Soorten inkomstenbelasting

U betaalt belasting over uw inkomen uit werk en woning (box 1), over inkomen uit een aanmerkelijk belang in een onderneming (box 2) en over uw spaargeld en beleggingen (box 3). Sommige uitgaven mag u van dat inkomen aftrekken (zogenoemde aftrekposten). Daarnaast kunt u ook recht hebben op 1 of meerdere belastingkortingen, ook wel heffingskortingen genoemd.

Let op: Het kabinet wil de 2e schijf in box 2 vanaf 2025 verlagen van 33% naar 31%. Dit staat in het Belastingplan 2025. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer moet het plan nog goedkeuren. 

Let op: Het kabinet wil per 1 januari 2025 de tarieven en de belastingschijven voor de inkomstenbelasting aanpassen. En de algemene heffingskorting (AHK) verlagen en het afbouwpunt koppelen aan het minimumloon. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer moeten de plannen nog goedkeuren. 

Belasting box 1: werk en woning

U betaalt in box 1 belasting over het belastbare inkomen uit werk en woning.
Inkomsten uit werk zijn bijvoorbeeld:

  • loon, fooien of winst uit een onderneming;
  • uitkering, pensioen, lijfrente en alimentatie;
  • buitenlandse inkomsten;
  • inkomsten als freelancer, gastouder, artiest of beroepssporter.

En inkomsten uit uw woning:

  • eigenwoningforfait.

Het tarief voor box 1 is een oplopend tarief met 2 schijven. Wanneer u de AOW-leeftijd bereikt, geldt een aangepast tarief. In 2024 is het gecombineerd tarief in de 1e schijf 36,97% (was 36,93% in 2023). Het tarief in de 2e schijf van de loon- en inkomstenbelasting is in 2024 49,50%, dat is hetzelfde als in 2023.

Aftrekposten en heffingskortingen

U mag van het inkomen uit werk en woning een aantal kosten aftrekken (zogenoemde persoonsgebonden aftrekposten). De Belastingdienst berekent de belasting over het bedrag dat overblijft. Vervolgens trekt u de heffingskortingen af van het berekende belastingbedrag. Het bedrag dat overblijft is de belasting die u betaalt.

Belasting box 2: aanmerkelijk belang

In box 2 betaalt u belasting over uw inkomen uit aanmerkelijk belang. Bezit u minimaal 5% van de aandelen, opties of winstbewijzen van een onderneming? Of u heeft dit samen met een fiscale partner? Dan heeft u inkomen uit aanmerkelijk belang. 

Sinds 1 januari 2024 zijn er 2 schijven in box 2. Over inkomen uit aanmerkelijk belang tot € 67.000 betaalt u 24,50% belasting. Over inkomen uit aanmerkelijk belang vanaf € 67.000 betaalt u 33% belasting.

Box 3: sparen en beleggen

Over het inkomen uit uw vermogen betaalt u belasting. Onder vermogen vallen bijvoorbeeld bezittingen zoals spaargeld, aandelen en een 2e woning. Het vermogen is de waarde van alle bezittingen min de schulden. Over een deel daarvan betaalt u geen belasting. Dit is het heffingsvrije vermogen.

Het vermogen waarover u geen belasting hoeft te betalen is in 2024 € 57.000. Of € 114.000 als u een fiscaal partner heeft. Dat is hetzelfde als in 2023. Het belastingpercentage over box 3-vermogen is in 2024 36%. Dat was in 2023 32%.

Er geldt een vrijstelling voor een deel van uw groene beleggingen en groene spaartegoeden. U mag in 2024 tot een bedrag van € 71.251 groen sparen (was € 65.072 in 2023). U betaalt hierover geen vermogensrendementheffing in box 3. Heeft u in 2024 een fiscale partner? Dan is de gezamenlijke vrijstelling maximaal € 142.502. 

Wijzigingen box 3

Box-3 gaat de komende jaren veranderen. De jaren 2023 tot en met 2026 zijn overbruggingsjaren op weg naar het nieuwe box-3-stelsel dat in 2027 in moet gaan. Zie ook meer informatie over onder andere de nieuwe rekenwijze voor de overbruggingsjaren en het nieuwe box-3-stelsel.