Ondernemen in Vlaanderen: zo helpt het Nederlandse consulaat in Antwerpen je op weg
Ministeries
Havenontwikkeling, verduurzaming van de binnenvaart, windparken op zee en een gezamenlijke Hydrogen Valley. Bert van der Lingen, onze consul-generaal in Antwerpen, ziet genoeg mogelijkheden voor Vlaams-Nederlandse samenwerking. Wat kan het consulaat-generaal betekenen voor ondernemers?
Wanneer kloppen ondernemers aan bij het consulaat-generaal in Antwerpen? Wat zijn jullie belangrijkste taken?
“Het consulaat-generaal in Antwerpen richt zich op de provincies Antwerpen en Belgisch Limburg en de Vlaamse havens. We houden ons bezig met de onderwerpen energietransitie, infrastructuur, havenontwikkeling en verduurzaming van de binnenvaart. Net als de Nederlandse ambassade in Brussel hebben we drie taken: we verlenen ondernemers toegang tot overheden en handelspartners, maken scans van de lokale markt en organiseren handelsmissies. Tijdens handelsmissies laten we ondernemers zien wat er in de Belgische markt speelt en brengen hen in contact met mogelijke partners of klanten.”
In juni was er een handelsmissie over duurzame infrastructuur en circulaire bouw. Wat was het doel van deze missie?
“In Nederland is er veel kennis op het gebied van duurzame, circulaire en biobased producten die toepasbaar zijn in de (infra)bouw. België heeft behoefte aan deze kennis, want modernisering van ringwegen rond Antwerpen en Brussel staat op de planning. Verder komen er vervangings- en renovatieopgaven aan. Tijdens deze handelsmissie kwamen ondernemers meer te weten over relevante projecten in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zodat ze daarin hopelijk een partnerrol kunnen vervullen. Een aantal Nederlandse bedrijven doet dat al.”
Hoe kunnen beide landen samen optrekken in de energietransitie?
“Hoewel we offshore vaak stevige concurrenten zijn, zie ik kansen voor samenwerking op het gebied van wind op zee. Zowel België als Nederland willen tegen 2030 hun geïnstalleerde wind op zeecapaciteit aanmerkelijk verhogen. Vlaams-Nederlandse samenwerking kan helpen om die ambities te realiseren. Kijkend naar de ontwikkeling van de mondiale markt zou pre-competitieve samenwerking onze concurrentiepositie in de maritieme technieksector ten goede kunnen komen. Mooi dat een aantal Belgische offshore bedrijven zich aansloot bij een Nederlandse wind op zee-missie naar de Baltische staten.”
Hoe kunnen Nederland en Vlaanderen samenwerken op het gebied van waterstof?
“Nederland heeft grote elektrolyse-ambities. Het zou goed zijn om te kijken naar mogelijke contacten met Belgische bedrijven die op dit gebied al hun sporen hebben verdiend. Dat geldt ook voor de maakindustrie in de waterstofsector. Daarom organiseert het consulaat-generaal met FME en hun zusterorganisatie Agoria een B2B-ontmoeting voor bedrijven actief in de ontwikkeling van zware voertuigen, duurzame binnenvaartschepen en emissieloze bouwmachines. Dit is trouwens ook één van de aanbevelingen in het werkplan van ons Nationaal Waterstofprogramma: we kunnen een ‘makers kopgroep’ vormen met onze zuiderburen.”
Op initiatief van het consulaat-generaal vond de tweede Vlaams-Nederlandse Havendag plaats. Wat levert zo’n Havendag eigenlijk op?
“Aanleiding voor de eerste editie, die vorig jaar in Antwerpen in hybride vorm plaatsvond, was het verschijnen van zowel de Nederlandse Havennota als de Vlaamse Havenstrategie. We hebben toen met de havenbedrijven en havengemeenschappen gesproken over samenwerking op het gebied van verduurzaming en digitalisering. Dat was op zich een zekere top down-benadering, maar ondernemers en binnenvaartschippers gaven daarbij ook hun mening over verduurzamingsuitdagingen.”
Stond energie ook dit jaar op het programma van de Havendag?
“Absoluut. Onze havens hebben te maken met soortgelijke uitdagingen op het gebied van energietransitie. Hun rol in de borging van de energievoorzieningszekerheid in ons deel van Europa is door de oorlog in Oekraïne toegenomen. We willen af van het Russisch gas. Nederland en België gaan hun nationale plannen voor de uitrol van waterstofinfrastructuur coördineren, waarbij ook wordt gekeken naar de noodzaak van een transnationale infrastructuur. Mogelijk kan dat door de vorming van een Hydrogen Valley. Voor zo’n waterstofvallei zijn aanzienlijke Europese middelen beschikbaar.”
Wat kan het consulaat-generaal betekenen voor Nederlandse ondernemers?
“We kunnen bedrijven op diverse manieren helpen. Onze contacten met overheden zorgen in sommige gevallen voor een soepeler verloop van projectrealisatie. Daarnaast zoeken we vooral naar mogelijke partnerschapsrelaties met Vlaamse counterparts, bedrijven of kennisinstellingen. De economische betrekkingen met België zijn geen eenrichtingsverkeer. Bedrijven in de maakindustrie aan weerszijden van de grens hebben vaak al een hechte supply chain relatie.”
Zijn er mooie voorbeelden van Vlaams-Nederlandse samenwerking?
“Recentelijk boden we het OV-bedrijf De Lijn aan om eens te rade te gaan bij een OV-bedrijf in Nederland dat al goede ervaringen heeft met de transitie naar een batterij elektrische- of waterstofvloot, iets dat organisatorisch een uitdaging is. Wellicht nuttig, omdat het Vlaamse OV-bedrijf plannen heeft om honderden dieselbussen te vervangen elektrische bussen.”
Wat zijn de belangrijkste cultuurverschillen waarmee je rekening moet houden bij het zakendoen in Vlaanderen?
“In België wordt er veel meer aandacht besteed aan het opbouwen van een persoonlijke relatie. Ondernemers moeten hier dan ook niet naartoe komen voor de quick wins. Wees bereid om voor langetermijn zakenrelaties te gaan.”
Dit artikel verscheen eerder in GLOBE Magazine.
Lees ook de interviews over ondernemen in Duitsland, Polen en Zuid-Afrika.