Nederland en België: solide handelspartners, koplopers in innovatie
Ministeries
Handelspartners, politieke en historische bondgenoten: Nederland en België zijn meer dan alleen buren. Die innige relatie wordt onderstreept door een staatsbezoek van Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima, die vergezeld zullen worden door een economische missie onder leiding van minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Vandaag vertelt Meline Arakelian, plaatsvervangend ambassadeur op de Nederlandse ambassade in Brussel, over het driedaagse bezoek – van 20 tot en met 22 juni - en onderstreept ze het belang van de economische betrekkingen tussen beide landen.
‘België is van vitaal belang voor de Nederlandse welvaart’, trapt Arakelian af. ‘Het is na Duitsland onze tweede handelspartner, goed voor maar liefst €62 miljard aan export. Nederlandse MKB-bedrijven zetten vaak hun eerste internationale stappen in België. En bijna alle grote Nederlandse bedrijven hebben België als hun tweede thuismarkt.' Ze vervolgt: ‘De onderlinge handel en investeringen tussen België en Nederland zorgen bij onze zuiderburen voor ruim 320.000 banen, terwijl er in Nederland ruim 250.000 banen mee samenhangen.’
Laagdrempelige markt
Dat heeft een duidelijke reden, legt Arakelian uit. ‘Vooral Vlaanderen is door de taal, de geografische nabijheid en het feit dat we zo’n 430 kilometer aan grens delen natuurlijk een laagdrempelige exportmarkt voor Nederlandse bedrijven die naar het buitenland willen.’ Toch gaat de connectie tussen de twee landen veel verder dan die factoren alleen. Arakelian: ‘Onze bedrijven en kennisinstellingen zijn aan elkaar gewaagd. Twee zaken springen er echt bovenuit als je kijkt naar de economische samenwerking.
Allereerst zet zowel Nederland als België vol in op innovatie. Niet voor niets staan de twee buurlanden in de top 5 van de meest innovatieve landen in Europa. Bij die innovatieve samenwerking kun je denken aan door VDL geproduceerde bussen die rijden op groene waterstof en worden ingezet door de Belgische supermarktketen Colruyt. Of aan ASML, dat haar machines voor halfgeleiders exclusief laat testen door de onderzoeksinstelling Imec in Leuven.’
Ze vervolgt: ‘Daarnaast kennen Nederland en België als dichtbevolkte en sterk-geïndustrialiseerde landen nagenoeg identieke maatschappelijke en ecologische uitdagingen. Denk bijvoorbeeld aan de stikstofdiscussie, die in Vlaanderen net zo hevig wordt gevoerd als in Nederland. Ook in dat opzicht kunnen we van elkaar leren en ligt samenwerking dus voor de hand.’
Climate Tech Forum
Slimme technologische oplossingen die bijdragen aan CO2-reductie en een schoner leefmilieu staan dan ook centraal tijdens de economische missie die parallel aan het staatsbezoek plaatsvindt. Het centrale onderdeel daarvan is het Climate Tech Forum op 21 juni in Brussel met meer dan 500 deelnemers. Tijdens dat evenement, georganiseerd door de Nederlandse ambassade in Brussel en het Consulaat-Generaal in Antwerpen, krijgen deelnemende bedrijven de uitgelezen mogelijkheid om kennis uit te wisselen over groene waterstof, klimaatneutrale bouw, toekomstgerichte landbouw en slimme en duurzame mobiliteit.
Arakelian: ‘De deelnemers, voornamelijk uit het MKB, zoeken naar mogelijkheden om binnen hun eigen vakgebied te netwerken met Belgische bedrijven. Voor sommige bedrijven is het een kwestie van de eerste contacten leggen, terwijl anderen juist hun bestaande netwerk willen uitbreiden.’
Arakelian onderstreept het belang van een solide netwerk in België. ‘Door de gedeelde uitdagingen en het door innovatie gedreven bedrijfsleven hebben Nederland en België een uitgelezen kans om hun gezamenlijke concurrentiekracht op mondiaal niveau te vergroten. Daar ligt ook het echte potentieel voor Nederlandse bedrijven, veel meer nog dan alleen bij België als afzetmarkt’, zegt ze.
Koplopers in duurzaamheid
Ze geeft een voorbeeld. ‘Neem nou de bouwsector. Die zorgt voor veel CO2-uitstoot. Door materialen te hergebruiken kan veel milieuwinst worden behaald. Zowel in Nederland als in België is circulaire bouw sterk in opkomst. Nederlandse en Belgische bedrijven die zich hier op hebben toegelegd wisselen kennis en ervaring uit, maar kijken ook samen naar het standaardiseren van normeringen. Circulaire bouw is een relatief nieuw fenomeen. Voor een gelijk speelveld is het creëren van Europese wet- en regelgeving erg belangrijk. Hier hebben Nederlandse en Belgische bedrijven dus gelijklopende belangen.’
Toekomstbestendige landbouw is nog zo’n voorbeeld, zegt Arakelian. ‘Het toekomstperspectief voor boeren staat hoog op agenda in beide landen. Gezamenlijk werken we aan passende verdienmodellen en het vergroten van het draagvlak voor de transitie van de sector binnen de samenleving.’
‘Onze beide landen willen ook belangrijk zijn in de Europese maakindustrie van groene waterstof’, gaat ze verder. ‘Nederland heeft de ambitie om een centrale positie te verwerven in de internationale waterstofmarkt. Samen optrekken met omliggende landen is daarbij essentieel.’ En nog zo’n voorbeeld, zegt ze: ‘In Nederland beschikken we inmiddels over goede laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. België is met een flinke inhaalslag bezig. Ook daarin kunnen we elkaar versterken.’
Wallonië
De meereizende ondernemers zullen tijdens de economische missie voornamelijk gericht zijn op hun Vlaamse counterparts, maar Arakelian drukt ze op het hart om Wallonië niet te vergeten. ‘Natuurlijk, Vlamingen en Nederlanders spreken dezelfde taal. Dat maakt zaken doen eenvoudiger. Maar onderschat Wallonië niet’, zegt ze enthousiast. ‘Vergis je niet, dat is nog altijd een grotere exportmarkt voor ons dan bijvoorbeeld Japan. Daarnaast is Wallonië een uitstekende markt voor ondernemers om de taalbarrière te doorbreken. Dat biedt vervolgens weer kansen in bijvoorbeeld Frankrijk.’