Handelsmissie Zuid-Korea en Japan: een buitenkans voor Nederlandse ondernemers
Ministeries
Van 13 tot en met 17 maart leiden Liesje Schreinemacher (Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en Ingrid Thijssen (voorzitter VNO-NCW) de Nederlandse handelsmissie naar Zuid-Korea en Japan. Het thema van de missie: de energietransitie. Ambassadeurs Joanne Doornewaard in Seoul en Peter van der Vliet in Tokio vertellen waar in ‘hun’ land de kansen liggen voor Nederlandse ondernemers.
De voorbereiding op de handelsmissie, die start in Seoul, had veel voeten in de aarde. Doornewaard vertelt: ‘Zo’n missie organiseren vergt veel lokale afstemming. Daar hebben we de afgelopen maanden onze energie in gestoken, waardoor er nu een mooi programma staat.’
Van der Vliet vult aan: ‘In Japan is men erg gehecht aan een strakke planning en wordt niets aan het toeval overgelaten. Dat plannen ging tot op het niveau van wie naast wie zit, en wanneer er door verschillende partijen met elkaar kan worden gesproken.’
Energietransitie
Veel gesprekken zullen gaan over de energietransitie. En specifieker: over de thema’s waterstof, batterijtechnologie, glastuinbouw en wind op zee. De delegatie zal zich in Zuid-Korea onderdompelen in de eerste drie onderwerpen. Daar zit een duidelijk doel achter, vertelt Doornewaard. ‘Dit land heeft zich gecommitteerd aan de energietransitie en is een echt ‘productieland’. Denk bijvoorbeeld aan de batterijen van Samsung en de elektrische auto’s van Hyundai en Kia.’
Zodra de handelsmissie doorreist naar Japan komen vooral waterstof en wind op zee aan de orde. ‘Ook dat zijn thema’s die niet zomaar uit de lucht komen vallen’, zegt Van der Vliet. ‘In die onderwerpen zijn zowel Nederland als Japan bijzonder geïnteresseerd.’ Hij onderstreept de ambitie van Japan op het gebied van waterstof. ‘Men heeft daarin een duidelijke doelstelling: wereldleider worden. Met Nederland is over waterstof veel kennisdeling gaande.’
Grote ambities
Ook als het gaat om wind op zee kijken de Japanners met grote interesse naar ons land. ‘Het staat in Japan nog enigszins in de kinderschoenen. Toch is de overheid er serieus mee bezig. Als doelstelling is bepaald dat er tot het jaar 2040 45 gigawatt aan energie moet worden opgewekt door wind op zee. Dat komt in de buurt van de doelstelling van Nederland, dat in datzelfde jaar 50 gigawatt aan energie wil hebben opgewekt.’
Japan heeft al concrete stappen gezet om die doelen te behalen, legt Van der Vliet uit. ‘Ze vatten de koe bij de hoorns. Zo heeft Mitsubishi, mede dankzij de kennis en ervaring van dochteronderneming Eneco, tenders gewonnen voor het plaatsen van windparken voor de Japanse kust.’
Betrouwbare partners
Zuid-Korea en Japan zijn als exportmarkt in trek bij Nederlandse ondernemers. Doornewaard vertelt: ‘Vergis je niet, Zuid-Korea is onze derde exportmarkt in Azië, achter China en Taiwan. Dit land is zo innovatief, echt een voorloper op wat we in Europa kunnen verwachten qua technologische vooruitgang.’
Nederland doet er dan ook al uitgebreid zaken. ‘We exporteren voor 8,6 miljard euro naar Korea, terwijl we voor 5,3 miljard euro importeren. Electrische auto’s vormen een belangrijk onderdeel van die import, wat het thema batterijtechnologie binnen deze handelsmissie natuurlijk erg interessant maakt.’
Ook Japan, de op twee na grootste economie ter wereld, is voor Nederland een interessante partner op het gebied van handel, innovatie en technologische samenwerking. De Nederlandse export naar Japan bedraagt zo’n 7,7 miljard euro, terwijl Nederland voor 8,8 miljard euro uit Japan importeert.
Goedgevulde delegatie
Het is dan ook niet verbazend dat maar liefst 47 Nederlandse bedrijven deze week met minister Schreinemacher meereizen. De timing is optimaal, vindt Van der Vliet. ‘Japan is weer ‘open’, na enkele jaren op slot te hebben gezeten tijdens de coronapandemie. Dat maakt dit een uitgelezen kans voor ondernemers om face-to-face contact te leggen. Dat is ontzettend belangrijk, want hier wordt verwacht dat je goed beslagen ten ijs komt, met een product van hoge kwaliteit, en vervolgens investeert in een langetermijnrelatie.’
Die blik op de lange termijn is ook in Korea belangrijk, benadrukt Doornewaard. ‘Ik zal niet zeggen dat na de handelsmissie het werk pas echt begint, maar het is wel van cruciaal belang dat bedrijven die meereizen voor goede opvolging zorgen.’
Spin in het web
De Nederlandse ambassades in Seoul en Tokio bieden daarbij ondersteuning en fungeren rondom de handelsmissie als echte spin in het web. We hebben verschillende petten op’, vertelt Van der Vliet. ‘Zo fungeren we als ‘makelaar’ in contacten tussen Nederlandse en lokale bedrijven, en delen we onze kennis op de thema’s van de missie. Tegelijkertijd zijn we een soort evenementenbureau!’
Doornewaard vult aan: ‘We trekken samen met de deelnemers op. Vergeet niet dat Seoul een stad is met ruim 10 miljoen inwoners. Dat maakt het soms lastig om iedereen steeds op het juiste tijdstip op de juiste plek te krijgen. Bij dat soort logistieke uitdagingen bieden wij ondersteuning.’
Missie van statuur
Gelukkig hoeven de ambassadeurs en hun collega’s het niet alleen te doen. Minister Schreinemacher maakt zich tijdens de reis sterk voor de meereizende bedrijven. ‘Haar aanwezigheid, maar ook die van Ingrid Thijssen, opent deuren en geeft deze handelsmissie statuur. Dat maakt dat dat de ontvangende landen direct zien: die Nederlanders zijn serieus!’