Repatriëringen Israël: ‘de Amerikanen kopieerden ons registratiesysteem’
Ministeries
Om Nederlanders wereldwijd te helpen – in noodsituaties of tijdens grote evenementen – zet het ministerie van Buitenlandse Zaken het Snel Consulair OndersteuningsTeam in (SCOT, afgekort). Arjen Nauta, senior beleidsmedewerker Taiwan en Hongkong, was als SCOT’er betrokken bij de eerste vier repatriëringsvluchten uit Israël.
“Dinsdag 10 oktober, drie dagen na het uitbreken van de hevige gevechten in Israël en de Palestijnse Gebieden werd ik als SCOT’er opgeroepen. De volgende dag vloog ik vanaf Eindhoven Airport met een militair vliegtuig naar Tel Aviv, Israël. Na aankomst volgde vier intensieve dagen op Ben-Gurion, het internationale vliegveld van Tel Aviv, waar ik samen met een collega SCOT’er 10 uur per dag aanwezig was om ondersteuning te bieden voor de repatriëringsvluchten. Op het vliegveld waren ook dagelijks drie ambassademedewerkers uit Tel Aviv en twee medewerkers van de Vertegenwoordiger bij de Palestijnse Autoriteit uit Ramallah aanwezig. Twee keer ging het luchtalarm af op de luchthaven en moest iedereen plat op de grond gaan liggen. Maar verder functioneerde de luchthaven zo normaal als mogelijk en vertrokken vluchten richting Europa en de rest van de wereld. Zo ook de repatriëringsvluchten.”
Het SCOT is een team van medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat snel kan worden ingezet in een gebied waar veel Nederlanders hulp nodig hebben. Het SCOT ondersteunt dan het werk van een ambassade of consulaat. Bijvoorbeeld om Nederlanders te helpen met verloren paspoorten, of in te zetten om Nederlanders veilig thuis te laten komen in tijden van crisis. Voor Arjen is het de tweede keer dat hij als SCOT’er is opgeroepen. De eerste keer was in april van dit jaar toen hij naar Khartoem, Soedan, is afgereisd om bij de evacuatie daar te ondersteunen. Tijdens een reguliere plaatsing in Islamabad was hij ook bij de evacuatie Afghanistan betrokken en is zo het SCOT-team ingerold.
“Ondanks de dreiging en het geweld in Israël en de Palestijnse Gebieden was er bij deze repatriëring geen sprake van een chaotische en extreem gevaarlijke situatie. Hierdoor konden we Nederlanders die Israël wilden verlaten zo goed als mogelijk, en in relatieve rust, goed helpen om naar huis te vliegen. Mijn taak als SCOT’er was ditmaal om op het vliegveld te controleren of de persoon die zich bij onze desk meldde ook op onze lijst stond en vervolgens kon worden doorgestuurd naar de reguliere incheckbalie om aan boord te gaan. Wij gaven iedereen na onze check een kaartje van Defensie met daarop een nummer. Bij de reguliere incheckbalie was het zo direct duidelijk dat degene die in wilde checken door ons geautoriseerd was om aan boord te gaan. De Israëlische luchthavenautoriteit vond dit zo goed werken dat ze ook de Amerikanen hebben gevraagd om dit systeem te gebruiken. Ons team had een eigen stand in de vertrekhal met oranje vlaggen, een paar klompen op de tafel en een grote glazen vaas vol drop. Collega’s in Oranje hesjes, met de tekst ‘NL Embassy’ op de rug, liepen op het vliegveld rond om Nederlanders op te vangen of als aanspreekpunt voor vragen.”
Na vier dagen was het tijd voor Arjen om zelf weer naar huis te vliegen. Met een eigen kaartje van Defensie stapte hij als ‘nummer 75’ aan boord van de vierde repatriëringsvlucht. Tijdens de vlucht, waar standaard twee SCOT’ers meevliegen plus twee geestelijke verzorgers van Defensie, had hij voor het eerst tijd om wat langer met mensen te praten. “Het is altijd indrukwekkend om persoonlijke verhalen te horen van mensen in dit soort situaties. Ik merkte gelukkig dat iedereen echt wel tevreden was over onze ondersteuning om hen naar huis te krijgen en dat, belangrijker nog, de meeste mensen emotioneel stabiel waren.”
Tijdens zijn eerste werkdag op kantoor wordt Arjen zelf ook nog gebeld door bedrijfsmaatschappelijk werk om te kijken of hij zelf ook nog goed in zijn vel zit. Dat is standaardprocedure als een SCOT’er weer in Nederland is. “Dat zit wel goed hoor. Het waren intensieve dagen, maar ik kijk vooral terug op een zeer goed verlopen repatriëring. Ik ben echt onder de indruk van de manier waarop we ons werk hebben kunnen doen. Voor een volgende crisis ben ik ook zeker weer beschikbaar. Het is echt mooi werk om Nederlanders in nood zo direct en praktisch te ondersteunen.”