Ambassadeurs in Oekraïne en Rusland: diplomatieke uitdagingen in het hart van de oorlog
Ministeries
Jennes de Mol, ambassadeur in Oekraïne, en Gilles Beschoor Plug, ambassadeur in Rusland, waren afgelopen maand voor even terug in Nederland. Net als een jaar geleden troffen zij elkaar voor een dubbelinterview over hun perspectief op de nog altijd voortwoekerende oorlog. 'We zeggen in Nederland op 4 mei dat vrijheid niet vanzelfsprekend is en worden nu keihard geconfronteerd met de realiteit daarvan.'
Twee landen, twee ambassadeurs, twee verschillende invalshoeken op dezelfde oorlog. Toch waren beide CdP’s het tijdens het vorige interview, in juni 2022, snel eens over het gevoel dat overheerste: surrealisme. Ruim negen maanden later is dat gevoel nog steeds sterk aanwezig, zegt Jennes. ‘Surrealistisch is de situatie in Oekraïne nog steeds. In steden als Kyiv, Lviv, Zhytomyr en Odesa gaat het leven weer zijn gang. Mensen proberen er iets van te maken, maar ondertussen gaat het luchtalarm steeds af. De laatste keer dat ik zelf in Odesa was zagen we vier raketten overvliegen, waarvan er twee door luchtafweer uit de lucht werden geschoten. Zulke dingen blijven bizar.’
'De laatste keer dat ik zelf in Odesa was zagen we vier raketten overvliegen, waarvan er twee door luchtafweer uit de lucht werden geschoten. Zulke dingen blijven bizar.'
Ook in Moskou voelt de situatie nog altijd bevreemdend aan. Gilles vertelt: ‘De stad leeft voort, de Russen leven voort. Je ziet nauwelijks dat er op nog geen 500 kilometer afstand een oorlog met vreselijke gevolgen gaande is.’
Ontwikkelingen
Hoewel het gevoel dus niet anders is dan afgelopen zomer, zijn er voor beide ambassadeurs veel ontwikkelingen geweest. Zo heeft Jennes zijn takenpakket de afgelopen periode steeds verder zien groeien, vertelt hij. ‘We zitten op de ambassade in een soort groeimodel. Dat klinkt misschien gek in oorlogstijd, maar Oekraïne zet al vol in op de wederopbouw. Daar willen wij als Nederland een bijdrage aan leveren. Verder speelt nu ook nadrukkelijk het thema accountability. Dat wil zeggen: het tegengaan van straffeloosheid in oorlogssituaties. Nederland is verzocht ook daarin een grote rol te pakken.’
Ondertussen kwam het diplomatieke werk voor Gilles in Moskou in een heel ander perspectief te staan. Er zijn tien EU-sanctiepakketten aangenomen. Over en weer stuurden Nederland en Rusland diplomaten weg, en het Nederlands consulaat in Sint Petersburg moest tijdelijk sluiten. Gilles vertelt: ‘Dat heeft natuurlijk een wezenlijke impact op ons werk gehad. Niet alleen is de hoeveelheid werk daardoor simpelweg gedaald, ook zijn de politieke contacten er nauwelijks meer.’
Toch blijft hij onvermoeibaar doorgaan. ‘We moeten de ambassade draaiende houden. Consulair ligt er nog een belangrijke rol, en we moeten aanspreekbaar blijven voor informatievoorziening richting bedrijven die in Rusland actief zijn en worden getroffen door de sancties.’ Daarmee stipt hij direct een gevoelig punt aan, beseft hij. ‘Buitenlandse bedrijven die actief zijn in Rusland liggen onder een vergrootglas. Maar ik vind het wel belangrijk om op te merken dat deze bedrijven niet alleen aan westerse sancties onderhevig zijn, maar dat de Russen zelf ook sancties hebben afgekondigd. Die sancties, vaak juridisch of financieel van aard, maken het moeilijk om het land zomaar te verlaten.’
Angstige momenten
De oorlog heeft Jennes en Gilles niet alleen professioneel in hun greep, ook persoonlijk doet het ze veel. Emotie is geen mens vreemd, zeker in een dergelijk conflict, en op de vraag of ze wel eens angstige momenten kennen is het antwoord dan ook ‘ja’. Jennes vertelt: ‘Ik heb eerder ook in Afghanistan gezeten, dus ik was echt wel iets gewend. Maar ik heb in Oekraïne een paar knallen gehoord waarvan mijn hart in mijn keel klopte. Dat zijn ontzettend heftige momenten.’
Voor Gilles heeft de angst een heel andere dimensie, legt hij uit. ‘We zijn in Moskou natuurlijk niet zozeer in fysiek gevaar, maar ik ben af en toe wel bang voor de toekomst. Zeker nu je ziet dat Rusland probeert het conflict te verbreden en grote delen van de wereld tegen het westen probeert op te zetten.’
Sancties
Als een paal boven water staat dan ook dat de aan Rusland opgelegde sancties van cruciaal belang zijn, vinden beide ambassadeurs. Jennes: ‘Wij zijn het verplicht om Oekraïne steun te verlenen. Dat doen we tweeledig. Enerzijds door het land de middelen te geven om op het slagveld het verschil te maken, en anderzijds door het opleggen van sancties aan Rusland zodat zij hun strijd steeds minder makkelijk kunnen voortzetten.’
Gilles plaatst bij de opgelegde sancties wel een kanttekening. ‘Ze zijn natuurlijk noodzakelijk om het het Kremlin onmogelijk te maken de oorlog voort te zetten. Maar we moeten ons wel realiseren dat we de Russische bevolking straks als bondgenoot nodig hebben, en niet als vijand.’
'We moeten ons realiseren dat we de Russische bevolking straks als bondgenoot nodig hebben.'
Lange adem
Met ‘straks’ wordt voorzichtig vooruitgeblikt op het einde van de oorlog. Dat moment is echter nog ver weg, verwachten de twee ervaren diplomaten. Dat komt niet in de laatste plaats doordat de dialoog tussen Rusland en Oekraïne op een absoluut nulpunt staat.
Jennes: ‘Het is duidelijk dat het lang gaat duren. Oekraïne beseft echt wel dat er ooit gepraat moet worden, maar daar is het nu de tijd nog niet voor. Onderhandelen met Rusland vanuit een positie van zwakte is namelijk geen goede zaak. Dat hebben we wel gezien tussen 2015 en 2019, toen over de uitvoering van de Minsk-akkoorden werd onderhandeld. Oekraïne wil nu dus eerst op het slagveld condities creëren die de onderhandelingspositie verbeteren. Dat heeft overigens nog een reden: als Rusland nu ophoudt met schieten gaat het conflict richting een oplossing, als Oekraïne ophoudt met schieten is er geen Oekraïne meer. Dat besef is heel groot.’
'Als Rusland nu ophoudt met schieten gaat het conflict richting een oplossing, als Oekraïne ophoudt met schieten is er geen Oekraïne meer. Dat besef is heel groot.’
Dat het een kwestie van de lange adem zal worden beseft ook Gilles. ‘Poetin zet met zijn beleid in op het normaliseren van het conflict. Hij schept een beeld dat er wel iets gaande is, maar dat mensen in Rusland daar in hun dagelijks leven weinig last van hebben.’ Hij vervolgt: ‘Poetin hoopt bovendien dat hij de strijd met zijn autoritaire bewind langer vast kan houden dan ‘wij’ in het westen. In Westerse democratieën kan de bevolking zijn onvrede uiten over de gevolgen van de oorlog, zoals inflatie en energieprijzen. Daar heeft het Kremlin geen last van.’
Jennes is het daarmee eens en benadrukt daarom het belang van voortdurende westerse steun aan het land waar hij sinds 2019 gestationeerd is. ‘Onze geloofwaardigheid staat op het spel. Het raakt ons als samenleving direct. Maar we hebben gezegd dat we Oekraïne all the way steunen, dus dan moet er boter bij de vis.’ Dat kan soms pittig zijn, beseft hij maar al te goed. ‘Het vergt natuurlijk veel van ons uithoudingsvermogen. Onze steun heeft consequenties op het gebied van bijvoorbeeld inflatie, de voedsel- en de energieprijzen. Dat zijn de offers die wij brengen en het is aan de politiek om duidelijk te maken waarom dat nodig is.’
Blik op de toekomst
Vooruitkijkend hoopt hij dan ook dat het gevoel van eensgezinde steun aan het getroffen land centraal zal blijven staan. ‘Wat ik hoop is dat de internationale gemeenschap die achter Oekraïne staat zal blijven groeien. Dat we succesvol blijven in de dialoog en ook landen daarbij betrekken die zich nu nog stil houden’, zegt Jennes.
Hij sluit af: ‘Wij zeggen hier ieder jaar op 4 mei dat vrijheid niet gratis en vanzelfsprekend is en worden nu keihard geconfronteerd met de realiteit daarvan. Als ik dat even persoonlijk maak: ik groeide op in een wereld die in eerste instantie steeds een stukje veiliger werd, maar in mijn werkzame leven ben ik ondertussen al twee keer in een oorlog terecht gekomen. Eerst in Afghanistan, en nu hier. Dát is de realiteit waarin we leven. We moeten beseffen dat vrijheid niet kosteloos is.’
'Wij zeggen hier ieder jaar op 4 mei dat vrijheid niet gratis en vanzelfsprekend is en worden nu keihard geconfronteerd met de realiteit daarvan.'