Kansengelijkheid voor peuters en kleuters
Kleuters of peuters die thuis niet genoeg in hun ontwikkeling gestimuleerd worden, kunnen voor- of vroegschoolse educatie volgen. Door voor- en vroegschoolse educatie krijgen ze bijvoorbeeld een grotere woordenschat en kunnen ze zich beter concentreren. De kans dat ze onderwijsachterstand oplopen is zo kleiner.
Niet alle peuters en kleuters kunnen zich thuis even goed ontwikkelen
Kinderen ontwikkelen zich in de eerste levensjaren razendsnel. Wanneer een peuter of kleuter in een arm gezin opgroeit, de eerste jaren een andere taal leert of weinig buiten speelt, heeft dat grote gevolgen. De kinderen uit deze gezinnen krijgen niet de beste kansen om zich te ontwikkelen. En lopen daardoor soms zelfs onderwijsachterstand op.
Peuters lopen achterstand in door voorschoolse educatie
Peuters tussen 2,5 en 4 jaar die risico lopen op een achterstand met bijvoorbeeld de Nederlands taal, kunnen voorschoolse educatie volgen. Daar leren ze al spelend het Nederlands, en ook hoe ze zich beter kunnen concentreren. Zo kunnen deze peuters zonder achterstand aan de basisschool beginnen
Kleuters lopen achterstand in door vroegschoolse educatie
Kleuters tussen 4 en 6 jaar die op de basisschool moeilijk kunnen meekomen, kunnen hun achterstand inlopen door vroegschoolse educatie. Zo krijgen ze bijvoorbeeld extra lessen taal, rekenen of hoe met elkaar om te gaan. Zo kunnen deze kleuters zonder achterstand aan groep 3 kunnen beginnen.
Gelijke kansen voor iedere peuter en kleuter
De overheid wil dat iedere peuter en kleuter goede kansen krijgt. Op de volgende pagina's leest u:
- Hoe de overheid geld geeft aan gemeenten en scholen zodat ze voor- en vroegschoolse educatie kunnen aanbieden.
- De eisen die de overheid stelt aan voorschoolse educatie, en welke programma's er nu lopen.