Meiden hebben tijd en vertrouwen nodig
Cindy is politieagent in Amsterdam. Voorheen was ze op straat te vinden en reed ze naar spoedmeldingen. Tegenwoordig is ze netwerkagent. Ze gaat langs bij tal van verschillende bevolkingsgroepen en netwerken. Kortom, bij mensen. Ook is ze ‘boegbeeld seksuele intimidatie’ en fungeert als contactpersoon daarvoor.
”Ik hield me in mijn werk bezig met het begeleiden van criminelen op het juiste pad, dat waren vaak mannen. Tot ik begon op te merken dat hun vriendinnen ongevraagd ook behoorlijk in de problemen kwamen of al zaten, ofwel als slachtoffer, ofwel als dader. Ik ben me verder in hen gaan verdiepen en investeerde in contact met ze. Daardoor won ik hun vertrouwen en kon ik ze verder helpen. Het bleek een wereld van sextortion, drugscriminaliteit, online seksueel geweld en huiselijk geweld.”
Meet de voortgang
“Emancipatie moet je per cultuur bekijken. Ik kom met veel culturen in contact en ik weet nu met welke maat ik moet meten per cultuur. Het is beter om de voortgang te weten, dan maar te blijven meten met jouw Westerse standaard. Het is voor sommige gezinnen al heel wat als daar de vrouwen mogen gaan studeren bijvoorbeeld. Over onze Westerse cultuur is trouwens ook wel wat op te merken hoor; wist je dat in Nederland elke acht dagen (!) er een vrouw vermoord wordt? Elke Acht Dagen Femicide. En in ‘gewone’ Nederlandse gezinnen, binnen het huwelijk, binnen een gezin. Dat we daar in Nederland niet massaal de straat voor op gaan – vrouwen én mannen - dat snap ik eigenlijk niet.”
Mijn roeping
“Ik neem mijn rol serieus, ook bij de politie. De basisteams zijn bijvoorbeeld nu verbeterd, doordat ik in die netwerken zit. Er is nu ook meer aandacht voor de problematiek rondom meiden. En het draait niet alleen om mij; mijn taken zijn nu geborgd in een functie die overdraagbaar is. Dat is fijn, dat betekent dat er nu altijd iemand is die ervoor zorgt dat er speciale aandacht is voor meisjes en vrouwen.
Ik voel het als mijn roeping om op te komen voor vrouwen en meisjes in hulpbehoevende situaties. Ik zag bijvoorbeeld dat er veel focus was op jongens maar dat er een andere werkwijze nodig was om meiden beter te helpen; zij hebben tijd en vertrouwen nodig. De manier waarop een probleem wordt opgepakt, doet zóveel met het herstel van een slachtoffer. Dat heb ik uit eigen ervaring, in mijn jeugd en bij naaste familie, kunnen meemaken. Dat stelt me nu in staat nog beter te helpen. Ik merk dat mensen naar mij vaak open zijn. Dat komt omdat ik mezelf kwetsbaar durf op te stellen. Dat vind ik belangrijk; zo zien mensen niet alleen ‘de politie’, maar ook de mens.
Natuurlijk breken de verhalen en situaties soms mijn hart. Dat hart lijm ik dan weer en ik relativeer dat ik, met mijn team, heb gedaan wat ik kon. Ik loop in mijn vrije tijd mee met demonstraties van zaken waar ik achter sta – zoals onlangs die tegen geweld tegen vrouwen – om de ‘hoog over’ zaken aan te pakken, maar zonder de focus te verliezen op praktische oplossingen nú.”