Bedrijfsleven centraal op COP28: ‘We zitten midden in de energietransitie, maar kunnen niet zomaar een knop omzetten’
Ministeries
COP28 in de Verenigde Arabische Emiraten is in volle gang. Tijdens deze belangrijke klimaatconferentie wordt tot en met 12 december onderhandeld over allerlei thema’s die moeten bijdragen aan het wereldwijd afremmen van klimaatverandering. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het bedrijfsleven.
Nederland en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) zetten zich samen in om vanuit het bedrijfsleven allerlei klimaatprojecten te ontplooien. Edo de Ronde is namens ons land gestationeerd op het Consulaat-Generaal in Dubai, als executive director van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Hij vertelt hoe die samenwerking er precies uit ziet.
Wat houdt jouw functie in Dubai precies in?
Edo: ‘Ik werk voor het NFIA, dat onderdeel is van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). We houden kantoor op het Consulaat-Generaal in Dubai, maar ons werkgebied beslaat eigenlijk het hele Midden-Oosten en Noord-Afrika, de zogeheten MENA-regio. NFIA trekt waardevolle bedrijvigheid vanuit die regio naar Nederland, en dan met name investeringen die de energietransitie versnellen. Ons belangrijkste doel is daarbij om onze economie te verduurzamen.
Hoe ziet de samenwerking tussen Nederland en de VAE op het gebied van klimaat(oplossingen) eruit?
Van succesvolle samenwerking tussen beide landen zijn verschillende voorbeelden te noemen, vertelt Edo. ‘Als NFIA ondersteunen we bijvoorbeeld diverse projecten van MASDAR. Dat bedrijf wordt ook wel ‘het groene vehikel’ van de VAE genoemd en is wereldwijd één van grootste investeerders in zonne- en windenergie.’
Hij vervolgt: ‘MASDAR zal ook tot de eerste spelers behoren die waterstof gaan exporteren. Samen met de Nederlandse havens werken we er heel hard aan om dit naar Nederland te halen. Investeringen in de benodigde infrastructuur om de waterstof in Nederland te kunnen ontvangen is wereldwijd een belangrijk aandachtspunt van de NFIA. Niet in de laatste plaats omdat groene waterstof tot één van onze klimaatprioriteiten behoort.’
De samenwerking tussen beide landen werkt twee kanten op, legt Edo uit. ‘We delen vanuit Nederland ook veel kennis met de VAE en de rest van de MENA-regio. Zo brengen we bedrijven hier in contact met kennisinstellingen als TNO en de Universiteit van Wageningen, en ondersteunen we Nederlandse bedrijven met klimaatoplossingen in het aanboren van markten in het Midden-Oosten. Desolenator is daar een mooi voorbeeld van. Zij winnen drinkwater uit zeewater en maken daarbij volledig gebruik van zonne-energie. De Nederlandse ambassade in Abu Dhabi en het Consulaat-Generaal in Dubai ondersteunen hen bij een internationale pilot in Dubai.
De VAE zetten flink in op een succesvolle energietransitie, net zoals Nederland dat doet. Beide landen hebben daar ook de financiële middelen voor. Voor veel middeninkomenslanden in de MENA-regio geldt dat echter niet, terwijl zij wel de wil hebben om de transitie door te maken. Wat doen Nederland en de VAE (al dan niet gezamenlijk) om dit soort landen vooruit te helpen met hun klimaatambities?
Edo: ‘Zowel de VAE als Nederland stellen financiële middelen ter beschikking aan diverse middeninkomenslanden in de MENA-regio, behorende tot de zogenaamde Global South. Nederland doet dit via Invest International en de fondsen van Climate Fund Managers. De VAE doen dit met eigen fondsen. Ons NFIA-kantoor speelt een actieve rol in het koppelen van partijen en initiatieven om de haalbaarheid van projecten te vergroten. Deze projecten hebben als doel in die landen hernieuwbare energie op te wekken waarmee ze hun eigen economie kunnen vergroenen en op termijn zelf ook energieleverancier kunnen worden voor andere landen. Wij importeren dan graag hun waterstof!’
De VAE zijn dit jaar het toneel van een heel belangrijke COP. Hoe kijk je aan tegen het afbouwen van fossiele brandstoffen in het bedrijfsleven – wereldwijd een grote prioriteit?
Edo vertelt: ‘Het voelt misschien tegenstrijdig, maar fossiele bedrijven behoren tot de grootste investeerders in de energietransitie. We kunnen ook nog niet zonder de fossiele sector. We zitten middenin een energietransitie, met de nadruk op het woord transitie. Het is geen kwestie van zo even de knop omdraaien, omdat we daarmee een groot deel van de economie buiten spel zouden zetten.’
Edo ziet in de discussie omtrent fossiele bedrijven ook een kentering, vertelt hij. ‘Tijdens COP26 in Glasgow werd er slechts over de fossiele sector gepraat, nu neemt men zelf ook deel. Dat is een goede zaak, ze zijn ook deel van de oplossing’
Toch mag de voet niet van het electrische gaspedaal, waarschuwt Edo. ‘Overheden wereldwijd moeten de druk richting bedrijven opvoeren om te blijven vergroenen. Daarbij moeten we wel oppassen dat Nederland en Europa zich niet uit de wereldmarkt prijzen en daar kan deze COP ook aan bijdragen. De invoering van het Europese Emissions Trading System zie ik in dat opzicht als een succes. Dit systeem dwingt af dat er elk jaar mag minder CO2 uitgestoten wordt in lijn met de klimaatdoelstellingen. En met de invoering van CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) voorkomen we dat de uitstoot geëxporteerd wordt naar buiten de EU. Vervuilende producten moeten een heel stuk duurder worden, waardoor de vraag ernaar afneemt.’
Tot slot: wat zijn jouw verwachtingen van COP28?
Edo: ‘Ik hoop vooral dat er niet alleen gepraat wordt maar dat er ook concrete acties genomen worden. Op de eerste dag kondigden de VAE en Duitsland aan elk 100 miljoen USD in het klimaatschadefonds te storten voor landen die geconfronteerd worden met ernstige gevolgen van klimaatverandering. De EU volgde vervolgens met een bijdrage van 125 miljoen USD. Dat was historisch en een goed begin, laten we hopen op meer succes deze en volgende week!’
Als NFIA dragen we bij onder anderen bij aan de programma’s van de Nederlandse klimaatgezant, Invest International, de directeur-generaal Klimaat en Energie van het ministerie van EZK en de havens van Rotterdam en Amsterdam. We richten ons verder met name op het realiseren van waterstofcorridors tussen het Midden-Oosten en Nederland door inhoudelijke sessies te organiseren met overheid & bedrijven uit de VAE, Oman, Saoedi-Arabië en Egypte. Ik verwacht dat we concrete stappen zetten om vanaf 2027 groene ammonia te kunnen ontvangen en niet veel later vloeibare waterstof. De investeringsbeslissingen hiervoor moeten nu genomen worden!