Medische beslissingen rond het levenseinde
Euthanasie komt weinig voor. De meeste patiënten overlijden door hun ziekte. Bij patiënten in de stervensfase nemen artsen veel beslissingen. Ze geven bijvoorbeeld medicijnen tegen de pijn, soms door het bewustzijn van de patiënt te verlagen.
Niet starten of stoppen van behandeling
Soms heeft een behandeling geen nut meer. De arts besluit dan in overleg met de patiënt en familie om met de behandeling te stoppen. Of om niet te starten met een nieuwe behandeling. Dit kan bijvoorbeeld gaan om antibiotica of om een behandeling tegen kanker. De patiënt kan ook zelf zeggen dat hij wil stoppen met een behandeling. Of dat hij geen nieuwe behandeling meer wil. Patiënten hebben altijd het recht om een behandeling te weigeren.
Patiënt niet bij bewustzijn
Dan kan de arts in overleg met de naasten besluiten om met de behandeling te stoppen. Bijvoorbeeld als de patiënt:
- aan de beademing ligt;
- op een kunstmatige manier vocht en eten krijgt;
- niet meer beter kan worden.
Meestal gaat het om patiënten die niet bij bewustzijn zijn, omdat zij bijvoorbeeld in coma liggen. Dan praat de arts met de naasten of iemand die praat namens de patiënt. Dat is de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt.
Meer medicijnen om pijn te verminderen
Het komt vaak voor dat de arts de patiënt in zijn laatste levensfase meer medicijnen geeft. Dit doet de arts om pijn en andere kenmerken van de ziekte minder te maken. Bijvoorbeeld door de dosis morfine te verhogen.
Palliatieve sedatie: verdoving in laatste fase
Een speciale manier om pijn en klachten minder te maken is palliatieve sedatie. Ook wel verdoving in de laatste fase van het leven. Bij palliatieve sedatie geeft de arts een patiënt zoveel verdovingsmiddelen dat een patiënt slaperig wordt. Om zo bijvoorbeeld de pijn of benauwdheid van de patiënt tegen te gaan.
Alleen in allerlaatste fase van het leven kan een patiënt een verdoving krijgen waarbij hij buiten bewustzijn raakt. De verdoving gaat door tot de patiënt overlijdt. Dit heet diepe continue palliatieve sedatie. De arts moet dan overtuigd zijn dat de patiënt korter dan 2 weken leeft. Ook moet er geen andere manier zijn om de patiënt minder te laten lijden.
Op tijd nadenken over de wensen in de laatste levensfase
Een patiënt kan ook voordat hij ziek wordt nadenken over zijn wensen rond medische behandelingen. Bijvoorbeeld of hij nog gereanimeerd wil worden. De patiënt kan wensen opschrijven in een wilsverklaring en daar over praten met zijn arts en naasten. Daarnaast kan de patiënt ook besluiten om niet meer te eten en drinken om zo het levenseinde te versnellen. Ook hierbij is het belangrijk dat de patiënt dit bespreekt met zijn arts en naasten.