Amsterdams architectenbureau ontwierp olympisch zwembad: ‘Bijzonder dat een Nederlands bedrijf zo’n opdracht mag uitvoeren’

Ministeries

Voor architectenbureau VenhoevenCS uit Amsterdam komt deze zomer de ‘job of a lifetime’ tot wasdom. Het kantoor ontwierp de zwemhal voor de Olympische Spelen in Parijs. Cécilia Gross is Architect-Partner Director bij VehoevenCS en vertelt hoe deze bijzondere opdracht werd binnengehaald, met een economische missie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken als startpunt.

Vergroot afbeelding Het 'Aquatic Centre' in Parijs, ontworpen door VenhoevenCS.
Het 'Aquatic Centre' in Parijs, ontworpen door VenhoevenCS.

Nederlandse producten en kennis zijn overal ter wereld te vinden. We verdienen ongeveer een derde van al onze inkomsten in het buitenland. Maar die eerste stap naar het buitenland is niet altijd makkelijk. Daarom helpt het ministerie van Buitenlandse Zaken ondernemers met internationale ambities. Bijvoorbeeld door handelsmissies te organiseren samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), met basisinformatie over landen en met subsidies. Ook staat een uitgebreid netwerk van ongeveer 150 Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland klaar om ondernemers te helpen.

In de serie ‘Ondernemen over de grens’ vertellen Nederlandse bedrijven over hun internationale ambities en hoe het ministerie van Buitenlandse Zaken hen daarbij helpt.

Prestigieuze opdracht

Cécilia woont en werkt al bijna 25 jaar in Nederland, maar is in Frankrijk geboren. Was het voor haar dus een eitje om de prestigieuze opdracht binnen te halen voor VenhoevenCS? ‘Nou, zo eenvoudig was het helaas niet’, lacht ze. ‘Dat zou je denken, maar hoewel ik Franse van geboorte ben, is mijn werkende leven in Nederland begonnen. Ik moest dus ook mijn weg vinden tijdens onze eerste stappen over de grens, en wennen aan de Franse bedrijfscultuur, die zachter is dan de Nederlandse.’

Vergroot afbeelding Cécilia Gross.
Cécilia Gross.

Road to Paris

De weg naar ‘Parijs 2024’ begon voor VenhoevenCS zo’n zeven jaar geleden. Cecilia vertelt: ‘We besloten dat we de grens over wilden en kozen daarbij direct voor een scherpe focus. We zijn een architectenbureau met een breed scala aan projecten, zoals sportlocaties, privéwoningen, publieke ruimtes en treinstations. Op al die projecten zijn we trots, maar we wisten dat ons sportportfolio bij uitstek heel sterk was. Daar konden we toegevoegde waarde bieden, ook in andere landen.’

Om de exportplannen vorm te geven sloot het architectenbureau aan bij een economische missie van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassade in Parijs. Cécilia: ‘Wij wilden weten: waar zit in Frankrijk de behoefte op het gebied van architectuur in de sport? Wie zijn de belangrijke spelers en waar zijn zij naar op zoek?’ Hoewel de Olympische Spelen niet direct een doel waren, ging tijdens die economische missie het balletje wel rollen, zegt Cécilia.

Economische missie

De economische missie gaf antwoord op de vragen die het bedrijf had. Want hoe werkt zo’n missie nou precies? Cécilia: ‘Voor ons was het opbouwen van een netwerk het belangrijkst en we kregen tijdens die missie de uitgelezen mogelijkheid om dat te doen: netwerken op manieren waarop dat normaal niet zo snel zou lukken. De Nederlandse ambassade was tijdens die missies een soort matchmaker.’ Ze vervolgt: ‘Via onze deelname kwamen we onder anderen in contact met het grote aannemersbedrijf Bouygues, de onderneming die uiteindelijk de zwemhal zou gaan bouwen. Zo werd het netwerken dat we deden tijdens de missie het startpunt van onze ‘tender’ voor de spelen.’

Sociale impact

Ze legt uit: ‘In de wereld van de architectuur gaat alles op basis van tenders, een soort aanbestedingen. En de tender voor de spelen was behoorlijk ingewikkeld. Hij was namelijk uitgezet op basis van wat we noemen DBFMO: Design, Build, Finance, Maintain, Operate. Dat betekent concreet dat het niet alleen een project was voor de Olympische Spelen, maar juist ook voor de lange termijn. Het moest een gebouw worden met sociale impact. Een plek waar mensen zodra de spelen voorbij zijn kunnen sporten en recreëren. Er zal straks ook veel meer te doen zijn dan alleen zwemen. Voetbal, padel, boulderen, restaurants, noem het maar op.’

‘Ook over de plek is goed nagedacht door Métropole du Grand Paris, onze uiteindelijke opdrachtgever’, zegt Cécilia. ‘De hal staat in de wijk Saint-Denis. Die wijk kent veel armoede en de daarbij horende sociale problematiek. Het is zelfs zo dat de helft van de kinderen er niet kan zwemmen. Dat maakt de symboliek van dit gebouw op deze plek belangrijk en bijzonder. Grappig genoeg wordt de zwemhal tijdens de spelen gebruikt voor sporten als waterpolo en synchroonzwemmen. Het daadwerkelijke zwemmen begint dus pas na afloop!’

Teamwork

De vereiste functionaliteit van het sportcentrum maakte de eisen die werden gesteld aan het ontwerp ook extra streng, herinnert Cécilia zich nog goed. Ze vertelt: ‘Het was twee jaar heel hard werken om die tender te winnen. En niet alleen voor ons, maar voor het hele team waarmee we samenwerkten om tot het beste ontwerp te komen.’ Ze somt op: ‘Ingenieurs, aannemers, lokale overheden, en ook het Franse architectenbureau Ateliers 2/3/4/, met wie we uiteindelijk samen het gebouw hebben ontworpen. Met dat hele netwerk zochten we continue naar de prestatie qua energie, qua materiaal, qua sociale impact, en ook nog eens qua prijs. Alles moest optimaal zijn en pas na drie ronden hadden we de tender gewonnen.’

Het gekozen ontwerp van VenhoevenCS werd in maart van dit jaar voltooid en Cécilia en haar collega’s kijken met trots terug op het harde werk dat aan het iconische gebouw vooraf ging. Het was een achtbaan waaruit veel lessen zijn getrokken, blikt Cécilia terug. ‘Het is best bijzonder dat een Nederlands bedrijf zo’n opdracht mag uitvoeren in Frankrijk. Je kunt zoiets echt niet alleen’, zegt ze. ‘Het netwerk van partijen waarmee we dit project hebben uitgevoerd is cruciaal geweest. De Nederlandse overheid heeft ons daar gelukkig goed bij geholpen.’ Ze noemt een voorbeeld: ‘Wat ik tijdens dit traject de afgelopen zeven jaar heb gemerkt is dat we er echt een partner bij hebben. De Nederlandse ambassade heeft ons geholpen met kennis over Frankrijk, met het netwerken met potentiële partners en met allerlei evenementen.’

Meerwaarde

Voor ondernemers die ook plannen hebben in het buitenland aan de slag te gaan heeft Cécilia wel een tip. ‘Je moet goed nadenken over waar je meerwaarde kunt brengen in een ander land. En vooral niet denken dat je zomaar alles kunt exporteren, en dat alles wat je in Nederland doet ook over de grens werkt. Je moet je bedrijf of product soms een beetje vervormen om het te laten aansluiten bij een andere cultuur. Dat is voor ons in ieder geval wel een van de lessen geweest bij dit project.’

Ze besluit: ‘En maak gebruik van de tools die de Rijksoverheid biedt! Voor VenhoevenCS was de economische missie een perfect startpunt. Inmiddels hebben we ook meerdere economische missies achter de rug. In 2023 sloten we aan bij een grote delegatie bedrijven die, vergezeld door toenmalig minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Liesje Schreinemacher naar België reisde als onderdeel van een staatsbezoek van koning Willem-Alexander en Koningin Maxima. Maar dat hoeft niet voor ieder bedrijf de beste optie te zijn. Gelukkig biedt de overheid verschillende mogelijkheden!’

Meer weten?