Niet oordelen, maar aanvullen
Diana werkt als Zorg- en behandelinrichtingswerker op de crisisafdeling van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum. Dit houdt in dat zij delinquenten (patiënten) begeleidt die een psychische aandoening hebben.
“Het is onze taak om te zorgen voor rust en veiligheid en om deze patiënten extra zorg te bieden. Het is hier een plek voor mensen die zich niet staande kunnen houden in een gevangenis of huis van bewaring.”
Onterecht onderscheid
“Ik pak aan wat ik wil doen. Zo ben ik ook bij deze baan terecht gekomen. Daarbij let ik niet op typische rolverdelingen. Ik vind nog steeds dat er heel veel onderscheid wordt gemaakt tussen ‘vrouwenwerk’ en ‘mannenwerk’. Dit zijn vooroordelen die de maatschappij nog steeds heeft; zoals dat ‘vrouwen in de zorg werken en mannen in de bouw’.
Toen ik 22 jaar geleden begon met werken in de gevangenis, werd er heel anders gekeken naar vrouwen dan nu. Tegenwoordig is er meer gelijkheid dan vroeger. In het begin van mijn carrière was ik een van de weinige vrouwen die hier werkte. Er is nu meer gelijkheid en respect en er werken meer vrouwen in het gevangeniswezen. Dat vind ik mooi om te zien. Het geeft ook een andere sfeer, ook bij de patiënten. Doordat vrouwen soms een andere benadering hebben, heeft dat echt een toegevoegde waarde.”
Aanvullen zonder oordeel
“Er zijn zeker nog kansen. Het maatschappelijk beeld moet veranderd worden, bijvoorbeeld het oordeel over vrouwenwerk en mannenwerk. Ik ken vrouwen die in hun werk en het leven sterker zijn dan mannen, maar fysiek minder spierkracht hebben dan een gemiddelde man. En dan moet je op dat vlak dus toch weer hulp vragen, omdat je de spierkracht mist. Maar dat hoeft niet erg te zijn, als dat een eerlijke verhouding is. Ik bedoel: mannen vragen ook vrouwen om hulp. Mannen en vrouwen moeten dus complementair aan elkaar zijn in plaats van te oordelen over elkaar. Gebruik maken van elkaars kwaliteiten in een team.”
Maak het verschil door zelf het verschil te maken
“Doordat ik ruim twintig jaar geleden alleenstaande moeder van twee jonge kinderen werd, heb ik mijzelf flink moeten ontwikkelen. Het was hard werken, maar ik ben naar mijn idee nu wel een voorbeeld voor mijn kinderen geworden. Door veel liefde en zorg te geven, maar ook door financieel onafhankelijk te zijn en een klassiek gezinspatroon te doorbreken.
Daarnaast speel ik trompet in een band. Toen ik net begon, zo’n tien jaar geleden, werd er vaak gezegd dat dit niet iets voor meisjes is. Ik heb dit naast me neergelegd, - je doet als vrouw immers niet onder voor mannen - maar was wel jarenlang de enige vrouw in bandjes. Ook hier geldt weer: ik maak het verschil, door het gewoon te doen.”