‘Om de ontwikkelingsdoelen te bereiken moeten we dingen anders gaan doen. Dat biedt ook kansen!’
Ministeries
Maresa Oosterman is directeur van het SDG Charter, een organisatie die partijen bij elkaar brengt die aan de Sustainable Development Goals (SDGs) werken. Deze duurzame ontwikkelingsdoelen moeten een einde maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. Ze gaan over de wereld die we willen in 2030. ‘Wij zijn waarschijnlijk de laatste generatie die dit waar kan maken, en de eerste die de middelen hiervoor heeft.’
‘Inmiddels hebben zo’n 350 Nederlandse organisaties het Charter ondertekend. Een ontzettend gevarieerde groep met bedrijven, NGO’s, kennisinstellingen, gemeentes, filantropen, jongeren en de overheid. In die diversiteit zit de meerwaarde, want om de doelen te bereiken moeten we dingen echt anders gaan doen. Dat lukt vaak het best als je met andere partners werkt. Dan ontstaan nieuwe ideeën.’
Kromme komkommer
‘Neem nu de restaurants die in verschillende Nederlandse steden voedselverspilling tegengaan. Zij gebruiken producten die anders weggegooid zouden worden, zoals een komkommer die te krom is. Wist je dat 30 procent van het voedsel dat wereldwijd wordt gemaakt, nooit ergens in een maag terechtkomt? Enorme verspilling die ook nog ontzettend slecht is voor het milieu. Daar doen zij wat aan door de handen ineen te slaan met een grote supermarktketen. En ze nemen daarnaast mensen aan die moeilijk een baan vinden. Zo kun je door slim samen te werken, een heleboel dingen tegelijk doen.’
Ontwikkeling als rode draad
‘Hiervoor werkte ik onder meer op de ambassade in Rwanda, en van daaruit ook over de grens in Congo en Burundi, landen met een geschiedenis van oorlog. Daar zag ik hoe erg conflict en ontwikkeling met elkaar te maken hebben. Zo zullen mensen zonder vertrouwen in hun toekomst zich eerder aansluiten bij gewapende groeperingen. De programma’s van de ambassade zijn erop gericht dit te doorbreken. En nu zien we dat terug in SDG 16: veiligheid en ontwikkeling gaan hand in hand.’
‘Een van mijn meest indrukwekkende herinneringen was toen we met minister Koenders een werkbezoek brachten aan Burundi. We spraken daar een boerin en weduwe met 9 kinderen. Ze vertelde dat ze dankzij het regionale landbouwprogramma dat Nederland had opgezet weer genoeg van haar land kon halen om haar kinderen naar school te sturen. Ik vond dat zo ontroerend: deze vrouw, getekend door een zwaar leven en zware arbeid, had weer hoop.’
‘Een ander mooi moment was in Ghana, waar we een productielijn tussen lokale fruitboeren en een Nederlandse supermarktketen op gang probeerden te brengen. Ik herinner me dat we de fabriek bezochten. Op een whiteboard hadden ze de Nederlandse bestellingen gezet die op dat moment klaar werden gemaakt om de winkel in te gaan. Tien jaar later ligt het product nog steeds in de Nederlandse schappen. Door die partijen bij elkaar te brengen is het gelukt om al die tijd een inkomen voor de boeren te verzekeren.’
Toekomst
‘Uiteindelijk kunnen ook wij het niet alleen. Als we de duurzame ontwikkelingsdoelen willen behalen, maar consumenten niet anders gaan kopen, kiezers niet anders gaan kiezen en werknemers niet kritisch zijn op werkgevers, dan verandert er niets. Dus het is ontzettend belangrijk dat we er als groep ook in slagen om de grotere groep mee te krijgen.’
‘Wat dat betreft ben ik hoopvol. Op 9 mei ondertekenen 36 hogescholen het Charter. Dat betekent dat honderdduizenden studenten de SDGs mee gaan krijgen in hun lespakket. Fantastisch - en het mooiste: die studenten gaan straks allemaal de maatschappij weer in. Dus dat heeft een geweldige, positieve impact!’