Game changers: door sport meer mogelijkheden voor mensen met een beperking
Ministeries
Vergroten van de mogelijkheden van mensen met een beperking, door sport. Dat beoogt sportkoepel NOC*NSF in samenwerking met de Nederlandse ambassade in Tokio te bereiken met het Game Changer project. Hierin werken ze samen met de Japan Sports Council en drie lokale overheden uit Tokio. Doel: door sport gehandicapten meer laten deelnemen aan de samenleving. ‘In Nederland sporten mensen met en zonder beperking samen. Dat is in Japan ongekend.’
De toegankelijkheid van gebouwen, van het openbaar vervoer of van sportaccommodaties is in Japan van een hoog niveau. Maar de integratie van mensen met een beperking in de Japanse samenleving loopt achter, als je het door een Nederlandse bril bekijkt. Mensen met een beperking en ook hun families durven niet makkelijk naar buiten te treden. De Japanse samenleving weet zich vaak geen raad in de omgang met mensen met een beperking. ‘Het idee ontstond dat Nederland hierin Japan kan inspireren’, zegt Herbert Wolff, hoofd internationale zaken bij sportkoepel NOC*NSF.
Zelfvertrouwen en integratie
Sport is bij uitstek een middel om het zelfvertrouwen van mensen met een beperking een boost te geven, hun integratie in de samenleving te vereenvoudigen en het contact tussen mensen met en zonder een beperking te versterken en verstevigen. Nederland is daar een voorbeeld van, zegt Wolff. ‘Nederlandse sporters met en zonder beperking trainen bijvoorbeeld samen. Dat is in Japan ongekend. Daar vinden ze aparte groepen voor sporters met en zonder beperking een manier om rekening te houden met gehandicapten.’
Het verschil tussen Nederland en Japan op het gebied van sport en gehandicapten uit zich ook in allerlei wet- en regelgeving. Zo moet een gemeente in Japan bijvoorbeeld een extra verzekering afsluiten voor een sportzaal als mensen met een beperking daar gaan sporten.
‘In Japan zien ze vooral wat mensen met een beperking níet kunnen’, zegt Wolff. ‘En dat ze daar rekening mee moeten houden. Samen sporten met mensen zonder beperking is om die reden lastig, want de gehandicapte sporters kunnen zich dan blesseren, is de gedachte. In Nederland denken we veel meer in mogelijkheden: wat kan iemand met een beperking wél en wat is er nodig zodat we samen kunnen sporten? Die gedachte is heel Nederlands. Ook ouderen en jongeren sporten hier samen.’
Uitwisseling
Voor NOC*NSF is het, na Rio de Janeiro, het tweede maatschappelijke project waarmee de sportkoepel iets wil achterlaten in het gastland van de Olympische en Paralympische Spelen. In Rio was het sporten met de jongeren in de favela’s, de sloppenwijken van de stad, een groot succes. Wolff nam in 2016 al contact op met de ambassade in Tokio om de tweede editie op te zetten.
Net na de Spelen in Brazilië, 2017, tekenden de sportkoepel en de Japanse partners een samenwerkingsovereenkomst in de residentie van de Nederlandse ambassadeur. Sindsdien zijn Nederlandse sporters met een beperking en Nederlandse experts op het gebied van gehandicaptensport regelmatig in Japan geweest. Door de coronapandemie zijn deze uitwisselingsbezoeken de laatste anderhalf jaar online gehouden. Ook bezochten delegaties uit Japan de sportfaciliteiten in Nederland. ‘Informeren en inspireren’ over sporten voor mensen met een beperking is het doel.
(tekst gaat verder onder de afbeelding)
Taal- en culturele barrière
De ambassade is op verschillende manieren betrokken: helpen bij het contact tussen de partijen – er moest regelmatig niet alleen een taalbarrière worden geslecht maar ook een culturele – en het organiseren van bijeenkomsten, zoals het online seminar op 19 augustus (link).
Nederlandse topsporters bezochten in Tokio sportfaciliteiten en scholen voor kinderen met een beperking. Wolff kan zich het eerste bezoek aan de Japanse hoofdstad nog goed herinneren. Kelly van Zon, de tafeltennisster die twee keer goud won op de Paralympische Spelen en in Tokio weer van de partij is, bezocht daarbij een school voor kinderen met een beperking. Van Zon speelde een wedstrijdje met de directeur van de school, een verdienstelijk tafeltennisser zonder beperking.
‘Kelly won van hem en dat maakte duidelijk veel indruk op de kinderen’, zegt Wolff. ‘Dat je ook met een beperking heel goed kan worden in sport, een winnaar kan zijn en niet onderdoet voor iemand zonder beperking, hadden ze zich niet gerealiseerd.’
Kansen en contacten
NOC*NSF kijkt ondertussen al naar de Spelen van Parijs in 2024 voor het volgende project. Wolff: ‘We willen dan ook graag het Nederlandse bedrijfsleven betrekken. Deze projecten zijn ontstaan uit een sociaal gevoel, maar ze bieden ook kansen. De ambassade in Tokio vertelde me dat door het Game Changer project er deuren voor hen zijn geopend en contacten zijn gelegd die anders ondenkbaar waren. Wat goed werkt is het langdurige commitment. Tot nu toe zijn er acht uitwisselingen op locatie geweest en in tijden van corona maandelijkse online-workshops. Door die lange periode en het vele contact kan er echt iets ontstaan en dat is prachtig om te zien.’
Wat onder meer kon ontstaan in Tokio is een project waarbij mensen met een beperking zich kunnen aanmelden voor sportactiviteiten. ‘In deze zgn. Sport Service Points kijkt men welke sport past bij iemand met een beperking,’ zegt Wolff. Hij is heel blij met deze service points. ‘Japan is geen eenvoudig land om iets tot stand te brengen. Maar als er dan iets staat, is het vaak iets blijvends.’
‘Het Game Changer project is meer dan een ‘project’ – we hopen bij te dragen aan een veranderend bewustzijn ten aanzien van sport voor gehandicapten en daarmee aan een meer inclusieve maatschappij,’ aldus Theo Peters, plaatsvervangend chef de poste in Tokio. ‘We hebben vijf jaar samengewerkt met NOC*NSF en het is mooi om te zien dat er zo’n hecht netwerk in Japan en Nederland is ontstaan. Het voelt als een concrete bijdrage aan de bijdrage van de Spelen en tevens een zinvolle invulling van onze agenda op het gebied van mensenrechten en inclusiviteit.’
Open en vrolijk
Het Game Changer project is verlengd tot maart 2022. Wolff hoopt er het komende half jaar tenminste nog een of twee fysieke uitwisselingen mogelijk zijn. ‘In Tokio willen ze heel graag dat onze Paralympiërs die bij de komende Spelen een medaille hebben gewonnen nog een keer naar Tokio komen. Dat gaan we bekijken.’
Wat heeft het meeste indruk gemaakt op de Japanners tijdens de uitwisselingen? Wolff, na enig nadenken: ‘Ik geloof dat ze het heel bijzonder vonden hoe vrolijk en open de sporters en mensen met een beperking zijn in Nederland. In Japan is gehandicapt zijn iets ernstigs, het is een serieus onderwerp, bijna zwaar.'
'De Nederlandse sportfaciliteiten, geschikt voor mensen met en zonder een beperking, vonden ze indrukwekkend. Ik geloof dat lokale overheden in Japan vinden dat zij al veel hebben bereikt als een sporthal een aangepast toilet heeft. Dat de stoep voor de deur van de sporthal een onneembare barrière kan zijn voor iemand in een rolstoel, ontgaat ze dan.’