75 jaar politievrijwilligers: “Collega’s om trots op te zijn!”

Ministeries

Ze zijn een begrip binnen bij de politie: de vrijwilligers die - naast hun reguliere baan – bij de politie werken. Inge Godthelp-Teunissen, lid van de eenheidsleiding van de Landelijke Eenheid en portefeuillehouder Gebiedsgebonden Politie: “Wij zijn ontzettend blij met deze collega’s. Zij versterken de politie met enorm veel enthousiasme en deskundigheid. En dat al 75 jaar!”

Vergroot afbeelding Politievrijwilligers
Beeld: ©Ministerie van Justitie en Veiligheid

Op dit moment – maart 2023, red.- telt de nationale politie zo’n 2600 politievrijwilligers, verspreid over de elf eenheden in het land. Inge: “Zij hebben heel verschillende achtergronden. Zo hebben wij bijvoorbeeld vrijwilligers die in hun dagelijkse leven registeraccount, radioloog, tandtechnicus, radio dj of student zijn, maar we hebben ook consultants, managers en een voormalig bankdirecteur in onze gelederen. Daarnaast hebben we een aantal vrijwilligers die al met pensioen zijn: sommigen zijn de tachtig al gepasseerd en leveren nog steeds een bijdrage aan onze organisatie. Kortom, van jong tot oud en van elk opleidingsniveau. Wat het ‘normale‘ werk of de dagelijkse bezigheid van onze vrijwilligers ook is, ze hebben één ding gemeen: een enorme passie voor het politievak.”

Drie categorieën

“De functies waarvoor wij hen inzetten zijn divers en zijn onder te verdelen in drie categorieën. Zo werken sommigen als traditionele ‘blauwe’ collega op straat, anderen worden specifiek ingezet op bijvoorbeeld financieel en digitaal gebied. Denk bijvoorbeeld aan ICT’ers die een enorme waardevolle bijdrage leveren aan onze cybercrimeteams bij de aanpak van computercriminaliteit. En dan zijn er ook vrijwilligers die in de ondersteuning werken, bijvoorbeeld als gastheer of -vrouw aan de balie, chauffeur of notulist. Zij draaien allemaal een of meer dagen mee in een team en worden daarvoor – rekening houdend met hun reguliere baan en wensen - ingepland.”

Beschikbaarheid

“We vragen van hen dat ze een bepaald aantal uren per jaar beschikbaar zijn. Vooral voor vrijwilligers in uitvoerende functies is het belangrijk dat zij regelmatig bij ons aan het werk zijn. Zo blijft hun kennis van het politievak up to date; ze houden hun vaardigheden op peil en houden feeling met het team waar zij werken. Belangrijk, want collega’s die met elkaar werken in een basisteam moeten blind op elkaar kunnen vertrouwen.”

Opleiding

Voor vrijwilligers gelden dezelfde eisen als voor ‘gewone’ politiemedewerkers. Inge: “Voor sommige uitvoerende functies moet je bijvoorbeeld minimaal MBO3 op zak hebben, minstens 18 jaar oud zijn en een opleiding aan de Politieacademie hebben gevolgd. Dat is een punt van aandacht voor ons: de opleidingscapaciteit staat onder druk en dat merken ook onze vrijwilligers: het aantal voor hen beschikbare opleidingsplaatsen is helaas beperkt. Op dit moment onderzoeken we de mogelijkheden om meer politievrijwilligers op te leiden in de toekomst.
Voor specialisten en ondersteuners liggen de opleidingseisen anders: specialisten doen de opleiding Politiemedewerker Specifieke Inzet en voor ondersteuners gelden dezelfde opleidingseisen als voor de ondersteuners die wij vaste in dienst hebben. Wel krijgen zij een training om hen bekend te maken met de politie, een soort inburgeringscursus eigenlijk.”

Waardevol

“Wat politievrijwilligers vooral zo waardevol voor ons maakt, is de schat aan kennis en ervaring die zij meebrengen. Zij kijken vaak met andere ogen naar zaken of werkwijzen die voor ons vanzelfsprekend zijn. Input die wij als organisatie die bij uitstek is gericht op de buitenwereld, heel goed kunnen gebruiken. Daar komt nog bij: zij helpen ons enorm in deze tijd waarin we te maken hebben met een krappe bezetting: zij zijn – simpel gezegd- extra handen aan de kar. Zij zijn in alle opzichten een verrijking van het korps, collega’s om trots op te zijn!”

Op 29 maart 2023 organiseerde het Instituut Politievrijwilligers de bijeenkomst ‘75 Jaar politievrijwilligers’. De 150  aanwezige vrijwilligers werden tijdens de feestelijke bijeenkomst toegesproken door onder andere Z.M. de Koning, minister Yeşilgöz-Zegerius en korpschef Henk van Essen. Daarna ontvingen zij van de korpschef de jubileumlegpenning. De bijeenkomst werd muzikaal omlijst door het Nederlands Politie Orkest.

Lees hier de toespraak van minister Yeşilgöz-Zegerius.

Ondersteuner Carine: “Dan ben je ineens het gezicht van de politie”

Carine Voshaar (48), in het dagelijks leven podcastmaker van de true crime-podcast 'Moordzaken' werkt nu zo’n vijf jaar als vrijwilliger bij de Eenheid Amsterdam: “Ik ben van nature een nieuwsgierig mens. Dus toen ik van een vriendin, die bij de politie werkt, hoorde van het bestaan van politievrijwilligers, was ik meteen verkocht. Als Amsterdammer wil ik graag wat terug doen voor mijn stad en dit leek me een heel mooie manier om dat te doen. Bovendien: het gaf me de kans om Amsterdam eens van een heel andere kant te leren kennen en te zien wat er allemaal speelt. 

Ik heb er inmiddels verschillende tijdelijke klussen op zitten. Ik begon als hostess op het Bureau Burgwallen, middenin het centrum. Mijn taak was mensen te ontvangen en hen een eerste luisterend oor te bieden. Daar stond ik dan, in uniform. Dan ben je toch ineens het gezicht van de politie. Daarna heb ik nog gewerkt bij de afdeling Korpscheftaken en ging ik – als extra paar ogen -  mee met wapencontroles op grond van de Wet Wapens en Munitie: de eerste controle die wordt uitgevoerd bij mensen die zojuist hun jachtakte hebben of lid zijn geworden van een schietclub. Is de verplichte kluis waarin zij hun wapen moeten opbergen in orde? Hoe ziet hun thuissituatie eruit? Dat menselijke aspect boeit mij enorm, te zien hoe mensen leven. Ook heb ik tijdelijk gewerkt bij de afdeling Cybercrime, waar ik heb geholpen met het opzetten van een training voor collega’s die aangiften van cybercrime opnemen. 

Allemaal heel verschillende ondersteunende functies. Daardoor heb ik verschillende facetten van de politie leren kennen. Misschien maak ik ooit nog weleens de overstap naar een vrijwilligersfunctie in de uitvoering; nu ik hier al vijf jaar ben is die stap niet meer zo groot. Een échte overstap naar de politie, vast in dienst, gaat het - denk ik - niet worden, al heb ik er weleens aan gedacht rechercheur te worden. Maar ik ben toch te gehecht aan de vrijheid die ik heb als podcastmaker. Eigenlijk is dit de ideale combinatie: én bij de politie én mijn werk als eigen baas.”

Erik, werkzaam in de uitvoering: “Waakzaam en dienstbaar, ik heb het allebei in me”

Erik van Buuren (60) werkt als projectleider/onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer in Den Haag binnen het onderzoeksgebied justitie en veiligheid. Daarvoor had hij verschillende andere functies binnen de JenV-organisatie, zoals bij de NCTV, het Nationaal Crisis Centrum en het Bestuursdepartement. Heel verschillende functies, maar wel met een rode draad: allemaal hebben ze een connectie met het uitvoerende politiewerk. Een keer per week trekt Erik zijn politie-uniform aan en draait hij een dienst in het basisteam Rijswijk in de Eenheid Den Haag. 

“Na mijn studie Rechten in Leiden wilde ik ooit echt bij de politie. Dat zit in mijn genen, mijn opa zat er ook. Ik was niet de enige die belangstelling had. Rond 1990 was de animo voor een opleiding bij de Politieacademie groot. Zo’n 3.000 geïnteresseerden voor gemiddeld 15 vacatures per jaar. Om meer affiniteit met het politievak te krijgen wees een studiegenoot mij op de mogelijkheid om alvast bij de reservepolitie te starten, naast mijn eerste reguliere baan. En zo is het begonnen en gebleven, nu al weer bijna 33 jaar.

Het mooie aan dit werk is dat je niet weet hoe je dienst eruit gaat zien: je stapt als ‘first responder’ in de auto en dan gebeurt het. Die onvoorspelbaarheid vind ik heel mooi en biedt een tegenwicht aan mijn reguliere baan bij de Algemene Rekenkamer, net als aan mijn vorige functies. Ik heb me altijd prettig gevoeld op het snijvlak van beleid en operatie; door mijn politiewerk weet en ervaar ik hoe het er in de uitvoering aan toegaat. Deze kennis en het daarbij opgebouwde netwerk kan ik goed gebruiken in mijn reguliere werk. 

Natuurlijk kom je soms in heftige situaties. Zoals die ene keer dat ik met een collega naar een adres ging waarvan omwonenden het gevoel hadden dat er iets niet klopte. Toen we daar kwamen bleek een man zich te hebben verhangen. Zoiets vergeet je niet. Bij de politie word je na zo’n gebeurtenis goed opgevangen door het Team Collegiale Ondersteuning (TCO): ze houden in de gaten hoe het met je gaat en bieden een luisterend oor. 

Ik heb dezelfde bevoegdheden als mijn collega’s in vaste dienst. Ik heb dan ook – in een ver verleden - de politieopleiding gedaan die vrijwilligers destijds kregen en ik hou mijn kennis op peil met alle verplichte Integrale Beroepsvaardigheids Trainingen (IBT). Onlangs ben ik nog opgeleid voor het stroomstootwapen. Ik draai mee in het team en voel me er echt in opgenomen. Natuurlijk mis ik weleens wat doordat ik er niet elke dag ben, maar mijn collega’s houden me goed op de hoogte.

Als ik mezelf zou moeten omschrijven als waakzaam of dienstbaar, zoals het motto van de politie luidt, dan denk ik dat ik het allebei in me heb. Zodra ik in de auto stap, ben ik waakzaam en speur ik ‘surfend’ de omgeving af. Maar als ik dan even later een reanimatie moet doen, dan ben ik voor honderd procent dienstbaar. Die twee kanten van het vak vind ik heel mooi.

Ik maak me weleens zorgen om de uitstroom van politievrijwilligers. Dat zou ik de politie willen meegeven: blijf de politievrijwilligers betrokken houden. Geef degenen die dat willen en kunnen de mogelijkheid zich te laten opleiden voor extra bevoegdheden of bied kansen om door te stromen. Dat komt ten goede van de motivatie!”