Van India tot Ierland: The Seaweed Company kweekt internationaal enthousiasme voor zeewier
Ministeries
Een alternatief voor plastic, kunstmest en vlees. Zeewier heeft enorme potentie, weet Joost Wouters, één van de oprichters van The Seaweed Company. Met steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken opende het Nederlandse bedrijf al meerdere zeewierplantages in het buitenland en bedienen ze internationale klanten met hun gedroogde zeewier.
Nederlandse producten en kennis zijn overal ter wereld te vinden. We verdienen ongeveer een derde van al onze inkomsten in het buitenland. Maar die eerste stap naar het buitenland is niet altijd gemakkelijk. Daarom helpt het ministerie van Buitenlandse Zaken ondernemers met internationale ambities. Bijvoorbeeld door handelsmissies te organiseren samen met RVO, met basisinformatie over landen en subsidies. Ook staat ons uitgebreide netwerk van ongeveer 150 Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland klaar om ondernemers te helpen.
Zeewierburgers en kunstmest
Er zijn maar weinig producten zo veelzijdig als zeewier. Zeewier is eetbaar, maar kan ook gebruikt worden voor tandpasta, gezichtcrèmes, medicijnen, veevoer en zelfs kleding en biologisch afbreekbare verpakkingen. ‘Zeewier heeft enorme potentie’, vertelt Joost enthousiast. ‘Het is multifunctioneel, goed voor de gezondheid en bovendien heel duurzaam: zeewier heeft geen land nodig om te groeien, geen kunstmest en geen vers water.’
The Seaweed Company verkoopt gedroogde zeewier die bijvoorbeeld tot kunstmest worden verwerkt of gebruikt in burgers, gehakballen en worstjes. Door zeewier door het vlees te mengen is er een kwart minder vlees nodig. Joost: ‘Zo kunnen mensen toch gewoon van hun hamburger blijven genieten en boeren hun land bemesten, maar is dat minder schadelijk voor de mens en natuur.’
Zeewierplantages in Marokko, Ierland en India
Vanuit een gedeelde passie voor zeewier richtten Joost, bioloog Stefan Kraan en Edwin Sneekes, zes jaar geleden The Seaweed Company op. De ondernemers richtten hun blik vrijwel direct op het buitenland. Simpelweg omdat de omstandigheden voor het kweken van zeewier in andere landen veel gunstiger zijn dan in Nederland. ‘Zeewier groeit over de hele wereld en er bestaan veel soorten zeewier. Daarom zijn we op zoek gegaan naar de plekken waar het zeewier blij is en bijna automatisch groeit. In Nederland bleek dat uitdagend te zijn. Want de drukbevaren Noordzee en zandkusten zijn niet geschikt voor de ontwikkeling van zeewier.
De ondernemers kwamen uit op Ierland, India en Marokko. Via de DHI-subsidieregeling van RVO, dat betaald wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken, deden ze eerst onderzoek naar de mogelijkheden en legden ze de eerste contacten. Joost: ‘Omdat zeewier niet makkelijk in Nederland groeit, was het bijna een noodzaak om over de grens te kijken. Samen met de RVO hebben we in eerste instantie haalbaarheidsstudies uitgevoerd om te zien of het ook echt mogelijk was om daar zeewier te gaan telen.’
Belasting op onkruid
Ondertussen heeft The Seaweed Company zeewierplantages in Marokko, Ierland, India en sinds 2022 ook in Nederland. In veel landen is de zeewierindustrie relatief nieuw, waardoor de ondernemers vaak eerst een aantal bureaucratische hobbels moeten overwinnen, lacht Joost. ‘In India waren we bijvoorbeeld het allereerste bedrijf dat daar zeewier wilde exporteren. Het was geen onwil vanuit de Indiase overheid, maar op het exportformulier bestond gewoon geen hokje waarin zeewier paste. Zeewier werd gezien als onkruid. Dus moesten ze eerst uitzoeken hoe ze onkruid konden belasten.’
Het verkrijgen van de exportvergunning werd een traag en bureaucratisch proces. Daarom besloot Joost om de hulp van de Nederlandse ambassade in te schakelen. ‘De ambassade bracht ons toen in contact met verschillende partijen in Delhi en kon ons adviseren over de lokale gebruiken en regels. Dat was heel fijn. Doordat de ambassade erbij betrokken was raakte alles in een stroomversnelling.’
Oranje Handelsmissiefonds
The Seaweed Company kijkt niet alleen in het buitenland voor de teelt van zeewier, maar heeft ook internationale klanten voor hun zeewierproducten. Om de gedroogde zeewier ook in Duitsland op de markt te brengen, namen ze vorig jaar deel aan het Oranje Handelsmissiefonds en werden ze één van de winnaars. Vanuit dit fonds worden elk jaar tien ondernemers gekozen die extra ondersteuning ontvangen bij het opbouwen van een internationaal netwerk. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is een van de initiatiefnemers van het fonds.
‘Het Oranje Handelsmissiefonds kwam vorig jaar op ons pad’, vertelt Joost. ‘Het opende een gereedschapskist aan mogelijkheden om het buitenland makkelijker te betreden. Zo kregen we een taalcursus om ons Duits op te schroeven, een logistieke voucher om goederen te versturen, advies over douanewetgeving en -regels en mogen we gratis deelnemen aan een handelsmissie.’
De zeewierplantage van The Seaweed Company in Mulroy Bay, Ierland.
Tastbare impact
Sinds vorig jaar hebben de ondernemers hard aan de weg getimmerd in Duitsland. Het zeewierbedrijf is nu in gesprek met de eerste Duitse klanten. Joost: ‘Het feit dat we in Duitsland voet aan de grond hebben gekregen is al een grote stap. We zijn al in gesprek met een aantal grote spelers, zoals vleesverwerkers en retailers. Het is een doorlopend proces, maar het eerste resultaat is er.’
Ook de komende jaren wil The Seaweed Company blijven groeien, in Nederland en in het buitenland. De ondernemers hebben de ambitie om Europees marktleider te worden in duurzame ingrediënten op basis van zeewier. Invest International, medegefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, gaat het bedrijf hierbij helpen.
Voor Joost kunnen de ontwikkelingen niet snel genoeg gaan. ‘We willen tastbare impact creëren: minder vleesconsumptie, minder kunstmestgebruik en minder chemicaliën in ons voedsel. Daar hebben we de komende jaren heel veel zeewier voor nodig.’