Proefdiervrije oplossingen

De Rijksoverheid stimuleert nieuwe manieren van onderzoek doen zonder proefdieren. Hoe sneller er goede proefdiervrije methoden zijn, hoe minder dierproeven er nodig zijn.

Minder dierproeven door nieuwe proefdiervrije methoden

Dierproeven zijn niet altijd nodig om de veiligheid van producten te testen. Dat verschilt van onderzoek tot onderzoek. Soms kan een combinatie van dierproeven en proefdiervrije methoden nodig zijn. Soms is proefdiervrij onderzoek mogelijk. Bijvoorbeeld met cellen in een glazen schaaltje of met overgebleven menselijke weefsels van operaties of weefsels uit het slachthuis. Meer voorbeelden van proefdiervrije methoden staan op de website transitieproefdiervrijeinnovatie.nl.

Vernieuwingen die dierproeven overbodig maken

De overheid wil internationaal vooroplopen bij vernieuwingen die dierproeven overbodig maken. Daarom is er elk jaar geld voor het programma Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI). Dit geld is er onder meer om workshops te organiseren en kennis uit te wisselen. De overheid werkt in het programma samen met verschillende partners.

Ook geeft de overheid subsidies voor het bedenken en gebruiken van proefdiervrije methoden. Niet alleen om dierenleed te voorkomen, maar ook om beter onderzoek te doen. Het probleem met testen op dieren is namelijk dat de uitkomsten lang niet altijd ook voor mensen gelden. Daarvoor verschillen mensen en dieren te veel.

Video: Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI)

Programma dat de transitie van dierproeven naar proefdiervrij onderzoek stimuleert: beter onderzoek met minder dieren.

Videospeler
00:00
00:00
00:00
Gebruik pijl omhoog/omlaag om het volume te verhogen/verlagen.