Amsterdamse circulaire woonwijk dient als succesvoorbeeld voor het buitenland
Ministeries
Een drijvende woonwijk waar bewoners gezamenlijk de energievoorziening en afvalwaterzuivering regelen? Het kan in Amsterdam! Ook in het buitenland wekt de circulaire wijk Schoonschip veel interesse, merkt Marthijn Pool van architectenbureau Space&Matter: ‘Veel landen zijn klaar om te investeren in duurzaamheid en innovatie.’
Ondernemen in het buitenland is niet altijd makkelijk, zeker niet als je graag buiten de gebaande paden treedt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteunt ondernemers met internationale ambities en helpt deuren te openen, bijvoorbeeld via handelsmissies. Het architectenbureau Space&Matter nam vorig jaar deel aan een handelsmissie naar Californië, waar hun drijvende woonwijk goed in de smaak viel.
Schoonschip
In Amsterdam Noord ontwierpen de architecten, samen met de toekomstige bewoners, een circulaire woonwijk op het water. De wijk Schoonschip is volledig ingericht om duurzaam te leven. De bewoners delen elektrische auto’s en bakfietsen en hebben een gezamenlijk systeem voor waterzuivering en elektriciteit.
Iedere woning is uitgerust met zonnepanelen en een eigen batterij. Via een netwerk zijn alle zonnepanelen en batterijen aan elkaar verbonden, zodat de bewoners energie met elkaar kunnen delen. ‘Stel mijn batterij is vol, dan wordt de stroom die mijn zonnepaneel opwekt, gebruikt om de batterij van mijn buurman op te laden. En andersom: is mijn batterij leeg, dan krijg ik stroom van mijn buurman,’ legt Marthijn uit.
De bewoners zijn hierdoor bewuster bezig met hun energiegebruik, merkt Marthijn. ‘Als je weet hoeveel energie je produceert, weet je ook wat je kan gebruiken. In de wintermaanden wordt er minder elektriciteit gewonnen, dus dan ga je er samen zuiniger mee om.’
Gemeenschapsgevoel
Dat buren het goed met elkaar kunnen vinden is een belangrijke voorwaarde voor het succes van de wijk, lacht Marthijn. De toekomstige bewoners werden daarom al vroeg in het ontwerpproces betrokken. ‘Aan het begin van een nieuw project werken aan de visuele vormgeving, maar tegelijkertijd ook aan het gemeenschapsgevoel. Het ontwerp en de gebruikers maken samen het succes.’
De manier van leven die de architecten voorstellen is volgens Marthijn helemaal niet zo vooruitstrevend. ‘Kijk maar eens naar een wijk van 75 jaar geleden, toen leefden we ook veel meer samen, net als in een dorp met een sterk gemeenschapsgevoel.’
Space&Matter wil deze betrokkenheid ook terugbrengen in de stad. ‘Een van onze nieuwe projecten, Urban Tree Village, is een vertaling van deze behoefte om samen te leven.’ De Urban Tree Village is gebaseerd op dezelfde principes als Schoonschip, maar heeft veel meer bewoners. In de hoge woontoren wordt ook zelf energie opgewekt en wordt organisch afval omgezet in energie en grondstoffen die gebruikt kunnen worden voorkleinschalige voedselproductie. ‘In de toekomst zien wij een samenleving, waar we als gemeenschappen samen zelfvoorzienend en duurzaam leven. Urban Tree Village en Schoonschip bewijzen dat dit heel goed mogelijk is.’
Kansen in Californië
Internationaal kreeg de drijvende circulaire wijk Schoonschip veel aandacht, zo ook in Californië. Een succesvolle handelsmissie zorgde dat Space&Matter daar voet aan de grond kreeg. ‘In Californië spraken we veel interessante investeerders, projectontwikkelaars en grondeigenaren. Ze zeiden tegen ons: wat jullie in Amsterdam hebben gedaan en bewezen, willen wij hier grootschalig toepassen’, vertelt Marthijn.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) helpt Space&Matter bij de volgende stappen in Californië. Het architectenbureau neemt deel aan het Partners for International Business programma van de RVO, dat door het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gefinancierd. Samen met een cluster van tien bedrijven, waaronder Space&Matter, ontwikkelt de RVO een meerjarig actieplan om de Nederlandse circulaire bouwsector zo goed mogelijk in Californië op de kaart te zetten.
Nieuwe contacten
Space&Matter werkt ook aan andere internationale ontwerpen. Zo bouwen ze een nieuwe duurzame wijk in Finland en kijken ze naar drijvende woonwijken in Denemarken en New York, vertelt Marthijn. ‘Veel landen zijn klaar om te investeren in duurzaamheid en innovatie.’
Toch komen er ook uitdagingen kijken bij ondernemen in het buitenland. Een nieuw project opstarten is extra kostbaar, vertelt Marthijn. ‘Je werkt toch zo een half jaar aan een project, voordat je het echt binnenhaalt.’ Oude wetten en regels zitten de ontwerpers ook vaak in de weg. Marthijn: ‘We kunnen niet vasthouden aan wetten en regels van vijftig jaar geleden, als we vandaag willen bouwen aan de toekomst van morgen.’
Goed contact met de lokale overheden is daarom heel belangrijk. Handelmissies kunnen de architecten daarbij helpen, ziet Marthijn. ‘Met onze projecten blijven we meestal niet binnen de gebaande paden. We werken daarom juist graag samen met gemeentes en overheden die de vergunningen afgeven en de regels maken. Deze partners zoeken we ook in het buitenland.’
Urban delta’s
Internationaal liggen er genoeg kansen voor de ontwerpen van Space&Matter, denkt Marthijn. ‘Veel grote wereldsteden zijn urban delta’s: stedelijke gebieden, waar land en water elkaar ontmoeten. Deze steden krijgen vaak met dezelfde problemen te maken: de stijgende zeespiegel, een woningtekort en klimaatverandering. Er is water in overvloed, maar op het water zelf gebeurt vaak nog heel weinig. Dat biedt veel kansen!’