Stabiele financiële sector

Voor stabiele economische groei is een sterke, betrouwbare financiële sector nodig. De financiële sector bestaat onder meer uit banken, verzekeraars, pensioenfondsen, beleggingsondernemingen en betaalinstellingen. Zij zorgen ervoor dat we kunnen betalen, sparen, lenen en verzekeren. Het kabinet wil dat Nederlanders kunnen vertrouwen op de financiële sector.

Belangrijkste maatregelen om financiële sector stabiel te houden

Na de financiële crisis in 2008 is er gewerkt aan veranderingen om het financiële systeem te versterken: 

  • Er zijn internationaal regels ingevoerd (de Bazel 3-standaarden)  om de weerbaarheid van het financiële systeem te versterken. Bijvoorbeeld door banken te verplichten hogere buffers aan te houden. Op deze manier zijn zij beter bestand tegen economisch mindere tijden. En is de kans dat de overheid in dat geval moet bijspringen kleiner. 
  • Er is een gemeenschappelijk toezichtmechanisme gekomen. Hiermee is het toezicht onafhankelijker, consistenter en kritischer geworden. De Europese Centrale Bank (ECB) houdt sindsdien toezicht op systeemrelevante banken, waarbij De Nederlandse Bank (DNB) op kleinere banken in Nederland toezicht houdt. 
  • Er is een gemeenschappelijk afwikkelingsbeleid ontwikkeld voor falende banken. Dreigt een Nederlandse bank failliet te gaan? Dan is in Nederland DNB verantwoordelijk om dat op een gecontroleerde manier verloopt. Burgers moeten in elk geval met hun geld kunnen blijven betalen en bij hun spaargeld kunnen.
  • Spaarders zijn na de crisis beter beschermd. In Nederland is dit geregeld door het depositogarantiestelsel.

De maatregelen zijn kernonderdelen van de Europese Bankenunie , die na de financiële crisis is opgericht. De bankenunie draagt hiermee bij aan een gezonde financiële sector.

Financiële sector ook in de toekomst stabiel

De Europese Unie maakt de regels voor de financiële sector. In Nederland komen die regels onder meer terug in de Wet op het financieel toezicht.

De Europese Centrale Bank, de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten houden toezicht op de financiële sector in Nederland. De Europese Centrale Bank en De Nederlandsche Bank kijken naar de stabiliteit van de financiële sector  als geheel en naar de financiële stabiliteit van individuele financiële instellingen, zoals banken. De Autoriteit Financiële Markten houdt gedragstoezicht op financiële markten. Bijvoorbeeld of er voldoende transparantie is, of cliënten op de juiste manier worden behandeld en naar de verhoudingen tussen marktpartijen.