Nederlandse consument maakt zich zorgen over kinderarbeid
Ministeries
Twee derde van alle Nederlanders maakt zich in de winkel wel eens zorgen of een product gemaakt is door kinderen, blijkt uit een flitspeiling die het ministerie van Buitenlandse Zaken liet uitvoeren onder ruim 1000 Nederlanders. Wereldwijd gaan 110 miljoen kinderen niet naar school omdat ze moeten werken.
Eén op de vijf ondervraagde Nederlanders maakt zich zelfs regelmatig of altijd zorgen over kinderarbeid bij het kopen van nieuwe producten. 61 Procent denkt na over kinderarbeid bij het kopen van kleding, gevolgd door chocolade (46 procent) en koffie (38 procent). Consumenten letten het minst op kinderarbeid bij de aanschaf van mobiele telefoons (28 procent). Dit blijkt uit het opinieonderzoek dat Motivaction in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken uitvoerde onder ruim 1000 Nederlanders, in aanloop naar de Internationale Dag tegen Kinderarbeid op 12 juni. 2021 is door de Verenigde Naties uitgeroepen als ‘internationaal jaar voor de uitbanning van kinderarbeid. Het streven? Kinderarbeid komt niet meer voor in 2025.
Meer betalen voor kleding
Vrouwen maken zich meer zorgen over kinderarbeid dan mannen. Vrouwen letten er vaker op in de winkel en zijn vaker bereid om meer te betalen voor producten die niet door kinderen zijn gemaakt. Mannen geven vaker aan ‘er niet zo mee bezig te zijn.’ Een ruime meerderheid van de ondervraagde Nederlanders is bereid om meer te betalen voor producten die op een eerlijke manier, zonder kinderarbeid, gemaakt zijn. 70 Procent wil meer betalen voor kleding die zonder kinderarbeid gemaakt is. Bij chocolade is dit 66 procent, bij koffie 63 procent en bij mobiele telefoons 62 procent. Mensen tussen de 19 en 24 jaar zijn bereid om iets meer te betalen, terwijl 65-plussers bereid zijn om veel meer te betalen.
Wie is verantwoordelijk?
Wereldwijd kunnen 110 miljoen kinderen tussen de 5 en 14 jaar niet of nauwelijks naar school omdat ze aan het werk zijn. Meer dan de helft van de ondervraagden (62 procent) geeft aan dat dit meer is dan ze hadden verwacht. Wie is verantwoordelijk voor het uitbannen van kinderarbeid? Nederlanders vinden dat zowel consumenten, bedrijven, overheden als internationale organisaties daarvoor verantwoordelijk zijn. Het zwaartepunt van de verantwoordelijkheid ligt volgens het Nederlands publiek bij de overheden en bedrijven in de landen waar kinderarbeid is. 63 Procent vindt dat internationale organisaties, zoals de VN en de EU, verantwoordelijk zijn. Lees wat het ministerie van BZ bijvoorbeeld doet. Toch vindt ook 41 procent dat consumenten verantwoordelijk zijn voor het uitbannen van kinderarbeid. Lastig daarbij: vaak is niet duidelijk of een product zonder kinderarbeid is gemaakt.
Kinderen weer naar school
Het meest effectieve instrument dat de Nederlandse overheid zou kunnen inzetten, is volgens de ondervraagde Nederlanders het maken van wetten in Europees verband, die bedrijven dwingen om producten op een eerlijke manier te produceren. De meerderheid gelooft ook in het investeren in langlopende lokale projecten om ervoor te zorgen dat kinderen weer naar school gaan. Niels van den Beucken is directeur van Arte, een bedrijf uit Helmond dat granieten keukenbladen verkoopt. Deze ondernemer probeert al jaren samen met lokale partijen kinderarbeid uit te bannen rondom de Indiase steengroeve, door kinderen weer naar school te krijgen.