Feministisch buitenlandbeleid: wat, waarom en hoe?

Ministeries

Nederland wil ongelijkheid verkleinen en streeft naar gelijkheid van mannen en vrouwen en LHBTIQ+ personen overal ter wereld. Daarom werkt het ministerie van Buitenlandse Zaken aan feministisch buitenlandbeleid. Wat is dat? Waarom is het belangrijk? En hoe gaat Nederland ermee aan de slag? We leggen het uit.

Vergroot afbeelding Regenboogtrap AVVN
Beeld: ©Richard Koek
Regenboogtrap voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN).

Gelijkheid: een beginsel van de Nederlandse grondwet

Gelijkheid staat aan de basis van de Nederlandse grondwet. Artikel 1: iedereen die zich in Nederland bevindt, moet in gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Toch zijn in Nederland, en overal ter wereld nog grote stappen nodig om universele gelijkwaardigheid te bereiken – zeker voor vrouwen en meisjes. Wereldwijd is er sprake van structurele genderongelijkheid. Dat geldt vaak nog sterker voor minderheden, zoals LHBTIQ+ personen. Daarom maakt het kabinet plannen en afspraken om deze ongelijkheid te benoemen en te adresseren: een feministisch buitenlandbeleid.

Wat is feministisch buitenlandbeleid?

Met de keuze voor een feministisch buitenlandbeleid komen gelijke rechten en gelijkwaardigheid centraal te staan binnen alle onderdelen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Nederland sluit zich hiermee aan bij een groep koplopers van landen die zich internationaal hard maken voor gendergelijkheid zoals Duitsland, Spanje, Frankrijk, Luxemburg, Canada, Mexico en Chili.

Als meer mensen gelijke kansen krijgen, dan draagt dat bij aan een veilige, stabiele en welvarende wereld.

Feministisch buitenlandbeleid staat voor het beschermen van mensenrechten en het bevorderen van betekenisvolle deelname van vrouwen en LHBTIQ+ personen aan besluitvorming. Het feministisch buitenlandbeleid richt zich op rights, representation, resources en reality check:

  • vrouwen moeten zich overal ter wereld kunnen beroepen op hun universele rechten en zich gevrijwaard weten van geweld (rights);
  • zij moeten vertegenwoordigd zijn en deelnemen aan politieke beslissingen (representation);
  • er moeten voldoende middelen beschikbaar zijn om die doelen te realiseren (resources);
  • omstandigheden wereldwijd verschillen en niet iedere benadering is overal even effectief. Daarom moet de realisering van deze beleidsdoelen altijd een invulling krijgen die in de lokale context past (reality check).

Waarom is feministisch buitenlandbeleid nodig?

Vrouwen maken de helft uit van de wereldbevolking. Toch zijn zij bijna nergens gelijk vertegenwoordigd op plekken waar beslissingen worden genomen over hun levens (zoals in de politiek of in besturen).

1,2 miljard vrouwen wonen in landen waar het recht op veilige abortus niet gegarandeerd is. Zorgtaken en ander onbetaald (huishoudelijk) werk komen overal ter wereld oneerlijk zwaar op de schouders van vrouwen terecht, waardoor zij een structurele achterstelling ervaren op de arbeidsmarkt. In ramp- en conflictgebieden zijn vrouwen disproportioneel vaak slachtoffer van seksueel geweld. Ook worden vrouwen te weinig betrokken bij het oplossen van conflicten. En dat terwijl uit onderzoek blijkt: wanneer vrouwen worden betrokken bij vredesonderhandelingen is de kans 20% groter dat een vredesakkoord langer dan twee jaar standhoudt, en zelfs 35% groter dat een akkoord meer dan vijftien jaar overeind blijft.

Zolang de rechten van vrouwen en meisjes onzeker zijn, blijven zij kwetsbaar voor discriminatie, ook financieel en juridisch: denk aan ongelijke toegang tot bezit, land, erfenissen, kredieten en toegang tot onderwijs. Dit schendt de rechten van vrouwen en meisjes, en maakt hen kwetsbaar voor armoede, afhankelijkheid en geweld.

Meer dan genoeg redenen om in het Nederlandse buitenlandbeleid sterker in te zetten op gelijkheid, gelijke behandeling gelijke kansen om in de politiek en samenleving deel te nemen. Zo draagt het ook bij aan het verminderen van armoede, economische ongelijkheid, extremisme en conflicten.

Lees meer over de toegevoegde waarde van feministisch buitenlandbeleid voor Nederland in de brief aan de Eerste Kamer van 13 mei en het onderzoeksrapport van Ecorys.

Wat doet Nederland?

Het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid staat al lange tijd centraal in het Nederlandse buitenlandbeleid. De afgelopen jaren gaf Buitenlandse Zaken veel aandacht aan betekenisvolle deelname van vrouwen en de effecten die beleid op vrouwen heeft. Bijvoorbeeld bij subsidieaanvragen, in diplomatie en tijdens onderhandelingen binnen de Europese Unie (EU) en andere internationale instellingen. Ook zet Nederland zich in voor het bevorderen van vrouwenrechten, gendergelijkheid, seksuele rechten en reproductieve gezondheid. Bijvoorbeeld door activiteiten en programma’s te financieren.

Met een budget van € 510 miljoen (2021-2025) is het Nederlandse SDG5-fonds één van de grootste fondsen voor vrouwenrechten en gendergelijkheid ter wereld. Middelen hieruit worden onder meer gebruikt om de participatie van vrouwen te bevorderen in politieke besluitvorming, vredesprocessen en wederopbouw. Ook vrouwelijk ondernemerschap, vrouwenrechtenorganisaties en mensenrechtenverdedigers worden vanuit dit fonds gestimuleerd, onder andere met directe financieringen aan vrouwen(rechten)organisaties.

De afgelopen maanden heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken het feministisch buitenlandbeleid al op verschillende manieren in de praktijk gebracht, in Nederland en in het buitenland. Zo was seksueel geweld tijdens conflicten een belangrijk thema op de Ukraine Accountability Conference in Den Haag. Ook sprak Nederland zich uit tegen homofobie en discriminatie in Slowakije na de moord op twee LHBTIQ+ personen, en steunt het Europese sancties als reactie op het grootschalige geweld tegen vrouwen in Iran.

Wat gaat Nederland nog meer doen?

In een brief aan de Tweede Kamer deelden minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) de plannen om het feministisch buitenlandbeleid te verbeteren en verder uit te breiden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil onder andere:

  • gelijkheid en gelijkwaardigheid vaker op de agenda zetten in gesprekken met andere landen.
  • genderanalyses een standaard onderdeel maken van strategie- en beleidsvorming.
  • bij subsidie-uitgaven, of het vormen en uitvoeren van beleid vaker de vraag stellen: wat betekent dit voor vrouwen en meisjes, LHBTIQ+ personen en minderheden?
  • in beleids- en besluitvormingsprocessen (lokale) maatschappelijke (vrouwen)organisaties en deskundigen betekenisvol betrekken en consulteren.
  • beleid ook tussentijds evalueren op de impact voor vrouwen en LHBTIQ+ personen en bijsturen als dat nodig is.
  • en, omdat alles wat je uitdraagt thuis begint, zal het ministerie ook kritisch naar de eigen organisatie blijven kijken. De capaciteit hiervoor wordt versterkt door middel van training en kennisontwikkeling.

Lees meer over de stand van zaken, de plannen en doelen op het gebied van feministisch buitenlandbeleid in de Kamerbrief van 8 november. In het komende jaar zal het beleid in meer detail worden uitgewerkt. Hiervoor wordt input opgehaald uit brede consultatiesessies.

Conferentie in 2023

In 2023 organiseerde Nederland de internationale conferentie Shaping Feminist Foreign Policy. Om bij te dragen aan het verbreden van kennis en het bevorderen van het gesprek.