Veiligheid rond luchthavens
Vliegtuigen vermijden zoveel mogelijk de dichtbevolkte gebieden rond een vliegveld. Ook mag rond luchthavens niet zomaar gebouwd worden. Dit is nodig om het risico op een vliegtuigongeluk en de gevolgen hiervan voor omwonenden klein te houden.
Veiligheidszone luchthaven
Om de veiligheidssituatie rond een luchthaven in kaart te brengen, gebruikt de overheid risicomodellen. Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) heeft deze modellen ontwikkeld.
Op basis van de berekende risico’s stelt de overheid veiligheidszones rond de luchthaven vast. In het Besluit burgerluchthavens staan de normen voor deze zones.
Beperkingen die de overheid kan opleggen in veiligheidszones rond luchthavens zijn:
- de bouw van nieuwe woningen verbieden;
- de ontwikkeling van bedrijventerreinen verbieden;
- activiteiten die vogels aantrekken verbieden of verminderen;
- een maximum voor de hoogte van gebouwen of installaties instellen.
Gemeenten moeten hun bestemmingsplannen aanpassen aan de risico’s van de luchthaven.
Bouwen rond luchthavens
In de omgeving van luchthavens mag niet zomaar gebouwd worden. Zo kunnen hoge hijskranen een bedreiging vormen voor naderende en opstijgende vliegtuigen en het radioverkeer. Aannemers en bouwbedrijven moeten daarom soms een ontheffing nodig hebben voor het opzetten van een hijskraan.
Voorkomen vogelaanvaringen op en rond luchthavens
Het kabinet wil het aantal botsingen met vogels op en rond luchthavens verminderen. Vooral grote vogels, zoals ganzen, vormen een groot risico. Wanneer grote vogels in een vliegtuigmotor terecht komen, kunnen gevaarlijke situaties ontstaan.
De Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen (NRV) voert een 4-sporenaanpak om het risico op vogelaanvaringen te verminderen:
- de mogelijkheden beperken om voedsel te verzamelen. Dit geldt voor risicovolle vogels;
- ruimtelijke maatregelen: rondom luchthavens geen nieuwe natuur instellen als broed- en rustgebied;
- inzet van een vogeldectieradar;
- populatiebeheer: risicovolle vogels vangen en doden in de ruiperiode.
Risicovolle vogels vangen en doden
Ganzen binnen een straal van 20 kilometer rondom luchthaven Schiphol worden door koolzuurgas om het leven gebracht. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
In mei zijn de vogels in de rui en kunnen ze niet meer vliegen. De faunabeheerder brengt de ganzen dan eerst in een fuik bijeen. Hij brengt ze om op de plek waar hij ze vangt. Hierdoor is de stress voor de dieren zo klein mogelijk. De dode ganzen gaan voor een deel naar poeliers voor verkoop. Een deel van de gedode ganzen gaat naar de Voedselbank.