Hoofdstuk 8. Nationale veiligheid
Weerbaarheid tegen dreigingen nationale veiligheid
Het kabinet constateert dat als gevolg van zorgwekkende ontwikkelingen in binnen- en buitenland, dreigingen tegen de nationale veiligheid zich opstapelen en elkaar versterken. Naast de (aanslag)dreiging vanuit gewelddadig extremisme en terrorisme wordt onze democratische rechtsorde bedreigd door de opkomst van het anti-institutioneel extremisme en door criminelen die aanslagen willen plegen tegen instituties van onze democratische rechtsstaat. Mede als gevolg van de Russische agressie tegen Oekraïne en het conflict in het Midden-Oosten, staat onze nationale en internationale veiligheid onder druk. Deze geopolitieke spanningen leiden tot verhoogde militaire en hybride dreigingen: staten voeren cyberaanvallen en fysieke sabotageacties uit, plegen moordaanslagen, en stelen waardevolle kennis en technologie. Ook zijn er diverse staten die bijvoorbeeld door onze politieke besluitvorming of hun diasporagemeenschappen (heimelijk) proberen te beïnvloeden. Daarnaast zijn er binnenlandse ontwikkelingen die de nationale veiligheid bedreigen, zoals openbare orde verstoringen na aanleiding van desinformatie, en criminele ondermijning. Ook kunnen we geconfronteerd worden met (gestapelde) crises zoals pandemieën en natuurrampen of grootschalige (cyber)verstoringen en uitval van vitale processen zoals gezondheidszorg, elektriciteit, drinkwatervoorziening of internet.
Onder deze uitzonderlijke omstandigheden moeten onze samenleving en economie blijven functioneren. Daarom zijn adequate voorbereidingen en versterking van de weerbaarheid van overheid, bedrijven en burgers nodig. Het kabinet gaat hier sterker op inzetten, waarbij de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden koersbepalend blijft.
In het najaar deelt het kabinet haar ambitie om onze weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen versneld te verhogen, en wat er voor nodig is om dit te realiseren. De doorontwikkeling van de huidige aanpak statelijke dreigingen en versterking van crisisbeheersing zijn belangrijke componenten. We zetten in op de continuïteit van de samenleving en economie, en versterking van de krijgsmacht en de civiele ondersteuning daaraan. Onderdelen die we hierin meenemen zijn versterkte civiel-militaire samenwerking, de NAVO-weerbaarheidsdoelen en EU-initiatieven. In deze maatschappijbrede aanpak spelen burgers, bedrijven, organisaties en (mede)overheden een essentiële rol. Samen verhogen we de weerbaarheid door onder andere meer bewustwording, (crisis)oefeningen en de organisatie van een Veiligheidstop.
De weerbaarheid en continuïteit van de vitale infrastructuur en processen wordt verder verhoogd, onder andere door de implementatie van cyber en fysieke Europese wet- en regelgeving. Er wordt gekeken naar de aanleg van strategische voorraden, versterking van de (nood)zorg en er wordt extra ingezet op de bescherming van onderzeese infrastructuur en de havens. Scherper zicht op huidige en toekomstige hybride dreigingen is vereist, zoals bij sabotage, (economische) spionage, desinformatie en ongewenste inmenging. We beschermen de economische veiligheid, kennisveiligheid en strategische autonomie, oonder andere door waar mogelijk risicovolle strategische afhankelijkheden te voorkomen en te verminderen. Hierbij maakt het kabinet gebruik van zowel protect, promote als partnermaatregelen. Als onderdeel van de brede aanpak kennisveiligheid voeren we een wettelijke screeningsplicht voor onderzoekers en masterstudenten in om ongewenste kennis- en technologieoverdracht tegen te gaan. Ook worden signalen over mogelijk ongewenste buitenlandse inmenging richting burgers op een plek samengebracht.
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de NCTV spelen een centrale rol bij de bescherming van de nationale veiligheid. Omdat de onderzoeken van de I&V diensten hierbij essentieel zijn, investeert het kabinet in de AIVD en MIVD. We versterken de I&V diensten door de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 te herzien en investeren hierin. Het gaat hierbij om het efficiënter kunnen inzetten van de huidige bevoegdheden en, indien noodzakelijk, het toevoegen van nieuwe bevoegdheden. Daarbij verkent het kabinet onder andere of de inlichtingen-en veiligheidsdiensten extra bevoegdheden en middelen nodig hebben ter bevordering van de economische veiligheid. Dit alles met oog voor de grondrechten in combinatie met een passend toetsing- en toezichtstelsel dat past bij het dynamisch werkveld.
In het najaar van 2024 wordt interdepartementaal een verkennend onderzoek opgestart naar de taken en bevoegdheden van organisaties zoals de Franse Direction générale de la Sécurité Intérieure (DGSI) om te bezien of een soortgelijke structuur van meerwaarde is voor Nederland.
Het kabinet continueert de signalerende en handhavende taak van de politie op het vlak van nationale veiligheid. We investeren daarom in de aanpak van spionage door politie en OM. En we zetten in op het vergroten van de deskundigheid bij de politie tegen ongewenste buitenlandse inmenging en statelijke en militaire dreigingen.
Crisisbeheersing wordt verder versterkt door implementatie van de Landelijke Agenda Crisisbeheersing. Bestaande Landelijke Crisisplannen worden geactualiseerd in het licht van de veranderende dreigingen en waar nodig worden nieuwe Landelijke Crisisplannen opgesteld, waaronder het Landelijk Crisisplan Militaire Dreigingen. Hierbij wordt intensief samengewerkt met de Veiligheidsregio’s, andere (crisis)partners en (mede-)overheden. We blijven communicatiesysteem C2000 voor de hulpdiensten doorontwikkelen. Daarnaast versterken we onze alertering, noodcommunicatievoorziening richting burgers en informatiesystemen voor de nationale veiligheid, zoals het Galileo-satellietnavigatiesysteem. Tot slot wordt ingezet op versterking van crisisbeheersing en paraatheid op EU-niveau.
Risicocommunicatie richting de samenleving wordt versterkt. Samen met maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en veiligheidsregio’s verhogen we zelfredzaamheid en bewustwording over dreigingen, bijvoorbeeld bij langdurige uitval van stroom. In 2025 start een landelijke informatiecampagne.
Contraterrorisme
Terrorismebestrijding
Terrorisme en gewelddadig extremisme vormen een constante dreiging voor onze democratische rechtsstaat en nationale veiligheid. Niet voor niks is het dreigingsniveau eind 2023 verhoogd naar het één na hoogste niveau. De afgelopen jaren zagen we de terroristische dreigingen toenemen en veranderen. Dit komt door de toenemende jihadistische dreiging, de aanzwengelende en mobiliserende impact van het online domein en door de ontwikkelingen binnen nieuwere vormen van gewelddadig extremisme, zoals rechtsextremisme en anti-institutioneel extremisme
Het kabinet komt met een plan van aanpak om de straffen voor terroristische misdrijven te verzwaren. Ook wordt de uitbreiding van de strafbaarheid van deelname aan een terroristische organisatie uitgewerkt. Daarnaast is het kabinet voornemens het openlijk steun betuigen aan een terroristische organisatie en het verheerlijken van terrorisme strafbaar te stellen met een hoog strafmaximum. Wetgeving daartoe zal worden voorbereid. Het wetsvoorstel dat het strafmaximum voor deelname aan een terroristische organisatie verhoogt van 15 naar 20 jaar gevangenisstraf ligt ter behandeling in de Tweede Kamer.
Het kabinet onderzoekt daarbij de mogelijkheden tot uitbreiding van het intrekken van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven naar andere ernstige misdrijven waarvoor het Europees Verdrag inzake Nationaliteit (EVN) dit toelaat. In hoofdstuk 2 ‘Grip op asiel en migratie’ wordt hier nader op ingegaan. De (nationale) veiligheidsaspecten vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie en Veiligheid.
Ongewenste (buitenlandse) financiering
Het kabinet gaat onwenselijke beïnvloeding vanuit het buitenland tegen met een slim verbod op ongewenste buitenlandse financiering van onder meer Nederlandse verenigingen, stichtingen, kerkgenootschappen of informele organisaties. Het wetsvoorstel transparantie maatschappelijke organisaties is hierop gericht. Buitenlandse donaties aan maatschappelijke organisaties kunnen inzichtelijk worden gemaakt, het risico op witwassen wordt verkleind en waar sprake zou zijn van terrorismefinanciering wordt dit onderzocht en aangepakt. Internationale en Europese samenwerking is hierbij essentieel. Organisaties die nauw verbonden zijn met organisaties die elders in de EU verboden zijn wegens een link met terroristische groeperingen hebben geen plek in onze samenleving. Binnen de EU worden in in het vierde kwartaal van 2024 best practices en informatie opgehaald om dergelijke organisaties tegen te gaan. Ook kijken we naar de rol die de EU hierin kan spelen. Aan de hand daarvan wordt onderzocht of aanvullende wetgeving nodig is om de genoemde organisaties binnen onze grondwettelijke kaders te verbieden.
Bewaken & beveiligen
Personen en functionarissen, zoals politici, journalisten, officieren van justitie en rechters krijgen vanwege hun werk te maken met bedreigingen, intimidatie of nog erger. Onze vrije samenleving staat hierdoor onder druk. Het kabinet zet daarom met betrokken stelselpartners het ingezette versterkingstraject om het stelsel bewaken & beveiligen toekomstbestendig te maken en fundamenteel te vernieuwen tot het stelsel beveiligen van personen onverminderd voort. Het streven is om het nieuwe stelsel aan het einde van 2024 grotendeels te hebben staan binnen de huidige juridische kaders en vervolgens in de loop van 2025 zo goed als mogelijk te werken volgens de principes van het nieuwe stelsel. Gezien het belang dat het kabinet hecht aan het vernieuwde stelsel bewaken beveiligen is besloten dit als generaal dossier te behandelen.
Digitale weerbaarheid: Cybersecurity & cybercrime
In onze digitale samenleving heeft uitval of verstoring direct impact op ons welzijn, onze welvaart en vertrouwen in instanties. De digitale dreiging voor Nederland is onverminderd groot. Statelijke actoren voeren cyberaanvallen uit en zetten economische middelen in om politieke, economische en militaire doelen te bereiken. Wereldwijd opererende criminelen verdienen grof geld aan cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit met grote schade voor organisaties, burgers en de samenleving als gevolg.
Het kabinet werkt daarom aan een digitaal weerbare en veilige samenleving. Door de inzet van digitale, economische, diplomatieke en juridische instrumenten, en met oog voor de geopolitieke context, wordt onze digitale veiligheid gewaarborgd, waar mogelijk in EU- en/of NAVO verband. Het kabinet houdt hierbij vast aan de Nederlandse Cybersecuritystrategie 2022-2028 en breidt het onderliggende actieplan uit. We doen dit samen met het bedrijfsleven en de wetenschap. In het bijzonder intensiveert het kabinet deze aanpak door aanvullende wetgeving en investeringen.
Ten eerste door een stevige implementatie van de Cyberbeveiligingswet (Cbw). Deze treedt naar verwachting in Q3 2025 in werking. Daarmee worden ruim 8000 organisaties in Nederland verplicht tot het nemen van maatregelen die hun digitale weerbaarheid verhogen. Bepaalde organisaties die onder de wet komen te vallen kunnen vanaf Q4 2024 relevante dreigingsinformatie van het Nationaal Cybersecuritycentrum (NCSC) ontvangen.
Met de beoogde realisatie van het Cyclotron platform in 2027 intensiveren we bovendien de samenwerking, informatiedeling en analyse van cyberdreigingen en -incidenten tussen publieke- en private organisaties en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ook zorgen we ervoor dat burgers en bedrijven erop kunnen vertrouwen dat producten digitaal veilig zijn. Hiervoor wordt effectief toezicht ingericht op de naleving van nieuwe Europese cybersecurity-eisen voor digitale producten, en wordt het MKB ondersteund bij de implementatie.
We bouwen daarnaast risicogebaseerd het gebruik van elektronica en diensten vanuit landen met een offensief cyberprogramma verder af. Binnen de vitale infrastructuur wordt het uitvoeren van een risicoanalyse op casusniveau vanaf Q2 2026 een verplicht onderdeel van het inkoopproces. Binnen de Rijksoverheid stellen we vanaf Q2 2025 extra eisen door middel van de invoering van Algemene Beveiligingseisen Rijksoverheid Opdrachten (ABRO).
Het kabinet investeert ten slotte structureel in de aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. In 2025 bepalen we voor welke cybercrime feiten hogere straffen mogelijk worden. Het kabinet zet in op het versterken van de digitale rechtshandhaving, onder meer door gerichte investeringen in de politie en strafrechtketen en het verbeteren van de toegang tot digitale gegevens voor de opsporing.
Ondermijnende criminaliteit en het beschermen van de democratische rechtsstaat
De ondermijnende criminaliteit vormt een groot gevaar voor onze samenleving en onze democratische rechtsstaat, en is daarom een topprioriteit van het kabinet. We versterken de aanpak van ondermijnende criminaliteit en we pakken krachtig door op de belangrijke stappen die de afgelopen jaren zijn gezet. Het kabinet versterkt zoals hierna uiteengezet de basis van de aanpak en investeert structureel in de aanpak van georganiseerde criminaliteit door politie en OM. Daarnaast investeert het kabinet hiervoor in de AIVD. Door in te zetten op strategische dreigingsbeelden en inzicht in systeemkwetsbaarheden die een dreiging vormen voor de nationale veiligheid ontwikkelen we interventies om criminele ondermijning tegen te gaan. Drugshandel blijft naar verwachting de komende jaren het dominante verdienmodel voor criminelen, maar we zijn ook alert op andere verdienmodellen zoals mensenhandel of fraude. Met behulp van dreigingsbeelden grijpen we steeds beter in waar het criminelen het meeste raakt en door de mogelijkheden voor (internationale) informatiedeling beter te benutten, gaan we effectiever te werk. Drie speerpunten krijgen deze kabinetsperiode extra nadruk:
- We werken aan een weerbare samenleving tegen ondermijnende criminaliteit, waarin de hele maatschappij een rol vervult. We nemen als gehele kabinet verantwoordelijkheid en werken daar met partners actief aan.
- We verstevigen de internationale samenwerking, en nemen een voortrekkersrol in EU-verband.
- We intensiveren de aanpak van corruptie door publieke en private partijen weerbaarder te maken en zetten hard in op het bestraffen van corrupt handelen.
Het kabinet zet samen met een brede coalitie van partners in op voorkomen, doorbreken, bestraffen en beschermen.
Voorkomen
Met het programma Preventie met Gezag voorkomen we dat kwetsbare jongeren en jongvolwassenen in de criminaliteit terecht komen en daarin verder afglijden of doorgroeien. We ondersteunen de lokale aanpak van gemeenten en gebruiken hun ervaringen om de aanpak nog effectiever te maken. De partners uit de (jeugd)strafrechtketen, het zorg-, sociaal- en veiligheidsdomein én het onderwijs slaan hiervoor de handen ineen. Ook in Caribisch Nederland.
Het tegengaan van criminele rolmodellen via de patseraanpak werken we uit, ook in relatie tot het afpakken van crimineel vermogen. Daarnaast stellen we grenzen, onder andere door een structurele investering in de aanpak van lokale, veelvoorkomende criminaliteit.
Drugs bezit, verkoop en productie blijft verboden. De strategische visie op drugs ontwikkelen we door en dragen we (inter)nationaal uit, met als doel om aanbod en vraag naar drugs te verminderen.
Doorbreken
Samen met partners doorbreken we criminele netwerken, handels- en geldstromen. We intensiveren de anti-witwas aanpak door de grootste witwasrisico’s, zoals ondergronds bankieren, aan te pakken. De aanpak wordt verder verbeterd door de implementatie van het Europese anti-witwaspakket, inclusief de mogelijkheden tot gegevensdeling tussen poortwachters. We houden daarbij aandacht voor privacywaarborgen, de toegang van gewone burgers tot financiële diensten en hun mogelijkheden om te ondernemen. Daarnaast verruimen we de mogelijkheden om crimineel vermogen af te pakken door de implementatie van de EU-richtlijn op confiscatie. Afgepakt crimineel vermogen investeren we zo veel mogelijk (zichtbaar) in de maatschappij.
We maken samen met private partners logistieke knooppunten weerbaarder en veiliger. We werpen fysieke en technologische barrières op, zetten in op weerbaarheid van personeel en maken het uithalers extra moeilijk. Daardoor worden lucht en zeehavens minder aantrekkelijk voor criminele activiteiten. We blijven inzetten op de huidige mainports en breiden de aanpak in het Noordzeekanaalgebied, de bloemenveilingen en in Zeeland/West-Brabant uit. Het kabinet investeert hier structureel in.
In Europees verband hebben we als Nederland een voortrekkersrol in de samenwerking via de coalitie tegen georganiseerde criminaliteit. We zetten in op informatie-uitwisseling via bestaande en nieuwe EU-systemen. We versterken de samenwerking met de bron-en transitlanden van cocaïne om daar drugs al tegen te houden. Samen met het Caribisch deel van het Koninkrijk ontwikkelen we een integrale aanpak van ondermijning. Daarnaast breiden we de samenwerking uit met landen waar crimineel vermogen wordt witgewassen en/of geïnvesteerd. Om het winstmodel van criminelen schade toe te brengen voorkomen we dat zij drugs uit Nederland exporteren door daders te bestraffen en barrières op te werpen.
Bestraffen
Criminele netwerken moeten worden opgespoord en bestraft. We verhogen de pakkans door te investeren in de opsporing. Het kabinet investeert hier structureel in, in onder andere technologisch hoogwaardige middelen. We versterken de wettelijke kaders voor de inzet van kroongetuigen en verbreden de doelgroep die kan getuigen tegen criminelen.
Daarnaast investeert het kabinet in een aantal door de Landelijke Eenheden van de politie voorgefinancierde taken waaronder de uitvoering van de wet computercriminaliteit en worden structurele kosten gedekt die noodzakelijk zijn voor de transitie van één naar twee landelijke eenheden. Het gaat hier primair om extra leidinggevenden om de span of care te verkleinen.
Om voortgezet crimineel handelen vanuit detentie tegen te gaan implementeren we de wijziging van de Penitentiaire beginselenwet. Dit ziet onder meer op het vergaand beperken van het contact met de buitenwereld van gedetineerden in de Extra Beveiligde Inrichting en op de Afdelingen Intensief Toezicht. Daarnaast treffen we verstevigende fysieke, organisatorische en elektronische maatregelen om dreigingen van buiten tegen te gaan. Zo investeren we in apparatuur om contrabande en drones te detecteren en versterken de kennispositie en innovatiekracht van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Ook bij deze maatregelen maken we gebruik van voorbeelden uit het buitenland, waaronder Italië. Bovendien versterken we de internationale samenwerking om meer gegevensdeling over gedetineerden mogelijk te maken. Het kabinet investeert hierin.
Beschermen
De samenleving is nog onvoldoende weerbaar tegen corruptie. Er komt een rijksbreed anti-corruptiebeleid in samenhang met het integriteitsbeleid, om zowel ambtelijke als niet-ambtelijke corruptie te bestrijden. Corrupt handelen wordt bestraft. Daarnaast identificeren en reduceren we systeemkwetsbaarheden bij de overheid en het bedrijfsleven.
Ook kunnen functionarissen beschermd worden door onder nummer te werken. De mogelijkheden hiertoe worden uitgebreid, in overleg met politie, OM en Rechtspraak. Er wordt aanvullend geïnvesteerd in het ‘Team bedreigde politici’ van de politie. Komende periode wordt onderzocht hoe dit kan worden gefinancierd. Verder investeert het kabinet, zoals reeds genoemd, in opsporings- als veiligheidsdiensten om deze beroepsgroepen te beschermen tegen geweld en intimidatie.
Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding
De instituties van onze rechtsstaat, zoals de politie, het Openbaar Ministerie, de Rechtspraak, het parlement en het overheidsbestuur kennen wettelijke waarborgen en houden elkaar in balans. In internationale vergelijkingen staat Nederland in de top 5 als het gaat om de ‘staat van de rechtsstaat’. Onze rechtsstaat moet een vrije, veilige en rechtvaardige samenleving borgen, zowel offline als online, ook in Caribisch Nederland. Daarom zetten we in op een verhoging van de veiligheid op straat en in de digitale wereld en op gezag en respect in de openbare ruimte. Daarbij houden we er rekening mee dat veel mondige mensen in onze polariserende samenleving weinig ruimte lijken te zien voor grijstinten, ook als de politie in feite neutraal zijn werk doet en bezig is de orde te handhaven. Dit alles vergt een brede aanpak, goede samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties en private partijen, een mix van preventie en repressie en de inzet van strafrechtelijke, civielrechtelijke en bestuurlijke instrumenten.
Een sterke en maatschappelijk verankerde politie en wijkrechtspraak
De kracht van de Nederlandse politie is dat zij in verbinding staat met de samenleving. Deze verbinding is de afgelopen jaren onder druk komen te staan. Er is sprake van aanhoudende onderbezetting en de politie is belast met werkzaamheden waar andere domeinen of organisaties een rol moeten spelen, zoals de omgang met mensen met verward gedrag en administratieve verrichtingen in de asielketen. Het kabinet werkt op basis van de ontwikkelagenda Politiefunctie die op 7 december 2023 met de Kamer is gedeeld, opties uit voor het verminderen van de druk op de politiecapaciteit, in het bijzonder door samenwerking met publieke en private organisaties die beter toegerust zijn voor een aantal specifieke taken.
Handhaven van het vertrouwen van de burger en effectieve criminaliteitsbestrijding vragen om een zichtbare en verbonden politie en rechtspraak, zowel fysiek als digitaal. We zetten het bestaand beleid voort om wijkrechtspraak te stimuleren. Daarnaast investeert het kabinet in afstemming met het lokaal gezag structureel in innovatieve politieloketten op nieuwe en bestaande locaties, zoals stadhuizen, stations en ziekenhuizen. Burgers kunnen daar laagdrempelig in contact komen met de politie. Het openen van dergelijke politieloketten moet ertoe leiden dat operationele politiemensen, zoals wijkagenten, weer meer tijd krijgen voor het werk op straat. Dit nieuwe concept wordt via pilots nader uitgewerkt, de eerste pilot is reeds gestart. Het kabinet investeert ook in digitale opsporing in onder andere de basisteams.
Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid iedereen op dezelfde wijze benadert. Omdat van de bestaande landelijke richtlijn, die toeziet op de neutraliteit van boa’s, mag worden afgeweken, komt het kabinet met een plan van aanpak voor het juridisch borgen van de neutraliteit van boa’s.
Geweld tegen hulpverleners: taakstrafverbod
Hulpverleners moeten veilig en ongehinderd hun werk kunnen doen en het is volstrekt onacceptabel als ze daarbij worden geconfronteerd met agressie en geweld. Slachtoffers worden ondersteund en daders worden keihard aangepakt. In het najaar 2024 vindt nadere besluitvorming plaats over hoe een wetsvoorstel waarin een taakstrafverbod wordt ingesteld bij fysiek geweld tegen hulpverleners het beste kan worden vormgegeven.
Maatschappelijke onrust en demonstraties
Er wordt scherper onderscheid gemaakt tussen (vreedzaam) demonstreren en orde verstorende acties. Demonstreren is een grondrecht maar wanordelijkheden, bedreigingen tegen anderen of openbaar geweld waar demonstranten over de grenzen van het strafrecht heen gaan zijn onacceptabel. Met burgemeesters, politie, OM en anderen die een bijdrage kunnen leveren wordt gesproken over een optimale mix van maatregelen om vreedzame demonstraties te faciliteren maar ook kordaat op te treden tegen diegenen die zich niet aan de wet houden. Notoire relschoppers worden hard aangepakt. Om te zorgen dat de politie slagvaardig kan optreden tegen openbare ordeverstoringen, stelt het kabinet structureel middelen beschikbaar ten behoeve van de paraatheid van de mobiele eenheden, en het uitbreiden van de bevoegdheden van de politie om informatie te vergaren over (potentieel) grootschalige openbare ordeverstoringen. Daarnaast wordt door het WODC een onderzoek gestart (verwachte oplevering zomer 2025) naar mogelijkheden voor het verstevigen van het handelingsperspectief van alle betrokkenen en de bestendigheid van het wettelijke kader. Ook de Inspectie Justitie en Veiligheid doet onderzoek naar de taakuitvoering van de politie bij demonstraties. In de tussentijd wordt in samenwerking met BZK ingezet op bredere bekendmaking en het actueel houden van www.demonstratierecht.nl, de digitale kennisbank voor zowel demonstranten als het lokale gezag.
Voetbal
Om ongeregeldheden rond voetbal verder terug te dringen, hooligans hard aan te pakken en ruimte te creëren voor gastvrij wedstrijdbezoek voor goedwillende supporters, zet het kabinet in op verschillende maatregelen, mede geïnspireerd op het ‘Engelse model’, waar high trust – high penalty het uitgangspunt is. Dit sluit aan bij het Versterkingsplan Veilig en Gastvrij Voetbal dat de komende jaren verder uitgevoerd wordt. Aanvullend wordt in seizoen 2024-2025 in drie gemeenten geëxperimenteerd met de digitale meldplicht voor hooligans aan wie een meldplicht is opgelegd gekoppeld aan een gebiedsverbod. Bij succesvolle afronding hiervan zullen de mogelijkheden voor bredere implementatie van de digitale meldfaciliteit, afhankelijk van de beschikbare financiële middelen nader worden bekeken. In overleg met gemeenten wordt onderzocht hoe zij de vergunningverlening voor (risico)wedstrijden kunnen aan scherpen in lijn met de bevoegdheden van de burgemeester op het terrein van openbare orde en hun lokale regierol voor voetbal en veiligheid. Ook onderzoekt het kabinet in overleg met de KNVB hoe betaaldvoetbalorganisaties strenger kunnen handhaven op het KNVB-verbod op gezichtsbedekkende kleding bij wedstrijden.
Mensen met verward en/of onbegrepen gedrag
Het aantal incidenten en meldingen van mensen met verward en/of onbegrepen gedrag is de laatste jaren toegenomen. Zij krijgen niet altijd de zorg en ondersteuning die ze nodig hebben. Politieagenten moeten hierdoor te veel aandacht schenken aan deze groep. Het kabinet houdt rekening met de aanbevelingen van de parlementaire verkenning van de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid van juli 2024. Door te investeren in huisvesting, het verbeteren van bestaanszekerheid en waar nodig ondersteuning of zorg te leveren helpen we mensen die de grip op het leven dreigen kwijt te raken. Daarnaast wordt ingezet op het overhevelen van werkzaamheden van de politie aan ter zake deskundige organisaties door onder andere een scherpere triage op de 112-meldkamer, inzet van het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag en verbeterde samenwerking tussen politie en zorgprofessionals. Tot slot wordt de inzet voor de groep mensen die een hoog veiligheidsrisico kent vastgelegd in een werkagenda om aansluiting op reguliere en forensische zorg te verbeteren.
Aanpak geweld en aanslagen met explosieven
Geweldscriminaliteit is de afgelopen jaren toegenomen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Samen met gemeenten, de politie, het Openbaar Ministerie, maatschappelijke organisaties en private partijen bestrijden we geweld en straatterreur. Het kabinet richt zich binnen de bestaande aanpak van high impact crimes in het bijzonder op online geweld en de verontrustende toename van het aantal intimiderende aanslagen met explosieven op woningen en bedrijven, door oprichting van het Strategisch Offensief Tegen Explosies (SOTE). Samen met publieke en private partijen zorgen we voor een stevige aanpak. Het actieplan van SOTE zal dit jaar met de Tweede Kamer gedeeld worden. Tegen strafbare online uitingen van geweld zoals haat zaaien, oproepen tot geweld en online bedreigingen werkt het kabinet maatregelen uit om deze strafbare uitingen beter te bestrijden. Bovendien werkt het kabinet ook voorstellen uit om het wettelijke strafmaximum voor plegers van openlijk geweld te verhogen. Om het gebruik van F4-vuurwerk bij aanslagen beter aan te pakken zal het kabinet werken aan het wegnemen van beperkingen bij het toepassen van opsporingsbevoegdheden, gericht op preventief ingrijpen en zet het in op een EU-brede aanpak tegen de illegale handel. Wat opname van F4-vuurwerk in de Wet Wapens en Munitie (WWM) betreft moet nadrukkelijk rekening gehouden worden met de beperkingen die EU-regelgeving hieraan stelt.
Versterking strafrechtketen en hogere straffen
De strafrechtketen staat ook de komende jaren voor de uitdaging om ervoor te zorgen dat strafzaken tijdig en effectief worden afgehandeld. Bezien wordt hoe de financiering minder gebaseerd kan worden op output en producten en meer gericht op het effectief samenwerken en presteren in de strafrechtketen. Er wordt geïnvesteerd in de capaciteit in de strafrechtketen middels de in dit hoofdstuk beschreven extra investeringen in de politie, inclusief de effecten daarvan op de rest van de keten. Tegelijkertijd wordt hard doorgewerkt aan de reeds bestaande prestatieafspraken van de keten zelf, namelijk de verdere digitalisering van de keten en het realiseren van de afgesproken ketenprestatienormen voor de versnelling van doorlooptijden. Voor criminaliteitsbestrijding blijven de prestatieafspraken met de politie uit de 4-jaarlijkse Veiligheidsagenda van kracht. Ook zijn concrete verbeteringen in gang gezet naar aanleiding van de parlementaire verkenning naar de strafrechtketen uit 2023 en de motie Ellian c.s. In het najaar van 2024 zal het kabinet de Kamer informeren over de actuele stand van zaken. Tot slot voert het kabinet actief regie op alle noodzakelijke voorbereidingen van de betrokken organisaties met het oog op de in april 2029 geplande inwerkintreding van het nieuwe wetboek van Strafvordering.
De wettelijke strafmaxima bij specifieke delicten moeten passend zijn bij de maatschappelijke ernst ervan en voldoende afschrikwekkend zijn. Het kabinet houdt bij de uitwerking van de diverse voorstellen tot verhoging van wettelijke strafmaxima rekening met recent doorgevoerde of al aanhangige voorstellen tot verhoging van het strafmaximum, zoals bijvoorbeeld het geval is bij drugsdelicten, seksuele misdrijven, moord en doodslag, deelname aan een terroristische organisatie en spionage. Deze voorstellen zijn het aanscherpen van het jeugdstrafrecht door onder andere verhogen van maximale straffen voor 14 en 15-jarigen, het verzwaren van de straffen voor zware misdrijven, waaronder terroristische misdrijven en ernstige geweldsdelicten, de verhoging van de strafmaat voor terroristische activiteiten, het verhogen van de maximumstraffen voor cybercriminaliteit en het verhogen van de maximale strafmaat voor openlijke geweldpleging met een derde. Bij nieuwe voorstellen zal aandacht uitgaan naar de verhouding tot de strafmaat van andere delicten in het wetboek van Strafrecht, de verjaringstermijnen en naar de effecten op de strafrechtketen, in het bijzonder voor detentiecapaciteit. Dat geldt voor de beoogde verhoging van strafmaxima voor openlijke geweldpleging en nader te bepalen cybercrimedelicten. Het kabinet zal een plan van aanpak opstellen voor de uitwerking van de diverse voorstellen tot verhoging van strafmaxima en dit in de loop van 2025 aan de Tweede Kamer aanbieden.
Gebruik OM-strafbeschikking en genealogische databanken
De inzet van de OM-strafbeschikking wordt onderzocht. Het is van belang de toepassing en uitwerking van het instrument in de praktijk scherp te blijven volgen. Het kabinet start daarom in het najaar 2024 de voorbereidingen voor een onderzoek naar hoe de procedure van de strafbeschikking wordt ervaren door de procesdeelnemers. Na afronding van dit onderzoek komt het kabinet met een reactie over mogelijke vervolgstappen.
De huidige pilot van OM en NFI, waarin praktijkervaring wordt opgedaan met het gebruik van genealogische databanken voor de opsporing, is in potentie veelbelovend, zeker voor cold cases. Aanvullend onderzoeken we de juridische, ethische en privacyaspecten van het gebruik van genealogische DNA-databanken. In 2026 zal op basis van de tot dan toe opgedane ervaringen en inzichten een volgende stap worden gezet in de toepassing hiervan.
Aanpak mensenhandel
Het kabinet bestrijdt mensenhandel stevig, ook in internationaal verband, onder meer via het rijksbrede beleidsprogramma Samen tegen mensenhandel en door het verder brengen van het wetsvoorstel dat voorziet in de modernisering en uitbreiding van de strafbaarstelling van mensenhandel (artikel 273f Sr).
Seksueel kindermisbruik
De aanpak van seksueel kindermisbruik wordt binnen de bestaande financiële kaders geïntensiveerd. Daarom is het onverminderd voortzetten van de aanpak een prioriteit voor dit kabinet en wordt bezien of er extra stappen gezet kunnen worden. Daarbij is er aandacht voor de veranderende belevingswereld van kinderen en jongeren, die zich voor een groot deel online afspeelt. We zetten daarom in op nieuwe en effectievere EU-regelgeving ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen. Ook continueren we de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aanpak, onder meer via de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM).
Sekswerk
Het kabinet streeft naar een verhoging van de minimumleeftijd voor prostitutie naar 21 jaar. Deze maatregel wordt genomen omdat mensen van 21 jaar weerbaarder zijn en beter in staat zijn tot een weloverwogen beslissing. Om dit te realiseren worden momenteel diverse scenario’s onderzocht qua juridische vormgeving rekening houdend met de uitvoerbaarheid, administratieve lasten en de kosten. Voor eind 2024 zullen we uitkomsten en vervolgstappen presenteren.
Discriminatie
In aanvulling op de paragraaf over discriminatie in hoofdstuk 7, neemt het kabinet extra maatregelen tegen geweld tegen lhbtiq+ personen. Nu het vorige actieplan is geëvalueerd, wordt in het najaar een vervolginzet vormgegeven, gericht op het bevorderen van de veiligheid van de lhbtiq+-gemeenschap. Ook worden maatregelen genomen om (kwetsbare) jongeren te beschermen die worden gedwongen om hun seksuele gerichtheid te onderdrukken. Daarnaast investeert dit kabinet in de bestendiging van de aanpak door de politie van alle vormen van discriminatie en racisme door het Expertisecentrum Aanpak Discriminatie Politie (ECAD-P) structureel te financieren en het programma Politie voor Iedereen voort te zetten, waarbinnen de Netwerken Divers Vakmanschap (waaronder het Joods politienetwerk en ‘Roze in Blauw’) een belangrijke rol spelen. Er wordt daadkrachtig opgetreden tegen degenen die zich schuldig maken aan discriminatie, racisme, antisemitisme en moslimhaat, zowel op straat als online.
Eergerelateerd geweld en andere schadelijke praktijken
Het kabinet versterkt de aanpak tegen eergerelateerd geweld, als onderdeel van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Binnen de bestaande financiële kaders worden ook andere schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang en vrouwelijke genitale verminking aangepakt. Het versterken van het (strafrechtelijk) optreden tegen deze vormen van geweld is alleen mogelijk als potentieel onveilige situaties tijdig gesignaleerd worden door professionals, omstanders en (potentiële) slachtoffers. Het kabinet neemt daarom ook maatregelen ter voorkoming en bestrijding van eergerelateerd geweld, onder meer door in te zetten op bewustwording en het tegengaan van schadelijke normen.
Straffen en Beschermen
Om Nederland veilig te houden voorkomen we dat burgers (opnieuw) dader of slachtoffer worden van criminaliteit. We beschermen volwassenen en kinderen en zorgen ervoor dat met een straf of op andere wijze genoegdoening wordt geboden aan het slachtoffer en aan de samenleving.
Jeugdcriminaliteit
We beschermen jongeren en hun gezinnen die vanwege de kwetsbare positie waarin zij verkeren bedreigd of verleid worden door (herhaalde) criminaliteit. Dit vergt een integrale aanpak van preventie én repressie. Voorkomen moet worden dat jongeren in de criminaliteit belanden of daarin doorgroeien en/of recidiveren. Daarom continueert het kabinet de bestaande aanpak van jeugdcriminaliteit, inclusief het programma Preventie met Gezag. Daarbij wordt ingezet op gebruik van kansrijke en bewezen effectieve interventies, zoals Alleen jij bepaalt wie je bent. Hiernaast is het van belang dat de straf passend is. Dat betekent licht waar het kan en zwaar waar het moet. In dat kader worden voorstellen uitgewerkt om het jeugdstrafrecht aan te scherpen, waaronder het verhogen van maximale straffen voor 14- en 15-jarigen, zodat bij ernstige misdrijven een passende straf kan worden opgelegd. Tevens wordt een uitgebreide motiveringsplicht in de wet verankerd die geldt wanneer bij ernstige misdrijven het adolescentenstrafrecht bij meerderjarigen wordt toegepast. Ten slotte werkt het kabinet aan extra mogelijkheden om ouders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid in geval van delicten gepleegd door hun kinderen. De Kamer wordt over de uitwerking van deze voorstellen in het voorjaar van 2025 geïnformeerd.
Slachtoffers
Slachtoffers verdienen erkenning en ondersteuning bij het te boven komen van de gevolgen van een strafbaar feit. De afgelopen jaren zijn al verschillende slachtofferrechten geïntroduceerd, waaronder herstelrecht. Slachtoffers ervaren daardoor een verbetering in de praktijk. Er zijn nog gericht verbeteringen nodig. De komende periode wordt gewerkt aan een wetsvoorstel om broers en zussen ook de mogelijkheid te bieden om aanspraak te maken op affectieschade. Dit wetsvoorstel zal naar verwachting eind 2025 in consulatie gaan. Ook zal in 2025 een wetsvoorstel in consultatie gaan om affectieschade in Caribisch Nederland mogelijk te maken. Ook worden normbedragen geïntroduceerd in het strafproces, zo wordt het voor rechters makkelijker om de hoogte van schadevergoeding vast te stellen zodat minder slachtoffers met schade blijven zitten. Slachtoffers van stelselmatig psychisch geweld komen vanaf de eerste helft van 2025 in aanmerking voor een tegemoetkoming door het Schadefonds Geweldsmisdrijven. In de voorschotregeling wordt in 2027 een plafond geïntroduceerd om de regeling betaalbaar te houden. De belangen en beschermingsbehoeften van slachtoffers worden bij gratiebeslissingen beter meegewogen. De positie van slachtoffers en nabestaanden in het kader van de levenslange gevangenisstraf wordt versterkt en verduidelijkt. We laten nagaan hoe hierbij een zwaarwegende stem voor slachtoffers en nabestaanden een plaats kan krijgen. De mogelijkheden voor een zelfstandig gebiedsverbod worden uitgewerkt. We zorgen ervoor dat slachtoffers goede hulpverlening krijgen en niet telkens hun verhaal hoeven te vertellen, door verbetering van de samenwerking tussen alle partijen. Verdere versnippering van het hulpverleningslandschap gaan we tegen.
Uitvoering van de straf
Het kabinet zet in op een snelle en zekere uitvoering van de straf. Het capaciteitstekort in het gevangeniswezen wordt aangepakt, waaronder de ontstane voorraad zelfmelders. Dit doen we door het behouden en continu aantrekken van goed gekwalificeerd personeel. Bij de invulling van de gevangenisstraffen differentiëren we naar duur van de straf en het risicoprofiel van de justitiabele. We realiseren vanaf 2025 specifieke detentieconcepten met een sober programma om extra celcapaciteit te creëren voor kortgestraften met een laag risicoprofiel. Bij de uitvoering van tbs richten we ons op het beschermen van de samenleving als geheel. Om het capaciteitstekort in de tbs aan te pakken zorgen we voor een vorm van beschikbaarheidsfinanciering waardoor aanbieders worden gestimuleerd om te investeren in extra plaatsen. Deze maatregel kan en zal structureel worden gedekt binnen het financiële kader dat beschikbaar is voor voldoende forensische zorg, conform de behoefteraming. We zetten alle reguliere stappen om tot een besluit over een garantiestelling voor de tbs te komen om de uitbreiding van tbs-plaatsen te stimuleren. De veiligheid in de justitiële inrichtingen en bij de reclassering, waar het personeel in toenemende mate wordt geconfronteerd wordt met een complexe en geharde groep veroordeelden, waarborgen wij door aanvullend beleid en instrumentarium. De slagingskans van taakstraffen, toezicht en geldelijke sancties wordt verder vergroot door gericht aanvullend beleid. We werken aan een voorstel zodat sancties in beginsel niet meer verjaren. Onttrekking aan vrijheidsbeneming en elektronische monitoring wordt strafbaar, het wetsvoorstel zal in 2024 in consultatie gaan.
Bekijk de andere hoofdstukken uit het regeerprogramma..