Borssele voorkeurslocatie voor twee nieuwe kerncentrales
Het kabinet heeft Borssele als voorkeurslocatie aangewezen voor de komst van twee nieuwe kerncentrales. De eerste voorbereidingen worden gestart voor de bouw van twee kerncentrales van de derde generatie. Op basis van de voorlopige inzichten zullen deze rond 2035 afgerond zijn en elk een vermogen van 1000 tot 1650 megawatt hebben. Daarmee zouden de twee reactoren in 9 tot 13 procent van de elektriciteitsproductie voorzien in 2035. Het kabinet bereidt daarnaast de bedrijfsduurverlenging van de bestaande kerncentrale in Borssele voor, zodat deze ook na 2033 veilig in bedrijf kan blijven.
Kernenergie
Het kabinet kiest, naast de inzet op onder meer wind- en zonne-energie, voor kernenergie omdat Nederland alle schone energiebronnen nodig heeft om de klimaatdoelen te halen en uiterlijk in 2040 geen CO2 meer uit te stoten bij de productie van elektriciteit. Daarnaast is kernenergie onafhankelijk van weersomstandigheden en levert daarmee een bijdrage aan een stabiele energiemix.
De bestaande kerncentrale in Borssele produceert zo’n 3,8 terawattuur (TWh) elektriciteit per jaar. Afhankelijk van het aantal gemaakte draaiuren, zullen de twee nieuwe kerncentrales jaarlijks zo’n 24 TWh aan elektriciteit produceren. Daarmee zullen de twee nieuwe kerncentrales samen 9 tot 13 procent van de elektriciteitsproductie voorzien in 2035.
Voorkeurslocatie
Het kabinet ziet Borssele op dit moment als de meest geschikte locatie voor de komst van twee nieuwe kerncentrales en merkt de locatie in het Sloegebied daarom als ‘voorkeurslocatie’ aan. Hier is voldoende ruimte voor de komst van nieuwe reactoren en veel relevante kennis en (nucleaire) infrastructuur, zoals de opslag van nucleair afval, aanwezig. Het bouwen van twee reactoren op één locatie is daarnaast kostenefficiënter. Het kabinet ziet lokaal draagvlak als belangrijke voorwaarde bij de locatiekeuze en werkt daarom een participatieplan uit om bewoners, organisaties en bedrijven te betrekken.
Twee generatie III+ reactoren
De voorbereidingen zijn gericht op de bouw van twee generatie III+ reactoren. Dit is het modernste type reactor met verbeteringen op het gebied van veiligheid, bedrijfsduur, brandstoftechnologie en efficiëntie. De eerste generatie III+ reactoren zijn inmiddels in andere landen in bedrijf genomen. Hierdoor is er internationaal ruime praktijkervaring met de planning en financiering van deze techniek. Daarmee is de inzet op generatie III+ reactoren de snelste route naar een bijdrage van kernenergie aan een stabiel, CO2-neutraal en divers energiesysteem.
Vervolgstappen
De bouw van nieuwe kerncentrales vraagt veelomvattende besluitvorming en zorgvuldige afwegingen. Het kabinet streeft ernaar deze kabinetsperiode een definitief besluit te nemen over de locatie, techniek, financiering, de rol van de overheid en het tenderproces. Daarvoor zullen nog verschillende onderzoeken plaatsvinden, onder meer naar milieueffecten voor specifieke locaties en mogelijke financieringsmodellen. In deze procedures wordt Rotterdam meegenomen als alternatieve locatie. Het vervolgonderzoek gaat daarnaast in op de gevolgen voor het stroomnet van de komst van nieuwe reactoren, naast de komst van andere duurzame energiebronnen. Door verschillende stappen parallel naast elkaar te nemen kan het proces zoveel mogelijk versneld worden. Bewoners, bedrijven en medeoverheden uit de omgeving krijgen daarbij net als andere geïnteresseerden ruim de gelegenheid voor inspraak. Naar verwachting kan het kabinet op z’n vroegst eind 2024 een definitieve locatiekeuze maken.
Bestaande kerncentrale langer open
In de huidige Kernenergiewet is opgenomen dat de bestaande centrale in Borssele tot en met 2033 in bedrijf blijft. Het kabinet wil dat de bestaande kerncentrale langer in productie blijft. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) zal beoordelen of dit technisch haalbaar is en veilig kan. Met het openhouden van de bestaande centrale voorkomt het kabinet dat er door sluiting meer elektriciteit geproduceerd moet worden met fossiele brandstoffen en Nederland afhankelijker wordt van de import van energie. Daarnaast draagt de bestaande kerncentrale bij aan het behoud van nucleaire kennis en onderzoek.
Om te kunnen verlengen moeten de Kernenergiewet en de bestaande afspraken met de aandeelhouders van de centrale worden aangepast. Er worden technische onderzoeken uitgevoerd die zullen uitwijzen hoelang en onder welke voorwaarden de centrale op een veilige en verantwoorde manier langer open kan blijven.
Minister Jetten voor Klimaat en Energie: “Kernenergie kan een belangrijke bijdrage leveren aan een betrouwbare en CO2-vrije energievoorziening. Lokaal draagvlak en randvoorwaarden voor de komst van nieuwe kerncentrales zijn cruciaal bij de keuzes die we daarbij maken. Ik vind het daarom belangrijk om de omgeving van de mogelijke locaties bij alle toekomstige stappen te blijven betrekken.”