Overstap naar duurzame warmtebronnen
De overheid wil ervoor zorgen dat in 2050 alle gebouwen duurzame warmtebronnen gebruiken voor warm water en verwarming. Bijvoorbeeld via warmtenetten of warmtepompen. En dus geen gas meer, om zo minder afhankelijk te worden van andere landen.
Doel: 1,5 miljoen woningen aardgasvrij in 2030
Om in 2050 volledig aardgasvrij te zijn, wil de overheid in 2030 al een hoop woningen aangesloten hebben op duurzame warmtebronnen. De afspraak met gemeenten is daarom dat zij tot 2030 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen aardgasvrij maken. Of ze daar in ieder geval op voor te bereiden door ze te isoleren.
In het Klimaatakkoord staat bovendien dat vóór 2030 500.000 extra bestaande huizen en gebouwen op een warmtenet worden aangesloten. De overheid wil dat er sneller meer warmtenetten worden aangelegd in wijken waar dat de goedkoopste optie is. En dat deze betrouwbaar, duurzaam en betaalbaar zijn.
Plan voor warmtetransitie per gemeente
Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de overstap naar duurzame warmte oplossingen. Zij weten welke duurzame oplossing het beste past in iedere wijk. Daarom werkt iedere gemeente aan een plan (het warmteprogramma) om stap voor stap over te gaan van aardgas op andere warmtebronnen. Dit doen zij samen met bewoners, bedrijven, woningcorporaties en netbeheerders.
In zo’n plan staat onder andere de strategie en de planning voor de warmtetransitie in de gemeente. En welke wijken als eerst aan de beurt zijn. Deze plannen moeten eind 2026 af zijn.
De overheid biedt gemeenten hulp om de plannen te maken én heeft subsidies beschikbaar om projecten uit te voeren. De plannen moeten duidelijk en haalbaar zijn. En de gevolgen voor bewoners en bedrijven moeten helder zijn, zodat zij weten wat zij zelf kunnen of moeten doen. Bijvoorbeeld een inschatting maken of zij wel of geen nieuwe cv-ketel kopen als de oude cv-ketel kapot gaat.
Keuze voor warmtenetten of warmtepomp
De aanpak om over te stappen naar een warmtenet of warmtepomp verschilt per wijk of buurt.