Aanpak opvangcrisis

Er zijn te weinig opvangplekken voor asielzoekers, waaronder alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het vorige kabinet nam maatregelen voor de korte en lange termijn. Samen met veiligheidsregio’s, provincies, gemeenten, Rode Kruis, kerken en andere partners wordt gewerkt aan voldoende opvangplekken.

Gemeenten hebben per 1 februari 2024 met de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (Spreidingswet) een wettelijke taak in de opvang van asielzoekers. Het doel van de wet is te komen tot voldoende opvangplekken en een evenwichtiger verdeling van asielzoekers over provincies en gemeenten.

Maatregelen om de opvangcrisis onder controle te krijgen

Om grip te krijgen op de opvangcrisis heeft het vorige kabinet verschillende maatregelen genomen. Door de maatregelen komt er meer ruimte in de opvangcentra. Het gaat onder meer om:

  • Regelen van grote en kleine opvanglocaties. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) werkt hierin samen met maatschappelijke organisaties zoals hulporganisaties en kerken.
  • Regelen van doorstroomlocaties voor statushouders. Hier kunnen statushouders worden opgevangen, in afwachting van een woning.
  • Provincies helpen bij het werken aan opvangplekken en het regelen van woningen in hun provincie of regio.  
  • Tot en met 2024 komen er 37.500 extra tijdelijke woningen (flexwoningen) bij. Deze zijn voor statushouders. En voor spoedzoekers. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die door een scheiding of medische reden een nieuwe of andere woning nodig hebben.
  • Het aantal asielzoekers op een locatie kan worden verhoogd. 
  • Als er geen andere mogelijkheden zijn dan kunnen asielzoekers tijdelijk in hotels worden opgevangen. 
  • Om te zorgen dat statushouders korter in de opvang zijn, is het snel organiseren van woningen voor hen noodzakelijk.
  • Als het nodig is gaan statushouders tijdelijk naar een hotel. 
  • Door de huidige situatie vond het vorige kabinet het niet verstandig de beloofde hervestigingsafspraken binnen de Europese Unie (EU) uit te voeren.

Deze (tijdelijke) maatregelen hebben gevolgen voor het aantal mensen dat naar Nederland komt. Ze hebben ook gevolgen voor de snelheid van de asielprocedure en de huisvesting van statushouders. Statushouders zijn asielzoekers met een verblijfsvergunning. Door de maatregelen komt er meer ruimte in de opvangcentra.

Verbetering situatie Ter Apel

De spanning op de asielopvang wordt het eerst zichtbaar in Ter Apel. Met de gemeente Westerwolde en het COA is afgesproken dat hier maximaal 2.000 asielzoekers worden opgevangen. Om de spanning te verminderen pakte het vorige kabinet met partners onder meer het verbeteren van de doorstroom aan. Daarbij gaat het om:

  • Een extra aanmeld- en opvangcentrum voor asielzoekers. Asielzoekers kunnen zich dan ook registreren op een andere locatie dan in Ter Apel. Nu moeten alle asielzoekers die in Nederland komen zich eerst melden en registreren in Ter Apel. Het is nog niet bekend waar en wanneer het nieuwe aanmeldcentrum komt.
  • In Ter Apel worden asielzoekers geïdentificeerd en geregistreerd door de politie en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). In Assen is er een voorportaallocatie om Ter Apel te ontlasten. Hier worden mensen tijdelijk opgevangen die nog niet meteen geïdentificeerd en geregistreerd kunnen worden.
  • Het is de bedoeling om nog 2 of 3 voorportaallocaties te openen.
  • Alleenstaande minderjarige vreemdelingen en mensen die medische hulp nodig hebben blijven in Ter Apel. Zij worden als eerste ingepland voor identificatie en registratie bij de politie.

Oorzaken van te weinig opvangplekken voor asielzoekers

Belangrijke oorzaken van te weinig opvangplekken zijn:

  • Hoger aantal asielzoekers vraagt asiel aan
    Er vragen in 2024 dagelijks ongeveer 100 tot 200 asielzoekers asiel aan. Dat zijn er meer dan in voorgaande jaren.
  • Te weinig statushouders verhuizen van opvangcentrum naar woning
    Gemeenten kunnen niet genoeg woningen vinden voor statushouders. Dat zijn asielzoekers met een verblijfsvergunning. Bijna 19.000 statushouders verblijven in een opvangcentrum voor asielzoekers. Eigenlijk moeten ze naar een (tijdelijke) woning in een gemeente verhuizen.

Andere maatregelen voor extra opvanglocaties

De overheid wil dat elke asielzoeker in een opvangcentrum blijft tijdens de asielprocedure. Er moeten daarom onder andere meer opvangplekken komen. De Rijksoverheid neemt samen met de provincies en gemeenten daarom de volgende maatregelen:

  • Statushouders naar flexwoning (tijdelijke woning)
    In flexwoningen kunnen naast statushouders ook andere mensen die een woning zoeken tijdelijk wonen. Zoals spoedzoekers, jongeren of arbeidsmigranten. De Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting ondersteunt gemeenten en andere partijen hierbij. Deze maatregel mag maximaal € 100 miljoen kosten.
  • Statushouders mogen tot 1 januari 2025 in hotel of vakantiehuis blijven
    Gemeenten mogen mensen met een verblijfsvergunning tot 1 januari 2025 blijven opvangen in een hotel of vakantiehuis. De Hotel- en Accommodatieregeling (HAR)  is verlengd. Daarna krijgen statushouders een woning in de gemeente als deze beschikbaar is.
  • Het realiseren van doorstroomlocaties
    Dat zijn tijdelijke locaties in (de nabijheid van) de gemeente waar de statushouder woonruimte krijgt, als deze beschikbaar is.

Naast de maatregelen op korte en lange termijn werkt Nederland ook samen met andere Europese landen om de opvangcrisis op te lossen.

Documenten