Nederland en Kenia leggen de kiem voor gekoeld bloementransport over zee
Ministeries
Minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bezocht deze week Kenia. Een belangrijk doel van haar reis: de samenwerking tussen Nederland en Kenia versterken. Bijvoorbeeld door samen koellogistiek te ontwikkelen om verse Keniaanse producten via zeevracht naar Europa te vervoeren.
Grote kans dat een bosje rozen uit de supermarkt, van het tankstation of de bloemist, in Kenia is gekweekt. Nederland importeert veel verse producten uit Kenia, waaronder groente, fruit en snijbloemen. Zo wordt bijna de helft van de Keniaanse bloemenproductie naar Nederland geëxporteerd. ‘Deze producten komen nu vaak met het vliegtuig naar Nederland, maar daar willen wij verandering in brengen’, vertelt minister Schreinemacher.
Van lucht- naar zeevracht
‘Luchtvracht gaat heel snel’, geeft Marcel Biemond, programme director van Flying Swans aan. ‘Dat is fijn als er direct veel vraag is, maar het is zeker niet voor alles nodig.’ Het Flying Swans consortium, een samenwerkingsverband tussen Havenbedrijf Rotterdam, Boskalis, Mercator Novus en GroentenFruit Huis, wil in samenwerking met de Keniaanse overheid en het bedrijfsleven een nieuwe manier van gekoeld transport ontwikkelen. Deze nieuwe route gaat ervoor zorgen dat snijbloemen een langere reis kunnen afleggen over land en water.
Flying Swans heeft al ervaring met het ontwikkelen van koellogistiek in Nederland en andere Afrikaanse landen zoals Ethiopië en Zuid-Afrika. Het consortium heeft een plan opgesteld voor koellogistiek, door het gebruik van temperatuur gereguleerde containers, koelhuizen en speciale faciliteiten in de haven.
De ministeries van Buitenlandse Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en de ambassade in Nairobi, spelen een belangrijke rol in het contact met de lokale overheid. Marcel Biemond: ‘Bij de ontwikkeling van dit soort infrastructuur krijgen we vaak te maken met wet- en regelgeving rondom transport en plantgezondheid. Daarnaast zijn locaties vaak in handen van de lokale overheid. Interactie tussen de Nederlandse en lokale overheid is dan ook heel belangrijk.’
Nederlandse kennis en kunde
Volgens minister Schreinemacher liggen er kansen voor Nederlandse ondernemers in het transport van Keniaanse bloemen en planten. ‘Nederland is goed in logistiek, ook in het gekoeld vervoeren van verse producten’, aldus de minister.
Op het gebied van gekoeld transport heeft Havenbedrijf Rotterdam al veel kennis en ervaring: het is wereldwijd de grootste haven in koelcontainers. Zo’n 15 procent van de containeroverslag bevat verse producten, zoals groente en fruit, vlees en vis. Alles is klaar om Keniaanse bloemen te ontvangen. ‘Onze containerterminals hebben bijna 19.000 aansluitingen voor koelcontainers’, vertelt Danny Levenswaard, director breakbulk van Havenbedrijf Rotterdam. ‘Ook hebben we meerdere koelhuizen, waar de producten in kleinere partijen verpakt kunnen worden voor verdere verspreiding in Europa.’
De Rotterdamse haven is wereldwijd toonaangevend in het opzetten van de infrastructuur voor koellogistiek. Evenals de Nederlandse tuinbouwclusters, ook wel ‘Greenports’, waar groente, fruit en bloemen en worden geproduceerd en verhandeld. ‘We nemen veel Nederlandse kennis en kunde mee waarmee we projecten in koellogistieke infrastructuur ontwikkelen die leiden tot investeringen’, geeft Marcel Biemond aan.
Bij het Kenya Flower Council leren ze graag van de bestaande Nederlandse logistiek om de benodigde infrastructuur op te zetten in de haven van Mombassa.
Duurzamer transport
Een voordeel van zeevracht is dat er grotere hoeveelheden in een keer verplaatst kunnen worden. Vervoer via zee is bovendien een stuk duurzamer dan via de lucht, geeft Marcel Biemond aan: ‘Je mag verwachten dat de CO2-uitstoot van de producten tot 80 procent lager ligt dan bij luchtvracht.’
Daarnaast verwacht het consortium minder voedselverspilling, doordat producten voor de lokale markt ook gekoeld bewaard kunnen worden. Nu gaat in veel Afrikaanse landen een deel van de verse producten al verloren voordat deze de lokale consument heeft bereikt. Marcel Biemond: ‘Onze focus ligt op de export van producten naar Europa. Maar lokale en regionale markten kunnen ook van de faciliteiten gebruik maken, waardoor producten langer houdbaar blijven, wat bijdraagt aan de voedselzekerheid in deze landen.’
Clement Tulezi, CEO van het Kenya Flower Council, geeft aan dat in Kenia al testen zijn gedaan met gekoeld transport van fruit, groente en snijbloemen. ‘De resultaten zijn veelbelovend en daar bouwen we graag op verder. We zijn optimistisch dat het onze industrie naar een ander level gaat brengen.’
Van hulp naar handel
Het consortium hoopt dat de nieuwe transportroute een grotere handelsstroom naar Nederland en Europa op gang brengt en tegelijkertijd een positieve bijdrage levert in Kenia. Producten die eerst niet geschikt waren voor de export, door een korte houdbaarheid en hoge kosten van de luchtvracht, kunnen dan wel worden vervoerd.
‘In Ethiopië hebben we al een koelketen opgezet,’ vertelt Danny Levenswaard. ‘Kleine fruitkwekers die eerst niet in aanmerking kwamen, kunnen daar nu ook profiteren van de exportstroom naar Nederland en Europa. Dit verwachten we ook voor bloemenkwekers in Kenia.’ Het consortium verwacht ook dat de nieuwe route voor extra werkgelegenheid in Kenia zal zorgen, zoals banen in koelcentra.
Flying Swans heeft een partnership met Invest International, welke projecten van Nederlandse bedrijven in het buitenland financiert en helpt ontwikkelen om impact op de Sustainable Development Goals te maken. Femke Bos, Director Business Development, Strategy & Impact van Invest International, geeft aan dat het Flying Swans initiatief een goed voorbeeld is van een verschuiving van hulp naar handel. ‘In Kenia is hulp minder nodig in bepaalde sectoren, waardoor Kenia zich steeds meer ontwikkelt tot een volwaardige handelspartner. We bereiken zo eigenlijk dubbele impact: meer handelsstromen naar de EU, duurzamere waardeketens en een betere inkomenssituatie voor lokale boeren.’
Toenemende concurrentie
Volgens Flying Swans zullen consumenten weinig merken van de nieuwe transportroute. Marcel Biemond: ‘Eén van de dingen die je merkt - of eigenlijk niet merkt – is dat het bloemenassortiment dat je gewend bent er gewoon is. En voor ongeveer dezelfde prijs te koop is, maar met een beduidend lagere carbon footprint.’
Dit is een belangrijke reden voor het opzetten van deze koellogistiek. Ook ziet het consortium dat de concurrentie vanuit Azië toeneemt. ‘Andere landen trekken ook aan producenten om de bloemen te verkopen’, vertelt Danny Levenswaard. Duurzaam en goedkoper transport is volgens hem een belangrijk middel om de handelsstroom naar Nederland te behouden. ‘We moeten deze transportroute ontwikkelen, zodat de producten naar Nederland en Europa blijven komen en Nederland de draaischijf blijft voor verse producten naar de rest van Europa.’