Waarom dierproeven nog nodig zijn
Dierproeven zijn vaak nodig om nieuwe medicijnen te maken en om de kwaliteit en veiligheid te testen van medicijnen, stoffen en voeding. De overheid let daarbij ook op hoeveel de proefdieren lijden. En weegt dit af tegen de risico’s voor de mens wanneer onderzoekers geen dierproeven zouden doen. Ook zoekt de overheid nieuwe oplossingen die dierproeven in de toekomst overbodig maken.
Overgang naar proefdiervrije innovaties
In Nederland doen onderzoekers per jaar ongeveer 500.000 dierproeven. Duizenden proefdieren worden gedood zonder te zijn gebruikt. Om onnodig gebruik van proefdieren en dierenleed te voorkomen, werkt de overheid aan de overgang naar proefdiervrije innovaties.
Dierproeven voor nieuwe medicijnen en voedingsmiddelen
Nieuwe voeding en medicijnen voor mensen komen er niet zomaar. Het moet eerst zeker zijn dat die goed werken en niet schadelijk zijn. Daarvoor zijn vaak nog dierproeven nodig.
Wetenschappers gebruiken dierproeven ook om meer te leren over de biologische processen in het lichaam. Bijvoorbeeld hoe een ziekte ontstaat en verloopt. Ook zijn soms proefdieren nodig voor onderwijs en training van bijvoorbeeld dierenartsen en chirurgen.
Wie doen dierproeven?
Dierproeven worden gedaan door:
- universiteiten;
- universitaire ziekenhuizen;
- onderzoeksinstellingen;
- farmaceutische bedrijven.
Zij hebben hiervoor een (instellings)vergunning nodig. Voor elk onderzoeksproject is ook een vergunning nodig.
Dierproeven om de veiligheid te testen
Ongeveer 35% van de dierproeven is bedoeld om de veiligheid van een product te testen. Een nieuw medicijn mag alleen worden verkocht als het op levende dieren is getest.
Overzicht van alle Europese dierproeven
Wie dierproeven doet, moet een goed leesbare samenvatting van de proef sturen naar de Centrale Commissie Dierproeven. De samenvattingen van alle dierproeven in Europa staan op een website van de Europese Unie (ALURES). Zo kan iedereen zien welke dierproeven instellingen en bedrijven in Europa doen.
Andere oplossingen voor dierproeven
Veel mensen vinden dierproeven een probleem omdat ze dierenleed veroorzaken. Daarnaast zeggen de uitkomsten van dierproeven lang niet altijd iets over de werking of veiligheid voor mensen.
De overheid wil het lijden van dieren zoveel mogelijk voorkomen. Tegelijkertijd moeten producten veilig zijn. Daarom zet de overheid in op het vervangen, verminderen en verfijnen van dierproeven. Ook stimuleert de overheid de ontwikkeling van nieuwe en betere methoden zonder proefdieren. Bijvoorbeeld via het programma Transitie Proefdiervrije Innovatie.