Terugkeerbeleid

In Nederland beslist de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) of iemand in Nederland met een verblijfsvergunning mag blijven. Vreemdelingen die volgens de wet niet (meer) in Nederland mogen blijven moeten Nederland verlaten. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) voert het terugkeerbeleid uit.

Geldige verblijfsvergunning

Vreemdelingen die niet uit de Europese Unie (EU), Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland komen, hebben een geldig visum kort verblijf, vrije termijn of een verblijfsvergunning nodig om in Nederland te zijn. In Nederland beslist de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) of iemand in Nederland met een verblijfsvergunning mag blijven en het ministerie van Buitenlandse Zaken besluit over aanvragen voor visum kort verblijf.

Terugkeerbesluit

Mensen die geen recht (meer) hebben om hier te blijven krijgen een terugkeerbesluit. Dit betekent dat ze uit ons land moeten vertrekken.  Mensen kunnen een terugkeerbesluit krijgen als:

  • de politie, Koninklijke Marechaussee (KMar),de IND of de DT&V hebben vastgesteld dat zij volgens de wet niet in Nederland mogen blijven. Bijvoorbeeld omdat zij geen verblijfsvergunning hebben en geen verblijfsvergunning hebben aangevraagd.
  • de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning afwijst;
  • het recht op verblijf is geëindigd;
  • de IND de verblijfsvergunning intrekt.
  • de IND de aflopende verblijfsvergunning niet verlengt;

Als een vreemdeling al in Nederland is en een terugkeerbesluit heeft gekregen, geeft de IND, politie of KMar zijn of haar gegevens door aan de DT&V.

Termijn waarbinnen vreemdelingen moeten vertrekken

In het terugkeerbesluit staat binnen welke termijn de vreemdeling moet vertrekken. De regel is dat iemand 28 dagen de tijd krijgt om te vertrekken. In sommige gevallen is de termijn 0 dagen:

  • als de overheid denkt dat er een risico is dat de vreemdeling zich aan het toezicht van de overheid zal onttrekken;
  • als de vreemdeling ernstige strafbare feiten heeft gepleegd (of een gevaar vormt voor de openbare orde of de nationale veiligheid);
  • als een verblijfsaanvraag zoals een asielaanvraag of een verlengingsaanvraag is afgewezen vanwege de kennelijke ongegrondheid daarvan of vanwege het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens.

Inreisverbod

Vreemdelingen kunnen een inreisverbod krijgen als ze zich niet houden aan de vertrektermijn. Of als zij een gevaar zijn voor de openbare orde. Dit betekent dat zij voor een bepaalde periode niet naar Nederland mogen reizen en een bepaalde periode niet in Nederland mogen verblijven. Dit geldt ook voor de EU/EER (behalve Ierland) en Zwitserland.

Zelfstandig vertrek vreemdelingen

Iemand die niet in Nederland mag zijn, is zelf verantwoordelijk voor het regelen van zijn of haar vertrek. De overheid probeert vreemdelingen wel zoveel mogelijk te helpen bij hun zelfstandige vertrek. De DT&V kan helpen met informatie, advies, een reisdocument aanvragen of vliegtickets boeken. Vreemdelingen kunnen ook hulp krijgen om een nieuwe start te maken in het land waar ze naar moeten terugkeren.

Daarnaast geeft de overheid vergoedingen aan organisaties die helpen bij vertrek. Bijvoorbeeld de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Vreemdelingen kunnen hier ondersteuning krijgen zoals geld of spullen. Soms kunnen zij een opleiding volgen om na terugkeer in eigen land makkelijker een leven op te bouwen. De betrokken organisaties nemen altijd contact op met de DT&V. Zo voorkomen zij dat verschillende organisaties tegelijk helpen bij het vertrek.