Inleidend statement persconferentie na ministerraad 14 maart 2025
Video | 14-03-2025
Inleidend statement van minister-president Schoof tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Over de laatste ontwikkelingen rond de oorlog in Oekraïne, het versterken van de Europese defensie en de Nederlandse opstelling hierbij en een vooruitblik op de Europese Raad van komende week.


Media error: Format(s) not supported or source(s) not found
Bestand downloaden: https://www.rovid.nl/az/pers/2025/az-pers-20250314-idca9pflk-web-hd.mp4Minister-president Schoof: Goedemiddag. In de ministerraad hebben we vandaag gesproken over de laatste ontwikkelingen rond Oekraïne. Het kabinet vindt het hoopvol dat er na overleg tussen de VS en Oekraïne een voorstel voor een staakt-het-vuren op tafel ligt. Dit kan een eerste stap zijn naar een duurzame vrede. En het is nu aan Rusland om te laten zien dat het die duurzame vrede ook wil. Daarbij blijft het van belang dat Oekraïne kan blijven rekenen op de steun van alle bondgenoten, ook Nederland. Zodat Oekraïne vanuit de sterkst mogelijke positie kan onderhandelen. En een eventueel bestand kan alleen werken als wij met onze partners zorgen voor veiligheidsgaranties die robuust zijn en meer Russische agressie afschrikken. Die gesprekken gaan op alle niveaus door. Zo zal ik dit weekend op uitnodiging van premier Starmer aansluiten bij een videoconferentie hierover. En, ik blijf het herhalen, dit alles doen we niet alleen voor de veiligheid van Oekraïne, maar ook voor de veiligheid van Europa en dús van Nederland.
De huidige situatie vraagt ook dat we als Europa een grotere rol spelen bij het waarborgen van onze veiligheid. De Europese Commissie heeft daarom onder de noemer ReArm Europe de contouren geschetst voor het versterken van onze Europese defensie. De dinsdag aangenomen motie-Eerdmans maakt duidelijk dat de meerderheid van de Tweede Kamer, waaronder ook coalitiepartijen, kanttekeningen plaatsen bij onderdelen van deze contouren. Ik heb daar gisteren goede gesprekken over gevoerd met de vier dragende partijen in deze coalitie.
Zoals ik ook vorige week in de Europese Raad heb benadrukt, geldt voor Nederland voor alle voorstellen van de Commissie dat we de concrete uitwerking afwachten voordat we deze scherp en stevig zullen beoordelen. Naar aanleiding van de wens van de Kamer hebben we gisteren een aantal belangrijke punten voor de behandeling van deze voorstellen nog eens bevestigd. In de eerste plaats blijven wat Nederland betreft – in lijn met de motie – de huidige Europese begrotingsregels overeind. Wel kan de Commissie gebruikmaken van de bestaande ruimte in de Europese begrotingsregels om lidstaten te helpen hun defensie-uitgaven te verhogen. Nederland zal er daarbij voor blijven pleiten dat maatregelen tijdelijk zijn, dat we schulden beheersbaar houden en de financiële stabiliteit niet uit het oog verliezen.
In de tweede plaats over het leningeninstrument van maximaal 150 miljard euro: graag wil ik benadrukken dat het hier niet gaat om zogenoemde eurobonds, waarbij lidstaten op structurele basis elkaars begrotingstekorten en overheidsschulden financieren. Het kabinet en een Kamermeerderheid zijn tegen deze vorm van financiering en dat blijft ook onze inzet in Brussel. Het Commissievoorstel gaat echter over individuele leningen aan lidstaten die moeten worden terugbetaald. Zoals gezegd komt er ook nog een uitgewerkt voorstel voor deze leningen van 150 miljard euro. En over alle voorstellen zal het kabinet de Tweede Kamer zo snel mogelijk na publicatie informeren. En we houden de Kamer nauwgezet op de hoogte van de Europese onderhandelingen. Wanneer de uiteindelijke voorstellen ter besluitvorming voorliggen, zal het kabinet, zoals gebruikelijk, pas na overleg met de Kamer een definitieve positie innemen. Kortom, we blijven ons in de EU constructief opstellen, maar nemen de signalen vanuit de Kamer tegelijkertijd zeer serieus. Zojuist hebben we de afgesproken punten, die we ook vandaag in de ministerraad hebben bekrachtigd, toegelicht in een brief aan de Tweede Kamer.
Komende donderdag spreken we in de Europese Raad onder meer over de versterking van onze EU-defensie en zullen we het ook hebben over de ontwikkelingen rond de oorlog in Oekraïne en onze Europese steun. Een sterke en veilige EU vraagt ook om een sterke Europese economie. Daarom is het goed dat volgende week ook de versterking van ons Europese concurrentievermogen op de agenda staat. Een ander onderwerp, dat voor Nederland belangrijk is, betreft de Europese migratie-aanpak. Daar heeft ons land zich de afgelopen periode samen met Italië en Denemarken hard voor gemaakt. Het we zijn ook positief dat de Commissie deze week is gekomen met een voorstel op het gebied van terugkeer. Ook hierover komen we volgende week nog te spreken.
Tot slot: vanwege de Europese Raad is er volgende week vrijdag geen ministerraad, maar vindt deze plaats op maandag 24 maart. Ik hoop u dan ook weer te zien.