‘De Turkse gemeenschap is enorm ondernemingsgezind en actief in het bedrijfsleven’
Ministeries
De afgelopen vier jaar werkte Marjanne de Kwaasteniet als ambassadeur in Turkije. Een bijzondere post, vooral vanwege de 450.000 Nederlanders met een Turkse achtergrond. Hoewel de beperkingen door corona haar werk het afgelopen jaar niet makkelijk hebben gemaakt is er genoeg om trots op te zijn. De complexe bilaterale betrekkingen zijn verbeterd en de ambassade is tijdens de pandemie naar een nieuw pand verhuisd.
Hoe is het om ambassadeur te zijn in Turkije?
‘Ik denk dat dit een van de mooiste posten is die we hebben. Alle beleidsterreinen komen hier aan de orde. Het is natuurlijk vooral speciaal omdat er in Nederland 450.000 mensen wonen met een Turkse achtergrond. Dat brengt bijzondere vraagstukken met zich mee, zowel in positieve als minder positieve zin.
We hebben bijvoorbeeld te maken met grensoverschrijdende criminaliteit. Maar het is vooral een positieve kracht als je kijkt naar de culturele en economische samenwerkingen. Die zouden niet zo krachtig zijn zonder deze groep Nederlanders. Dat maakt het extra mooi.’
Welke invloed heeft die groep op het werk van de ambassade?
‘Deze groep is bekend met het land en de taal vaak machtig. Daardoor kunnen zij wegbereider zijn van allerlei initiatieven. Ik heb wel eens meegemaakt dat een Nederlands bedrijf een accountant had met een Turkse achtergrond die zijn collega’s wist te overtuigen om te handelen met Turkije. Verder is de Turkse gemeenschap enorm ondernemingsgezind en actief in het bedrijfsleven. Dat zien we terug in verschillende initiatieven en delen van de markt.’
Wat is het grootste verschil tussen het leven in Turkije en Nederland?
‘De mensen zijn hier minder flat to your face. Dat is over het algemeen prettig. Het maakt de contacten soepel en aangenaam. Tegelijkertijd brengt dat met zich mee dat moeilijke onderwerpen minder gemakkelijk op tafel komen. Toch is die bescheiden en gastvrije opstelling een prettige manier van communiceren.’
'Als ambassade richten wij ons vooral op thema’s zoals klimaat, duurzaamheid en vrouwelijk ondernemerschap.'
Wat zijn de belangrijkste onderwerpen waar Turkije en Nederland aan werken?
‘Wij ondersteunen en helpen ondernemers voor zover mogelijk. Over investeringen in de lokale markt geven wij context. Maar als ambassade richten wij ons vooral op thema’s zoals klimaat, duurzaamheid en vrouwelijk ondernemerschap. Daarnaast speelt maatschappelijk verantwoord ondernemen een steeds grotere rol. Daarvoor gebruiken we vaak seminars en discussies met mensen.
Maar sommige onderwerpen vertalen zich ook naar concrete samenwerking. We werken samen met bedrijven aan circulaire textielproductie, in de denimsector bijvoorbeeld. Weggegooide kleding wordt dan versneden en hergebruikt. We zijn ook bezig met plasticverwerking. Dit soort concrete samenwerkingen steunen we en zetten we in het zonnetje.
Op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen proberen we kinderarbeid tegen te gaan. De laatste jaren zien we dat vooral kinderen van Syrische vluchtelingen aan het werk zijn in de schoenproductie en landbouw. Samen met Turkse ngo’s proberen we dit probleem tegen te gaan door in te zetten op scholing om hen uit die productie te krijgen. Dat blijft een moeilijke opgave, omdat veel gezinnen afhankelijk zijn van het inkomen.’
Wat zijn de gevolgen van de pandemie voor Turkije en het werk van de ambassade?
‘De ambassade is daar redelijk goed doorheen gekomen. Tijdens de eerste golf hebben we thuisgewerkt. Later konden we wel weer deels vanuit kantoor werken. Gelukkig is geen van de collega’s in het ziekenhuis beland. Turkije staat er wat betreft corona relatief goed voor. In de afgelopen vijftien jaar hebben ze de gezondheidszorgsector erg versterkt. Ze hebben veel IC-bedden. Tijdens de eerste en tweede golf lagen die behoorlijk vol. Dat is nog spannend geweest.
Op dit moment is de bezetting weer normaal. De vaccinatiegraad ligt ook bijna net zo hoog als in Nederland. Vooral de toeristensector heeft enorm geleden onder corona. We hebben hier veel lockdowns in het weekend gehad. De mensen mochten toen van vrijdagavond tot maandagochtend niet naar buiten.’
Hoe is de bilaterale relatie tussen Nederland en Turkije op dit moment?
‘Ik denk dat je kunt spreken van een goede relatie. Daar hebben we anderhalf jaar aan gewerkt totdat de pandemie kwam. Tijdens de pandemie heeft toenmalig minister Blok bijvoorbeeld meegedaan aan een sessie van het Antalya Diplomacy Forum. Dat is een conferentie die de Turkse minister van Buitenlandse Zaken heeft opgezet.
Onze bewindspersonen deden hun best doen om contact te houden. Helaas hebben veel dingen, net zoals in andere landen, stilgelegen tijdens de pandemie. Zo moeten ook de netwerken opnieuw opgebouwd worden. Maar iedereen zit in hetzelfde schuitje. We balen er allemaal even erg van maar gaan er nu weer met nieuwe energie tegenaan.’
Waar ben je trots op?
‘Op de eerste plaats dat we de betrekkingen hebben verbeterd. Dat is erg fijn. Daarnaast zijn we midden in de pandemie verhuisd. Dat was niet zo eenvoudig. We gingen van een pand waarin iedereen een eigen kamer had naar een pand met een openvloerplan. Dat is goed gelukt. In eerste instantie zagen we af van een verhuizing tijdens de pandemie. Toen is uiteindelijk toch de knop omgegaan en hebben we het in zes weken tijd weten te realiseren.’