Hectische weken voor ambassade in Pakistan
Ministeries
Via de luchthaven in Islamabad bracht Nederland in de dagen na de val van Kaboel ruim 1.600 evacués naar Nederland. En ook nu vangt de Nederlandse ambassade in Pakistan tientallen mensen op die Afghanistan hebben kunnen verlaten.
De hectiek van de dagen na de val van Kaboel is misschien verdwenen, maar de werkdagen van de Nederlandse ambassadeur Wouter Plomp en zijn team staan nog altijd in het teken van mensen die Afghanistan weten te verlaten.
Op dit moment vangt de ambassade bijna 50 mensen op die op de Nederlandse evacuatielijst staan. Daaronder enkele Nederlanders met hun Afghaanse familieleden en Afghanen die nauw met Nederland hebben samengewerkt. De ambassade heeft hen opgevangen in hostels in de Pakistaanse hoofdstad en werkt aan de mogelijkheid hen te laten doorreizen naar Nederland.
Een aantal van deze mensen trok via land de grens tussen Afghanistan en Pakistan over. ‘Een hachelijke onderneming’, benadrukt ambassadeur Plomp: ‘We snappen dat mensen alle mogelijke routes proberen om uit Afghanistan weg te komen. Maar gebruik van de landroute raden we op dit moment af; de risico’s zijn te groot.’
Dankbaar en opgelucht
Ambassademedewerkers helpen bij het vinden van hostels. Plomp biedt een luisterend oor. ‘Sommigen hebben dagenlang gelopen en hebben alleen het T-shirt bij zich dat ze dragen. Winkelen kan niet, want officieel mogen ze de straat niet op. Mijn collega’s kopen daarom wat kleding voor ze.’ De ambassademedewerkers zijn vermoeid van de hectische weken, maar vinden het bevredigend om een helpende hand te bieden. Wouter: ‘We merken dat mensen dankbaar en opgelucht zijn.’
Pakistan heeft de procedures voor mensen die over land Pakistan bereiken aangescherpt. Plomp: ‘Sommigen hebben bijvoorbeeld niet de juiste stempels in hun paspoort doordat er een grenspost gesloten was. Zij zijn dus niet op legale wijze het land binnengekomen en moeten worden geïnterviewd door de Pakistaanse overheid. Dat kost tijd.’ Toch is Plomp optimistisch dat het binnenkort gaat lukken om de mensen door te laten reizen naar Nederland: ‘We doen in elk geval wat we kunnen om dat mogelijk te maken.’
Terugblik: In het oog van de storm
‘Ik kom eraan. Zo snel mogelijk. Met veel mannen en vrouwen die ons komen helpen.’ De lijn is slecht, maar Plomp verstaat zijn collega Caecilia Wijgers goed, die maandagavond 16 augustus. De avond erop komt Caecilia, ambassadeur in Afghanistan, aan. Om de militaire luchtbrug tussen Kaboel en Islamabad in heel snel tempo te kunnen opzetten, moest Plomp al zijn diplomatieke vaardigheden in de strijd werpen.
‘Bedenk dat we hier te gast zijn. Het is alsof je zegt: geef ons een stuk Schiphol, we komen midden in de nacht met twee grote militaire vliegtuigen, honderd zwaar bewapende militairen en gaan duizenden evacués ontvangen. Zo geordend als ik het nu vertel, was het op dat moment niet. Alles was onzeker.’
Evacuatieplan
Eerder die maand waren de Defensie-attaché en -commandant al in Islamabad aangekomen om samen met de ambassadeur een evacuatieplan voor te bereiden, voor het geval de situatie in Afghanistan daar in het najaar om vraagt.
‘Nou, dat plan konden we meteen uitvoeren’, zegt Plomp. Er gaan heel wat telefoontjes met het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken overheen. En het lukt: Nederland mag pier B6 van de luchthaven in Islamabad gebruiken. Naast de Denen, die de luchtbrug als eerste voor elkaar hebben, en later de Belgen. De Duitsers sluiten zich bij Nederland aan.
Evacués ophalen
De Nederlandse inzet is om zo snel mogelijk naar Kabul door te reizen om evacués op te halen. Uiteindelijk lukt het om voor elke militair een toegangspasje te regelen. Ondertussen arriveren ook de medewerkers van het snel inzetbare consulaire ondersteuningsteam (SCOT) van Buitenlandse Zaken om mee te helpen. De meeste medewerkers van de Nederlandse ambassade in Islamabad zetten al hun andere werk opzij om 24/7 mee te werken aan het mogelijk maken van de luchtbrug.
Uren in een rioolsloot
‘De eerste paar dagen komen mensen nog enigszins ontspannen uit het vliegtuig. Daarna zie ik gespannen gezichten en mensen die ongelofelijk vermoeid zijn. Sommigen hebben verwondingen opgelopen aan het prikkeldraad of hebben uren in de rioolsloot gestaan om bij de Abbey Gate van de luchthaven in Kabul te komen. Ook spreekt Plomp met Nederlands-Afghaanse gezinnen die op familiebezoek waren omdat een broer ging trouwen of er een oma ziek was.
Luisterend oor
De ambassadeur verblijft om de avond op de luchthaven. ‘Dekens, eten, flesjes water en luiers. We zorgen ervoor dat iedereen te eten en te drinken heeft en bieden een luisterend oor, want mensen moeten vaak lang wachten op hun aansluitende vlucht. Sommigen willen graag vertellen, anderen zijn daar nog niet aan toe.’
Ambassademedewerkers gaan met een zwangere vrouw naar de dokter. Om de luchthaven van Kabul te bereiken, had ze een halve dag in rioolwater gestaan. Onderweg in het vliegtuig dacht ze dat haar vliezen braken. Plomp: ‘Bij de arts bleek gelukkig dat ze nog maar 31 weken zwanger was: ze mocht dus verder vliegen.’ De verhalen over alle ontberingen gaan de ambassadeur en zijn collega’s niet in de koude kleren zitten. ‘Het was heftig. Maar we letten goed op elkaar. Heb jij vannacht wel een bed gezien?’
Laatste update: evacués vertrekken uit Afghanistan.