Handelsmissie Zuid-Korea en Japan: een kijkje achter de schermen
Ministeries
Van 13 tot en met 17 maart vond de handelsmissie naar Zuid-Korea en Japan plaats. Meer dan 45 bedrijven die zich bezighouden met de energietransitie reisden mee. Maar wat gebeurde er precies tijdens die handelsmissie en wat leverde het op? Medewerkers van de Nederlandse ambassade en enkele deelnemende bedrijven nemen je mee voor een uniek kijkje achter de schermen.
Zuid-Korea en Japan zijn belangrijke handelspartners voor Nederland. Er liggen in beide landen veel kansen om samen te werken aan grote uitdagingen, zoals de thema’s hernieuwbare energie, wind-op-zee en batterijtechnologie die tijdens de missie centraal stonden. Minister Liesje Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW, leidden de missie.
Vrijdag 10 maart: laatste voorbereidingen
Op vrijdag staat Edo Kuipers klaar op Schiphol. Edo neemt samen met zijn collega Arnold Timmer deel aan de missie. De ondernemers zijn eigenaar van We4Ce, een bedrijf dat innovatieve technologie maakt voor de bladen van windturbines. De technologie van We4Ce wordt al op veel plaatsten in de wereld gebruikt. Van Duitsland tot Frankrijk en van Panama tot Thailand.
Door een foutje in het visum van Arnold vertrekt Edo in eerste instantie alleen naar Seoul. Eenmaal aangekomen bij het hotel kijkt hij even rond in de wijk Gangnam. Tijdens het rondje komt Edo een energy hub tegen. ‘Geweldig’, vertelt hij enthousiast. ‘Ze noemen het hier al niet meer een pompstation, maar een energy hub, waar je met je auto zowel brandstof kunt tanken als elektrisch kunt laden.’
Zenuwachtig
Ondertussen wordt op de ambassade in Seoul nog hard gewerkt aan de laatste voorbereidingen. ‘Er komt veel kijken bij de organisatie van een handelsmissie’, vertelt Eva Witteman, plaatsvervangend ambassadeur in Seoul. Eva werkte bijvoorbeeld samen met haar collega’s aan het programma voor minister Schreinemacher, een speeddate sessie voor bedrijven en een uitgebreid transportplan.
Nu het begin van de missie steeds dichterbij komt neemt de spanning toe, vertelt Witteman. ‘Ik ben best een beetje zenuwachtig: gaat het goed? Verloopt alles zoals gepland? Maar ik kijk er ook heel erg naar uit. We werken al maanden aan de voorbereiding. Dus ik probeer ook echt te genieten, want dit maak ik ook niet dagelijks mee.’
Maandag 13 maart: kick-off
Maandagavond is het dan zover, de officiële kick-off van de handelsmissie. De ondernemers worden door Ingrid Thijssen en minister Schreinemacher welkom geheten. ‘De kop is er af’, zegt Eva opgelucht. Alle ondernemers zijn goed aangekomen in Seoul, maar een gecancelde vlucht maakt dat best nog even spannend. ‘Sommige bedrijven kwamen bovendien direct vanaf het vliegveld hier naartoe, en door wat forse vertraging was een enkeling maar net op tijd voor de opening.’
Voor het eerst sinds 2016 is er zo’n grote delegatie Nederlandse bedrijven in Zuid-Korea. ‘Het is een goed moment om Nederland op de kaart te zetten’, vertelt Eva. ‘Daar werken we natuurlijk dagelijks aan, maar het maakt voor de Koreanen echt een groot verschil dat zoveel mensen de moeite nemen om af te reizen. Goede relaties zijn hier nog belangrijker dan in Nederland en die floreren als je elkaar in levenden lijven kan ontmoeten.’
Kennismaking
Niek Albers van Howden Thomassen Compressors kwam vandaag ook aan in Seoul. Terug in zijn hotel vertelt hij over de kick-off. ‘Het was een goede gezamenlijke aftrap. Ik kon direct kennismaken met een aantal andere interessante deelnemers en de delegatieleider van het waterstofprogramma.’
Howden Thomassen Compressors ontwikkelt op maat gemaakte compressoren, waarin waterstof wordt samengeperst. Hierdoor kan waterstof bijvoorbeeld in flessen of bij een waterstoftankstation worden opgeslagen. Daarom neemt Niek deze week deel aan het programma over waterstof. ‘Ik kijk er namens Howden naar uit om samenwerkingsmogelijkheden in Zuid-Korea en Japan te identificeren en op te volgen, voornamelijk op het gebied van waterstof als een onderdeel van een hernieuwbaar en emissievrij energiesysteem.’
Daejeon
Edo en Arnold zijn na een lange dag ook terug in het hotel. Het is Arnold toch gelukt om op tijd in Seoul aan te komen. ‘Met behulp van KLM kon mijn vlucht keurig worden omgeboekt. En om het nog mooier te maken: ik stond op Schiphol al binnen 3 minuten achter de douane! Bij aankomst in Zuid-Korea volgden nog een aantal controles: visum, quarantaineformulier en QR-code. Maar het is uiteindelijk allemaal goed gekomen.’
Terwijl Arnold aanwezig was bij de gezamenlijke aftrap, ontmoette Edo zakenpartners in de stad Daejeon. Met een paar relatiegeschenken op zak - Hollandse klompjes met chocolade - stapte Edo in de volle Koreaanse trein. ‘Onderweg heb ik wel tien keer gecheckt of mijn presentatie nog wel werkte’, vertelt hij lachend.
Eenmaal in Daejeon ontmoette hij windturbine leverancier Unison, de grootste turbinebouwer van Korea en Human Composities, een bedrijf dat windturbinebladen bouwt. ‘Eerst heeft iedereen een bedrijfspresentatie gegeven, daarna hebben we vooral over de technische aspecten gesproken. En na de vergadering kreeg ik een uitnodiging om mee te eten, een Koreaans barbecue diner. Dat is meestal wel een goed teken!’
Dinsdag 14 maart: nieuwe contacten
Na een gezamenlijk ontbijt begint de dag van Edo en Arnold bij een bijeenkomst over windparken op zee. ‘Het is opvallend dat de Nederlandse en Koreaanse doelstellingen voor 2030 bijna gelijk liggen’, zegt Edo. Beide landen willen dat in dat jaar ongeveer 20 gigawatt aan vermogen van windmolens op zee komt. In Nederland gaat dit om zo’n 15% van alle energie.
Voor Niek begint de tweede dag van de handelsmissie met een rondleiding door het Research & Development Center van Hyundai, de wereldleider in vrachtwagens en bussen op waterstof. ‘Tijdens de rondleidingen bezochten we een waterstoftankstation en kregen een demonstratie van Fuel Cell Electric Vehichals, op waterstof aangedreven vrachtwagens’, vertelt hij.
Matchmaking
De ondernemers nemen vervolgens deel aan een matchmaking sessie. Niek maakt bijvoorbeeld kennis met een aantal Koreaanse bedrijven die werken aan concrete initiatieven op het gebied van waterstof.
Ook Edo en Arnold spreken met potentiële Koreaanse zakenpartners. De ondernemers krijgen per gesprek maar 25 minuten. ‘In zo’n korte tijd kan je geen lange presentatie geven’, lacht Edo. ‘Ik liep dus rond met een tas vol folders en brochures om uit te delen.’
Een succesvolle sessie, denkt Arnold. ‘We hebben alvast een paar leuke contacten kunnen leggen en geprobeerd om We4Ce op Koreaanse radar te krijgen.’ Dat is volgens Edo ook juist het doel van hun deelname aan de handelsmissie. ‘We zaaien nu om mogelijk over een paar jaar te kunnen oogsten. We leggen nu contacten en bouwen dan stap voor stap aan een langdurige relatie.’
Handelsreceptie
De dag wordt afgesloten met een grote handelsreceptie. Minister Schreinemacher en Dukgeun Ahn, de Koreaanse minister van Handel, openen de receptie met een toespraak.
In aanwezigheid van minister Schreinemacher, voorzitter Ingrid Thijssen van VNO-NCW en minister Dukgeun Ahn zijn er zeven intentieverklaringen (MoU’s) ondertekend. Hiermee leggen een aantal Nederlandse en Koreanse partners hun voornemens voor toekomstige samenwerking officiceel vast. ‘Dit is een belangrijk fotomoment voor Koreaanse organisaties en bedrijven’, legt Eva uit. ‘Ook voor de Nederlandse partijen zijn deze intentieverklaringen vaak een belangrijke eerste stap. De steun van de Nederlandse overheid is natuurlijk een goed signaal richting zakenpartners.’
Woensdag 15 maart: InterBattery beurs en reizen naar Tokio
Vandaag wordt het Nederlandse paviljoen op de InterBattery beurs geopend. Op de beurs tonen zo’n 900 internationale bedrijven en kennisinstellingen nieuwe producten en technologieën in de batterijenindustrie. Eva is bij de opening. ‘InterBattery is de place to be voor batterijentechnologie in Korea. Koreaanse partijen als Samsung SDI, LG Energy Solutions, SK On en Posco Chemical domineren de markt en hebben grote stands.’
Nederland doet dit jaar voor de derde keer mee aan de InterBattery. ‘Nu de coronapandemie voorbij is zijn er dit jaar voor het eerst ook Nederlandse bedrijven fysiek aanwezig, in plaats van enkel digitaal.’
Op de beurs krijgt Eva verrassend nieuws: Korea's eerste viceminister van Handel, Industrie en Energie, Youngjin Jang, brengt een bezoek aan het Nederlandse paviljoen. ‘De viceminister sprak eerder vandaag met minister Schreinemacher en heeft beloofd langs te komen. Mijn collega heeft nog snel een korte pitch in het Koreaans voorbereid, want we hebben maar anderhalve minuut om de viceminister te informeren, te verwelkomen en te bedanken.’
Het bezoek van de viceminister is een belangrijk moment om het Nederlandse aanbod onder de aandacht te brengen, benadrukt Eva. ‘De Koreaanse overheid is een belangrijke stakeholder op het gebied van batterijtechnologie, dus dit bezoek opent wellicht nieuwe deuren voor bedrijven.’
Ondertussen is Niek op het kantoor van Korea Shipbuilding and Offshore Engineering, een van de grootste scheepsbouwers ter wereld. ‘Een interessante dag vandaag’, vertelt Niek. ‘We hebben veel gesproken over de praktische kant van een infrastructuur met waterstof, maar ook welk beleid en stimulering er vanuit overheden nodig zijn om dit te ondersteunen.’
Tokio
Na twee drukke dagen in Seoul reist de missie op woensdag door naar Tokio. Daar neemt Pieter Terpstra van de ambassade het stokje over van Eva Witteman.
Het programma voor de deelnemende bedrijven en voor minister Schreinemacher is ook in Japan goedgevuld. Dat programma begon al toen de Nederlandse delegatie nog in Zuid-Korea was. Pieter vertelt: ‘Maandag opende ik de 9Th Asia Off Shore Wind Day, waar onder anderen een sessie speciaal over Nederland werd georganiseerd. Daarna was er een sessie op de ambassade met TNO en Deltares en Japanse kennisinstellingen om de laatste ontwikkelingen op het gebied van aanleg van windparken op zee uit te wisselen.’ In Japan is men erg geïnteresseerd in hoe je omgaat met natuur, en de manier waarop windparken kunnen bijdragen aan het herstel van de natuur in zee. Japan kijkt op dat gebied met grote interesse naar Nederland.
Inmiddels zijn ook voor Pieter en zijn collega’s de voorbereidingen voorbij en is het Japanse deel van de missie officieel begonnen. ‘De minister en de handelsdelegatie zijn hier met veel energie en in goede stemming aangekomen vanuit Korea.’
Tijdens de eerste dag in Tokio wordt de volgende generatie niet vergeten, laat Pieter weten. ‘We zijn naar een middelbare school geweest. Daar heeft DOB Academy, een van de meereizende bedrijven uit Nederland die is aangesloten bij de missie, een workshop over windenergie aan Japanse middelbare scholieren. Zo vijzelen ze hun Engels op en leren ze iets over windenergie.’
Ook Arnold Timmer en Edo Kuipers van We4Ce hebben hun reis inmiddels voortgezet in Tokio. ‘Na nog kort even van Seoul te hebben genoten vertrokken we richting het einde van middag naar het vliegveld. Daar troffen we Martin van Onna het bedrijf Strohm, dat buizen en leidingen voor hernieuwbare energie ontwikkelt. Praten met een ondernemer die werkt met dezelfde materialen, maar dan in een ander vakgebied, geeft ons ook weer inspiratie’, zegt Edo.
De ondernemer verwacht in Tokio in een warm bad te belanden. ‘De stad ging tot 1868 door het leven onder de naam Edo. Wat zal ik me daar thuis voelen’, vertelt hij lachend.
Donderdag 16 maart: Rennen en vliegen in Tokio
De week vliegt voorbij. Voor LeydenJar, een Nederlandse scale-up op het gebied van batterijtechnologie, is het tijd om terug te blikken op drie zeer enerverende dagen. Het bedrijf sluit de handelsmissie af in Korea en reist niet mee naar Japan.
Ewout Lubberman, namens LeydenJar aanwezig in Seoul, blikt vanaf een bankje op het vliegveld moe maar voldaan terug op de trip. ‘Korea is voor ons een heel interessante markt. De ‘batterijgiganten’ uit het land zijn eigenlijk onze belangrijkste partners, naast automotive-bedrijven uit Europa en electronicabedrijven uit de Verenigde Staten.’ Hij gaat verder: ‘We hadden hier dus al contacten, maar deze week kregen we echt een uitgelezen kans om die relaties verder te intensiveren. Daarnaast hebben we, tijdens formele én informele ontmoetingen, kunnen investeren in nieuwe contacten.’
Ewout ziet dan ook toekomst voor LeydenJar in Zuid-Korea. ‘We zijn concreet aan het kijken of we hier een kantoor kunnen openen, zodat we fysiek aanwezig zijn in de markt.’ Die wens is niet in de laatste plaats ontstaan door de inspiratie die het bedrijf opdeed tijdens de handelsmissie. Hij legt uit: ‘Ik ben op veel batterijconferenties geweest in de Verenigde Staten en in Europa, maar InterBattery was echt bijzonder goed. We hebben daar zoveel nieuwe technologieën gezien.’
Nieuwe partners
Wat hij zag op InterBattery helpt Ewout ook verder in eigen land. ‘We openen in Nederland in 2025 een nieuwe fabriek, en daar moeten natuurlijk machines in. Een groot deel van die apparatuur ontwikkelen we zelf, maar een ander deel gaan we inkopen. Daar hebben we hier in Korea interessante partners voor ontmoet.’
InterBattery hielp hem dus bij het ontmoeten van die potentiële partners, maar de rol van de Nederlandse ambassade mag daarbij ook niet worden vergeten, stelt Ewout. ‘De ambassade had het allemaal bijzonder goed georganiseerd. Zo was er een erg leuk matchmaking-event en hielp Joo-won Lee van de economische afdeling ons met zijn geweldige netwerk in de batterij-industrie. Petje af.’
De aanwezigheid van minister Schreinemacher gaf de missie het laatste zetje, vindt Ewout. ‘Het opent echt deuren als er een hoogwaardigheidsbekleder van dit niveau mee gaat. We hebben een uitstekende week gehad’, sluit hij af. ‘Nu eerst naar huis om alles te laten bezinken.’
Rennen en vliegen in Tokio
Ondertussen is het voor Pieter Terpstra van de Nederlandse ambassade een dag van rennen en vliegen. De wekker gaat vroeg, want al om 06.00 ‘s ochtends moet hij de deur uit. ‘Wat laatste voorbereidingen op de komst van minister Schreinemacher, langs de residentie van de ambassadeur om de kick-off klaar te zetten en vervolgens snel de bus in om naar de World Smart Energy Week (WSEW) te gaan’, somt Pieter op. ‘Daar staat alles wat met hernieuwbare energie te maken heeft centraal, en Nederland staat er met een paviljoen op de waterstofbeurs en de offshore wind-beurs.’
Het belang van de WSEW kan niet worden onderschat, vertelt Pieter. ‘De minister spreekt er met Mitsubishi, Eneco en Van Oord. Ook is er een meet-and-greet op het Nederlandse off shore wind-paviljoen. Daar treft ze een groot aantal bedrijven.’
Na het bezoek aan WSEW is de dag pas halverwege voor Pieter, die de delegatie na de lunch voorgaat naar het energy transition seminar. ‘Dat seminar, geopend door de minister, draait om uitwisseling van informatie over de laatste (beleids)ontwikkelingen op het gebeid van de energietransitie in Nederland en Japan. We krijgen daar goede feedback op van de deelnemende bedrijven, die dit erg leerzaam vinden.’
Schaken op meerdere borden
Het wordt ook voor minister Schreinemacher een drukke dag, want ze schaakt op meerdere borden tegelijk. Pieter vertelt: ‘Ze heeft een afspraak met Minister Nishimura van economische zaken, handel en industrie. De twee bewindslieden spreken over de bilaterale relaties en samenwerking op het gebied van semicon.’
Aan het einde van de middag is er tijd voor wat ceremonieel, in de vorm van de uitreiking van de Deshima Award. Deze prijs wordt uitgereikt aan Nederlandse bedrijven die succesvol zijn in Japan. ‘Ik zit in de jury van de award’, zegt Pieter. ‘De komst van de minister en Ingrid Thijssen van VNO-NCW is natuurlijk een perfecte gelegenheid om deze uit te reiken.’
De dag eindigt kort voor middernacht, nadat hij enkele delegatieleden nog even de wereldberoemde Shibuya Crossing heeft laten zien. Een rustige avond uit wordt het niet, vertelt Pieter. ‘De metro zit rond 23.30 nog bomvol, want de meeste mensen komen dan net uit hun werk!’
Lessen uit Japan
Het seminar waar Pieter over vertelt wordt ook door de delegatieleden van We4Ce bezocht. Edo is enthousiast: ‘Er stonden presentaties op het programma over de doelstellingen van de energietransitie, over offshore wind en over waterstof. Over ieder onderwerp kwam iemand uit Japan en iemand uit Nederland aan het woord, afgewisseld met een korte vragenronde door de moderator. Erg goed opgezet op deze manier!’
Ook Niek geeft namens Howden Thomassen zijn ogen goed de kost in Tokio. De WESW springt er bovenuit, zegt hij. ‘Het is een hele grote beurs met alle denkbare technologie op het gebied van hernieuwbare energie.’ Niek komt op de beurs wat bekende gezichten tegen: ‘Rondom een aantal interessante plenaire sessies over offshore wind en waterstof in Japan heb ik nog tijd gehad om zelf de beurs over te lopen. Ik heb daar uiteraard de Howden booth bezocht, die werd bemand door ons lokale team uit Japan. Daar heb ik mijn collega's gesproken en enkele klanten, zowel uit Japan als uit Europa.’
Vrijdag 17 maart: nog even netwerken en dan tevreden terug naar huis
Het is alweer de laatste dag van de handelsmissie, maar van afbouwen is nog geen sprake. Zo moet Pieter opnieuw vroeg uit de veren om alles ook op de vrijdag in goede banen te leiden. De ochtend is grotendeels ingeruimd voor media-optredens, vertelt hij. ‘De minister doet een interview met Nikkei, een van de grootste kranten van Japan. Ook Ingrid Thijssen maakt vanochtend tijd voor wat interviews.’
Minister Schreinemacher gebruikt de laatste dag van haar bezoek aan Japan bovendien om vooruit te blikken, zegt Pieter. ‘In Osaka wordt in 2025 de Wereldtentoonstelling georganiseerd, waar Nederland met een paviljoen aanwezig zal zijn. De minister spreekt daarover met Naoki Okada, de Japanse minister die speciaal is aangesteld voor de tentoonstelling.’
Afsluitende bezoeken
Ondertussen zijn ook de deelnemende bedrijven bezig met de afronding van hun bezoek aan Japan. Zo hebben Edo en Arnold van We4Ce nog enkele bedrijfsbezoeken op de planning staan. ‘We gaan bijvoorbeeld een kijkje nemen bij Shimuzo, één van de vijf bedrijven in Japan die windparken voor de kust van het land realiseren. Het is voor ons erg interessant om te zien wat zij doen en past bovendien in de strategie van het opbouwen van langetermijnrelaties in Japan.’
Het sociale aspect van de missie wordt door We4Ce op de slotdag ook niet vergeten. Edo vertelt: ‘We sluiten af met een informeel bedrijfsfeestje bij EOS, een van onze relaties. Daar heb ik goede contacten met dhr. Akabane, de manager van het bedrijf. Het leuke is dat ik hem zo’n twintig jaar geleden leerde kennen, toen hij 50 was en ik 30. Ik heb nu dus de leeftijd die hij had bij onze eerste kennismaking. Dat zet de dingen in perspectief: respect, waardering, vriendschap… daar gaat het hier om!’
Inzicht
Ook Niek van Howden Thomassen gaat vrijdag nog flink op pad. Zo bezoekt hij de liquid organic hydrogen carrier (LOHC) demonstratie fabriek van het bedrijf Chiyoda om te leren over het transporteren van waterstof over grote afstanden. Niek kijkt tevreden terug op zijn week in Azië. ‘Het was intensief, maar succesvol’, vertelt hij. ‘Ik heb veel inzicht gekregen in de strategische plannen van Japanse en Zuid-Koreaanse bedrijven en overheden met betrekking tot waterstof in een groene energie-infrastructuur.’
Tijdens de handelsmissie heeft hij bovendien waardevolle contacten kunnen leggen. ‘Niet alleen met Koreaanse en Japanse partijen, maar zeker ook binnen de Nederlandse delegatie. Door te verkennen waar raakvlakken liggen met andere bedrijven kan deze missie bij thuiskomst een passend vervolg krijgen.’
Na de laatste netwerkbezoeken, informele bijeenkomsten en overleggen is vrijdagmiddag dan echt het moment aangebroken om de handelsmissie af te sluiten. Op de ambassade in Tokio wordt tevreden teruggekeken op een zeer intensieve week.
Pieter: ‘We hebben ter afsluiting een evaluatie gedaan met de organisatoren en trackleaders van de missie. Leerpunten zijn er natuurlijk altijd, maar met het hele team hebben we een prachtig programma neergezet. De minister en de bedrijven waren tevreden, dus wie ben ik dan om niet tevreden te zijn. Er is een topprestatie geleverd!’
Topprestatie
Ook voor Eva Witteman, de evenknie van Pieter op de ambassade in Seoul, stond de week bol van de hoogtepunten. Ze vertelt: ‘Ik ben heel trots op ons team. We hebben met ongeveer 20 collega’s van de ambassade gewerkt aan deze missie en ik heb iedereen een groot compliment gemaakt. Vier maanden voorbereiding, waarvan de laatste weken ‘full time knallen’: what a ride!’