Dag van de mensenrechten op 10 december: wat doet een ambassade?
Ministeries
Nederland zet zich via haar ambassades in voor mensenrechten en steunt mensenrechtenactivisten waar het kan. Wat kan een ambassade concreet voor mensenrechtenverdedigers betekenen? En maakt het verschil? Drie medewerkers van de ambassades in Bogotá (Colombia), Kinshasa (Democratische Republiek Congo) en Tblisi (Georgië) vertellen over hun werk. Met hun houding hebben ze veel veranderd en veel mensen beschermd . ‘Als wij als Nederland hen kunnen ondersteunen, dan moeten wij dat zeker doen.’
Een speerpunt van het Nederlandse buitenlandbeleid is mensenrechten. Mensenrechtenverdedigers die daarvoor opkomen, verdienen bescherming. En dus is het ook een belangrijk onderwerp voor de Nederlandse ambassades. Wat doen zij voor mensenrechtenverdedigers in het buitenland? Hoe lastig is het, om je als buitenlandse ambassade in te zetten voor mensenrechten in een ander land?
Nederland steunt mensenrechtenverdedigers op allerlei manieren, bijvoorbeeld door bij te dragen aan hun veiligheid. Activisten benaderen regelmatig Nederlandse ambassades voor een gesprek. Piter Pals, tweede secretaris op de ambassade in Kinshasa (Democratische Republiek Congo): ‘Soms kunnen we alleen maar luisteren naar hun situatie of de zaak die ze bepleiten. Maar het contact met een buitenlandse ambassade geeft hen vaak een zeker gevoel van bescherming, aangezien wij als ambassade contacten met de lokale overheid onderhouden.’
Het aankaarten van een kwestie of een zaak tegen een mensenrechtenactivist bij de regering doet de ambassade vervolgens ook. Pals: ‘Hier in Kinshasa reageren regeringsfunctionarissen ontvankelijk. Er heerst hier een open cultuur. Alleen merk ik dat er soms weinig verandert. Soms spelen er andere belangen, maar het komt ook door de beperkte capaciteit van de overheid om in een groot land als de DRC gericht op te treden tegen mensenrechtenschendingen.’
In Colombia worden jaarlijks honderd mensenrechtenactivisten vermoord, het hoogste aantal in Latijns-Amerika.
In Colombia kiest de ambassade er bewust voor selectief mensenrechtenkwesties aan te kaarten. Thys Hoekman, eerste secretaris politieke zaken op de Nederlandse ambassade in Bogotá: ‘We hebben met andere EU-ambassades besloten dat iedereen contact heeft met een ander groepje mensenrechtenverdedigers. Op die manier kunnen we een zo groot en breed mogelijke groep bescherming bieden door onze betrokkenheid.'
'We geven ‘onze’ mensenrechtenverdedigers extra aandacht, tonen betrokkenheid voor hun zaak en hun persoonlijke situatie. Bepaalde zaken, zoals die van een journaliste die is verkracht in het bijzijn van politiefunctionarissen, geven we op verzoek van de journaliste extra zichtbaarheid en kaarten we aan. Maar we kunnen niet alles.’
Activisten vermoord
In Colombia worden jaarlijks honderd mensenrechtenactivisten vermoord: journalisten, landrechtenverdedigers, LGBTI-activisten, vredesopbouwers. Na de decennialange oorlog legde guerillaleger Farc de wapens neer en sloot het, in 2016, een wapenstilstand met de regering.
Helaas zijn er sindsdien verschillende gewapende groepen in het vacuüm gesprongen dat de Farc heeft achtergelaten, zegt Hoekman. ‘De regering heeft nauwelijks controle over grote delen van het land. Gewapende groepen verbouwen daar coca, kappen illegaal bossen en maken feitelijk de dienst uit. Mensenrechtenactivisten die hiertegen in opstand komen worden bedreigd en vermoord.’ Het is dus niet zo dat de overheid zelf mensenrechtenverdedigers vermoord, zegt Hoekman. ‘Maar ze kunnen er zeker meer tegen doen. Veel moorden worden niet of nauwelijks onderzocht door politie en justitie. Gelukkig heeft de nieuwe regering de bescherming van mensenrechtenverdedigers tot een speerpunt gemaakt ’.
Verkrachtingen en rechteloosheid
De situatie in Congo is enigszins vergelijkbaar met die in Colombia, alleen is het hier, naast de vele gewapende groeperingen, ook de regering, en dan vooral het leger, die zelf mensenrechten schendt. Vooral in Oost-Congo - rijk aan delfstoffen - is het moeilijk voor de overheid om controle uit te oefenen. Lokale milities en het leger gebruiken vaak geweld, vooral tegen vrouwen, en gaan er met de opbrengsten van de mijnen vandoor. Piter Pals van de ambassade in Kinshasa: ‘Het overheidsgezag ter plekke is onvoldoende en het rechtssysteem functioneert nauwelijks, waardoor dit soort vormen van geweld en corruptie blijven bestaan.’
In Georgië zijn het vooral de rechten van vrouwen en LGBTI waar verbetering nodig is. Beleidsmedewerker Lela Lomia van de ambassade in Tbilisi: ‘Wat betreft wetgeving zijn er waarborgen. Er zijn geen wetten gericht tegen LGBTI, zoals in sommige andere landen. Geweld tegen vrouwen is strafbaar, en Georgië heeft de Istanbul-Conventie geratificeerd. Maar Georgië is een conservatief land met een sterke invloed van de Georgisch Orthodoxe Kerk.’
Dat werd op 5 juli 2021 zichtbaar toen een mars van LGBTI-groepen, de eerste Tbilisi Pride, niet doorging na geweld van verschillende ultranationalistische groepen. Het geweld tegen journalisten en LGBTI-activisten wordt niet volledig onderzocht en hoewel enkele daders in voorarrest zitten, worden de vermoedelijke organisatoren nog niet vervolgd. De Tbilisi Pride van dit jaar had geen mars vanwege de veiligheidsrisico's en de slechte ervaring van vorig jaar. Er vonden wel verschillende Pride-evenementen plaats, die goed beschermd waren en een goede opkomst kenden, maar dan in een afgesloten ruimte.
Shelter Cities
Nederland draagt actief bij aan de veiligheid van lokale activisten. Alle drie de ambassades werken met het Shelter Cities-programma. Activisten kunnen een tijdje tot rust komen in een van de Shelter Cities, in Nederland of een buurland. Lela Lomia van de ambassade in Tiblisi (Georgië): ‘Activisten uit de regio, zoals voormalige Sovjetlanden, nemen soms liever deel aan een programma in een Shelter Tbilisi. Het is makkelijker qua taal en cultuur.’
Hoekman is er trots op dat de Nederlandse ambassade in Bogotá afgelopen jaar 79 mensenrechtenverdedigers heeft geholpen naar een veilige plek. ‘Deze mensenrechtenverdedigers zijn dan twee maanden op een veilige plek, tot de dreiging is verminderd. Na zo’n rustperiode ken ik mensen bijna niet meer terug. Het doet hen zo goed.’
Zichtbaarheid
Naast het ondersteunen van activisten en het bijdragen aan hun veiligheid, bevorderen de ambassades ook mensenrechten via verschillende projecten. De ambassade in Georgië werkt samen met lokale maatschappelijke organisaties: onder meer voor meer zichtbaarheid van LGBTI-mensen. Een van deze organisaties wil het leven van LHBTI'ers zichtbaarder maken in de samenleving, een ander geeft of biedt psychosociale ondersteuning aan mensen die speciaal voor transgenders uit de diensten van een psycholoog en maatschappelijk werker zijn gekomen. Er is ook een project ter ondersteuning van vrouwelijke atleten, sportvrouwen in hun strijd tegen seksisme, seksuele intimidatie en seksueel misbruik in de sport, dat onlangs is afgerond.
‘We hebben een trend opgemerkt onder maatschappelijke organisaties om kunst te gebruiken voor het bevorderen van mensenrechten – het steeds populairder wordende ‘artivisme'. Activiteiten zoals tentoonstellingen, optredens en fotografie kunnen mensenrechten dichter bij de zogenaamde gewone burgers brengen, in een kunsttaal die voor iedereen toegankelijk is’, zegt Lomia. ‘Zelfs de meest recente conferentie over transgenderrechten die we steunden, werd een semi-conferentie genoemd omdat er naast de academische component ook artistieke elementen in zaten.’
Zichtbaarheid is ook een thema in Colombia. De ambassade geeft hier subsidie aan journalisten die schrijven over de situatie in bepaalde delen van het land. Hoekman: ‘We werken nauw samen met de op-één-na-grootste krant van het land. Die publiceert dankzij onze bijdrage en contacten om de maand een verhaal over mensenrechtenactivisten uit afgelegen delen van het land. Mensen moeten begrijpen dat mensenrechtenverdedigers fundamenteel zijn voor vrede in het land, voor een betere toekomst.’
'Er zijn zoveel schendingen en er is zoveel armoede. Ik ben trots op onze programma’s die dat proberen te veranderen.’
Recht halen
Recht halen na mensenrechtenschendingen is lastig in Congo, omdat een betrouwbaar juridisch systeem daar moeilijk is op te tuigen. Nederland ondersteunt daarom een programma in Oost-Congo, de regio die het meeste geweld kent, om daders ter plekke te berechten. Samen met een lokale partner worden advocaten ondersteund die slachtoffers bijstaan. Een aantal generaals van het Congolese leger is hierdoor berecht voor zowel geweld als corruptie. Ook is er een wet in de maak om mensenrechtenactivisten meer juridische bescherming te bieden.
Piter Pals van de ambassade in Kinshasa hoopt dat zulke initiatieven het land ‘een betere basis’ zal geven. ‘Het ontbreken van wetgeving en stabiele overheidsinstanties maakt het werken aan mensenrechten niet eenvoudig. Het kernprobleem dat de overheid meerdere belangen heeft of vaak afwezig is, beïnvloedt op dit moment alles. Er zijn zoveel schendingen, er is zoveel armoede en de basis om tot oplossingen te komen, ontbreekt veelal. Ik ben trots op onze programma’s die dat proberen te veranderen.’
Machteloosheid
Voor de medewerkers op de ambassades is mensenrechten niet altijd het eenvoudigste thema om aan te werken. ‘Enerzijds voel ik me echt heel nuttig: we worden gewaardeerd door mensenrechtenverdedigers en dat telt’, zegt Hoekman. ‘Anderzijds voel ik me soms erg machteloos. Vooral als ik zie hoe veel van de activisten er door de constante bedreigingen en moorden op hun collega’s psychisch aan toe zijn. Dat is hartverscheurend.’
Ook Piter Pals heeft het soms moeilijk: ‘De rapportages over het seksuele geweld tegen vrouwen in het oosten van Congo zijn erg heftig en emotioneel om te lezen. Het gaat om grootschalige, brute verkrachtingen, van soms erg jonge meisjes. Als ik dan de activisten spreek die zich hier jaar in, jaar uit tegen uitspreken en alles proberen om de situatie te verbeteren, denk ik wel eens: hoe houden jullie dit vol? Maar hun doorzettingsvermogen inspireert mij ook – met hun houding hebben ze veel veranderd en veel mensen beschermd . Als wij als Nederland hen daarbij kunnen ondersteunen, dan moeten wij dat zeker doen.’