Financiering aanpak onderwijsachterstanden
Gemeenten en scholen krijgen geld van de Rijksoverheid om voorschoolse en vroegschoolse educatie (vve) aan te bieden. De overheid gaat bij de verdeling van het geld uit dat kinderen het risico op onderwijsachterstanden te maken heeft met de omgeving waarin het kind opgroeit.
Financiering voorschoolse educatie
De Rijksoverheid geeft gemeenten geld voor voorschoolse educatie op de kinderopvang. In totaal gaat het om ruim € 500 miljoen.
Financiering vroegschoolse educatie en onderwijsachterstand op de basisschool
De Rijksoverheid geeft scholen geld voor de aanpak van onderwijsachterstand op de basisschool.
De Rijksoverheid gebruikt sinds 1 augustus 2019 een nieuwe methode. Die voorkomt fouten van scholen. En er is minder administratie nodig. Bij de verdeling van het geld gaat het Rijk uit van meer actuele cijfers en beter bepalende kenmerken.
De nieuwe methode gaat uit van een vast bedrag. Dit bedrag is jaarlijks beschikbaar voor scholen en gemeenten voor onderwijsachterstandenbeleid. De overheid verdeelt bedragen tussen gemeenten en scholen. En kijkt daarbij naar de achterstandsscores die het CBS berekent van elke school en elke gemeente. Op basis van data over achtergrondkenmerken van ouders (zie hieronder) berekent het CBS hoeveel risico op achterstand elke peuter en elke basisschoolleerling loopt. Het CBS telt de scores van afzonderlijke peuters en kinderen op per gemeente en school. Scholen en gemeenten met voldoende kinderen die behoren tot de groep met de grootste risico op onderwijsachterstand, komen op basis van hun achterstandsscores in aanmerking voor extra geld. Dat extra geld neemt toe naarmate scholen en gemeenten meer kinderen met een groot risico op achterstand hebben, en naarmate het risico zelf ook groter is.
5 kenmerken bepalen risico onderwijsachterstand in de onderwijsachterstandenregeling
Het CBS onderzocht wanneer een kind een onderwijsachterstand kan oplopen. Er zijn 5 belangrijke kenmerken:
- het opleidingsniveau van beide ouders;
- het herkomstland van de moeder;
- de verblijfsduur van de moeder in Nederland;
- het gemiddelde opleidingsniveau van alle moeders op de school;
- of de ouders in de schuldsanering zitten.
Meer informatie over de CBS-indicator staat op de website van het CBS.
Jaarlijks wisseldende achterstandscores van scholen
De Rijksoverheid geeft besturen van basisscholen ieder jaar geld om achterstanden te voorkomen en tegen te gaan. Hiervoor gebruikt de Rijksoverheid de onderwijsachterstandenindicator van het CBS. De scholen krijgen de bedragen op bestuursniveau betaald. Die bedragen kunnen elk jaar stijgen of dalen (fluctueren). In de brochure Fluctuaties in achterstandscores van scholen staat hoe wordt bepaald hoeveel geld scholen krijgen en hoe fluctuaties gebeuren.
Meer informatie over de CBS-indicator kunt u vinden op de website van het CBS.