerste wereldwijde conferentie over online platform regulering.

Op dit moment is er geen duidelijke definitie van online genderbased geweld in de communityrichtlijnen van social mediaplatforms, noch in regelgeving en wetten. “Daarom is er geen effectieve reactie”, zegt beleidsadviseur Schulte Nordholt. “Voor beleidsmakers is hier een rol weggelegd: zij kunnen wet- en regelgeving creëren die duidelijkheid schept in de definiëring van online geweld en die platforms onder druk zetten om online geweld te voorkomen, vrouwelijke journalisten te beschermen en daders te vervolgen.”

Online geweld neemt toe. Schulte Nordholt: “We hebben echt regelgeving nodig om platforms verantwoordelijk te houden, want we zien in de praktijk dat zelfregulering niet werkt.” Kronenburg ziet dat social mediaplatforms over het algemeen geen verantwoordelijkheid nemen. “Ze hebben allerlei excuses, gebrek aan mankracht of ze zeggen dat het moeilijk is om iemand te vinden die dezelfde taal spreekt. Het heeft simpelweg geen prioriteit.”  

Bedreiging vrijheid van meningsuiting

Tijdens de UNESCO-conferentie werd het ‘Model Regulatory Framework’ besproken. Deze richtlijnen voor online platforms gaan echter niet in op de fundamentele bedreigingen voor de vrijheid van meningsuiting en de veiligheid van (vrouwelijke) journalisten. Kronenburg hamerde erop dat de richtlijnen expliciet verschillende soorten schadelijk gedrag moeten definiëren, waaronder online gendergerelateerd geweld. “Het is zo belangrijk om het tij te keren, want vrouwen worden nu al ondervertegenwoordigd op nieuwsredacties in veel landen. Als er nu ook nog vrouwen stoppen door online intimidaties, dan brengen vooral mannen het nieuws. Dat heeft invloed op de onderwerpkeuze en de insteek van berichtgeving”, zegt Kronenburg. “Juist in landen waar vrouwenrechten onder druk staan is het belangrijk dat vrouwen reportages blijven maken.”