Duurzaam T-shirt: van katoenplukker tot klant

Ministeries

Hoe kan een goedkoop T-shirt nu duurzaam zijn? Kledingbedrijf Zeeman denkt na over elke stap in het proces en wil daarover transparant zijn. Zo staat er in het kledinglabel geen ‘made in China’, maar een link naar het productieland. Een interview met Arnoud van Vliet, duurzaamheidsmanager bij het familiebedrijf.    

Vergroot afbeelding Zeeman
Beeld: ©Zeeman

Eerlijke en duurzame productie van kleding, juist in lage lonenlanden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil ervoor zorgen dat Nederlandse kledingbedrijven zich daar in het buitenland voor inzetten. Een van de bedrijven die zijn verantwoordelijkheid neemt, is Zeeman. Waar in 2016 slechts 5 procent van al het katoen in Zeemanwinkels op duurzame wijze was geproduceerd, lag dat percentage in 2020 al op 42 procent.

2 Procent betrof zelfs gerecycled katoen. Dat is een wat grover katoen gemaakt van reststukken, zoals snij-afval en garen dat anders op de afvalberg belandt. Ideaal voor bijvoorbeeld sokken. We leggen de lat steeds hoger’, vertelt Arnoud van Vliet, de manager CSR en kwaliteit die al eerder vertelde over de ambities van Zeeman. ‘We willen duurzame materialen die beter zijn voor boer, mens en natuur.’ Mooi voornemen, maar hoe gaat dit samen met lage prijzen?

Transport per boot

‘Goedkoop moet wel slecht zijn, is soms de redenatie. Bedenk dat het andersom ook niet per se waar is: een duur kledingstuk garandeert niet dat het product duurzaam is geproduceerd’, zegt Arnoud. Duurzaamheid zit volgens Arnoud in basale dingen. ‘Onze focus ligt op basis-textiel: kleding die niet gevoelig is voor modetrends, zoals witte T-shirts.’ Dat geeft minder druk op de toeleveringsketen.

Er is geen haast, daarom kan Zeeman T-shirts per containerschip naar Nederland vervoeren. Na een maand varen gaan de shirts in de haven van Rotterdam niet op een vrachtwagen, maar op de binnenvaart naar het distributiecentrum in Alphen aan de Rijn. Dat duurt langer, maar is goedkoper.

Vergroot afbeelding T-shirt
Beeld: ©Zeeman

Basis T-shirts verkopen altijd

Basis kledingstukken kun je altijd verkopen, want iedereen heeft ze op een gegeven moment wel nodig. ‘Zeeman kan een vaste lage prijs hanteren omdat we elk T-shirt verkopen en dus niet met voorraad blijven zitten. In tegenstelling tot modemerken die fashion verkopen. Vaak verhogen zij de prijs iets, omdat ze er rekening mee houden dat een deel via de uitverkoop wordt verkocht.’ Wat de prijs verder laag houdt, is het feit dat Zeeman leveranciers direct na verscheping betaalt en niet pas maanden later. Op die manier hoeft Zeeman geen rente-opslag te betalen.

Verder kiest Zeeman voor een eenvoudig ontwerp – dat scheelt in maakkosten. Ook vind je bij Zeeman geen hippe winkelinrichting of dure verpakkingen; T-shirts liggen gewoon los in de bak. Op het hoofdkantoor werkt een team van slechts 9 inkopers. Naast deze slimme bedrijfsvoering die de prijs laag houdt, probeert het familiebedrijf op andere manieren te werken aan duurzaamheid.

Vergroot afbeelding Slimme bedrijfsvoering
Beeld: ©Zeeman

Duurzame kleding en textiel

Zo heeft Zeeman zich gecommitteerd aan het IMVO Convenant Duurzame Kleding en Textiel, een initiatief waar ook Buitenlandse Zaken partij van is; het ministerie zit bijvoorbeeld in de stuurgroep. Arnoud: ‘Dat helpt ontzettend. We kunnen vragen stellen aan een accountmanager en workshops volgen over het implementeren van OESO-richtlijnen om mensenrechtenschendingen zoals uitbuiting en milieuschade te voorkomen.’

Verder is Zeeman de eerste Nederlandse discounter die zich heeft aangesloten bij Fair Wear Foundation. Deze organisatie zet zich in – met steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken - voor betere arbeidsomstandigheden in de fabrieken, zoals een leefbaar loon. ‘Alleen een leefbaar loon is niet genoeg’, zegt Arnoud. ‘Het gaat ook om andere aspecten als het ontvangen van een arbeidscontract, compensatie van overuren, gelijke behandeling van vrouwen en een goede regeling bij zwangerschap.’

In fabrieken waar Zeeman T-shirts laat maken, hangen posters met informatie over arbeidsrechten en de klachtenlijn. Arbeiders kunnen anoniem een klacht indienen bij Fear Wear als zij vinden dat hun rechten worden geschonden. Fair Wear en Zeeman werken samen aan het oplossen van deze klachten en Fair Wear rapporteert hier publiekelijk over. Arnoud: ‘Het is dubbel: ik hoop natuurlijk dat ik er geen problemen zijn die tot klachten kunnen leiden, maar de textielsector kent nog vele uitdagingen. Openheid is nodig om de arbeidsomstandigheden te verbeteren.’

Labels met link naar productieland

Zeeman heeft zicht op de fabrieken waar hun kleding wordt gemaakt. Maar het bedrijf wil ook dieper in de keten controle hebben en bracht daarom ook de toeleveringsketen in kaart. Dat is een hele klus, want Zeeman heeft niet direct contact met katoentelers in Turkije, India, de Verenigde Staten en China. Er zitten nog een aantal partijen tussen: leveranciers kopen katoen bij spinnerijen, die het katoen weer kopen bij hun toeleveranciers. Zeeman noemt alle namen van fabrikanten en toeleveranciers op de website en in het jaarverslag.

Consumenten kunnen in het waslabel van hun T-shirt kijken. In plaats van  ‘made in China’ staat hier een link naar meer informatie over het desbetreffende productieland: zeeman.com/china. Per regio maken we inzichtelijk waar producten vandaan komen en hoe de situatie daar is.

Risico's van transparantie

Aan transparantie kleven ook risico’s: negatieve publiciteit. In mei 2021 bleek uit onderzoek van SOMO en Arisa dat meerdere Nederlandse kledingmerken zakendoen met Indiase spinnerijen waar gedwongen arbeid voorkomt. In dat onderzoek werd Zeeman ook genoemd – het is immers een van de weinige kledingmerken die transparant is. Door een tussenpersoon is katoen ingekocht voor een van de Indiase leveranciers die voor Zeeman produceert. Arnoud: ‘Samen met het textielconvenant, ETI en Fairwear zijn we de dialoog aangegaan, helaas bleek de betreffende spinnerij niet bereid om met ons in gesprek te gaan. Na herhaaldelijke pogingen hebben we in juli 2020 de samenwerking moeten stopzetten.’