Jonge ondernemers en fruitbomen verduurzamen de cacaosector in Ghana
Ministeries
Chocolade behoort tot een van de meest populaire producten ter wereld. Ook in Nederland zijn we er gek op. Maar hoe duurzaam is de productie van chocolade eigenlijk? Als grootste cacaobonenimporteur ter wereld zet Nederland zich in voor een duurzame en eerlijke cacaosector.
Nederland is verantwoordelijk voor bijna een kwart van de wereldwijde cacaoboon import en is daarmee de grootste importeur van cacaobonen ter wereld. Veel cacao wordt in Nederland verwerkt en daarna geëxporteerd naar andere landen. Bijna alle door Nederland geïmporteerde cacaobonen komen uit West-Afrika. Voor veel Afrikaanse landen is cacao een belangrijke inkomstenbron, maar de productie heeft ook een keerzijde. Boeren krijgen vaak weinig betaald en veel kinderen helpen mee op de plantages. Ook vindt er ontbossing plaats door de grote vraag naar cacao.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken ondertekende het Dutch Initiative on Sustainable Cocoa (DISCO), deze publiek-private samenwerking tussen overheid, chocoladeproducenten, supermarkten en goede doelenorganisaties moet er uiteindelijk voor zorgen dat cacaoboeren een leefbaar inkomen krijgen, dat ontbossing voor de productie van cacao stopt en er voldoende maatregelen zijn genomen om kinderarbeid te verbannen.
In cacaoproducerende landen, zoals Ghana en Ivoorkust, zetten de ambassades zich ook op lokaal niveau in voor de productie van duurzame cacao. Abdul Rahaman Abdulai van de ambassade in Accra geeft antwoord op vragen over de cacaosector in Ghana.
Waarom is het belangrijk dat Nederland zich inzet voor een duurzame cacaosector in Ghana?
‘Ghana exporteert meer dan 80% van zijn cacaobonen naar Nederland. Als grootste importeur van Ghanese cacao is het belangrijk dat Nederland zich inzet voor een cacaosector met respect voor de natuur, goede leefomstandigheden voor de lokale boeren en vrij van kinderarbeid. Een duurzame cacaosector in Ghana betekent ook dat Nederland cacao kan blijven importeren bij de op één na grootste cacaoproducent ter wereld.’
Welke rol speelt de ambassade in Ghana?
‘De ambassade is een belangrijke schakel tussen de lokale partners, overheden en het ministerie in Den Haag. De relatie tussen Nederland en Ghana verschuift steeds meer van hulp naar handel. Dit betekent dat we lokale projecten financieren, maar ook adviseren over de opzet en uitvoering van deze projecten. Hierbij richten we ons bijvoorbeeld op ondernemerschap en werkgelegenheid, trainingen en advies, hulp bij financiering, bescherming van de natuur en betere leefomstandigheden voor de cacaoboeren.
De ambassade heeft een groot netwerk. We delen informatie en kennis met partners en lokale overheden en nemen informatie van de uitvoerende partners mee als we spreken op nationaal level. Daarnaast adviseren we onze collega’s in Den Haag over de laatste ontwikkelingen in de cacaosector.’
De ambassade steunt bijvoorbeeld projecten die inzetten op Agroforestry. Hoe passen cacaoboeren in Ghana dit toe?
‘Bij Agroforestry wordt landbouw gecombineerd met de kweek van bomen. We stimuleren boeren om bijvoorbeeld fruitbomen op hetzelfde perceel als cacao te kweken. De bomen bieden bescherming en schaduw voor jonge cacaoplanten. En bovendien is het fruit een extra inkomstenbron voor de boeren.
Er ontstaat zo ook een beter microklimaat, waardoor er minder bemestings- en bestrijdingsmiddelen nodig zijn en de grond minder snel uitgeput raakt. Boeren kunnen zo langer gebruik maken van hetzelfde stuk grond. We hopen dat boeren zo zien dat het niet langer nodig is om de cacaobomen te kappen, maar dat het juist meer oplevert om de bomen te laten staan.’
Zijn er andere manieren waarop cacaoboeren hun productie kunnen verhogen?
‘De oogst is een belangrijk onderdeel van het salaris van de boer: hoe meer de oogst opbrengt, hoe meer cacao de boer kan verkopen. In Ghana brengt één hectare grond gemiddeld 400 kg cacao op. Maar we zien dat boeren tot wel twee keer zoveel cacao kunnen oogsten door anders met hun land om te gaan. We begeleiden boeren daarom bij de keuze voor bemestings- en bestrijdingsmiddelen. En adviseren wanneer zij het beste kunnen sproeien en kunnen oogsten.’
Samen met de ngo Solidaridad heeft de ambassade servicecentra op het platteland geïntroduceerd. Hoe helpt dit cacaoboeren?
‘Het idee achter de servicecentra is dat jonge ondernemers gestimuleerd worden om zelf een lokaal dienstverleningscentrum op te zetten. Deze servicecentra dienen als een alles-in-één winkel voor cacaoboeren. Boeren kunnen hier terecht voor arbeidskrachten, advies en hulp bij het opknappen van oude plantages of de opzet van een nieuwe plantage.
Ook zijn de medewerkers van de servicecentra getraind om de plantage op de beste manier te onderhouden. Zo kunnen boeren meer oogsten uit hun land, zonder hun land te hoeven uitbreiden. We zien dat boeren daardoor minder geneigd zijn om hun plantage naar beschermde gebieden uit te breiden.’
Wat doet de ambassade om kinderarbeid tegen te gaan?
‘Wij financieren projecten die inzetten op het verbannen van kinderarbeid. We zien bijvoorbeeld dat kinderarbeid afneemt door de introductie van deze lokale servicecentra. In Ghana wonen veel cacaoboeren niet in een gemeenschap, maar met hun familie op de plantage. Hierdoor kan de boer zijn werk vaak niet laten liggen om zijn kinderen naar school te brengen. Kinderen blijven hierdoor vaak op de plantage en werken mee op het land.
De lokale servicecentra maken mogelijk om gemakkelijk en betaalbaar extra hulp in te huren op de plantage. Hierdoor zien we dat boeren minder geneigd zijn om hun kinderen op de plantage te laten werken.’
Lees ook: ‘Op naar een duurzame cacaosector’Een leefbaar inkomen voor cacaoboeren en een einde aan kinderarbeid en ontbossing. Op Internationale Chocoladedag spreekt minister Tom de Bruijn in Brussel met de Ivoriaanse ambassadeur Abou Dosso en stakeholders over verduurzaming van de cacaosector. |