‘Oorlogsmisdadigers en folteraars in Syrië mogen niet ongestraft blijven’
Ministeries
Gezamenlijk opiniestuk van 18 Europese ministers van Buitenlandse Zaken over de strijd tegen straffeloosheid voor in Syrië gepleegde misdaden
Tien jaar geleden gingen miljoenen Syriërs in Dara'a, Aleppo en Damascus de straat op om te protesteren tegen de flagrante inbreuk op hun grondrechten en fundamentele vrijheden. De wrede reactie van het regime heeft in tien jaar tijd geleid tot talloze zeer ernstige misdrijven en een van de grootste humanitaire crises sinds de Tweede Wereldoorlog, met meer dan 400.000 doden en ontelbare schendingen van de mensenrechten tot gevolg.
Meer dan de helft van de Syrische bevolking heeft huis en haard moeten verlaten, en meer dan 6 miljoen mensen zijn hun land ontvlucht om aan de wreedheden van het regime te ontkomen. Tienduizenden zijn onder dwang verdwenen en hun familie heeft geen enkele informatie over hun lot of verblijfplaats.
De Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) hebben onomstotelijk aangetoond dat het Syrische regime herhaaldelijk chemische wapens heeft ingezet tegen de eigen bevolking. Het regime heeft consequent geweigerd uitleg te verschaffen aan internationale onderzoeksteams. Maar de overlevenden van de aanvallen kunnen getuigen van wat zij hebben gezien en meegemaakt.
Wij hullen ons niet in stilzwijgen over de gruweldaden die in Syrië hebben plaatsgevonden en waarvoor het regime en zijn partners de hoofdverantwoordelijkheid dragen. Veel van deze misdaden, waaronder ook die van IS en andere gewapende groepen, vallen onder de noemer oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Het is ieders verantwoordelijkheid om straffeloosheid te bestrijden en verantwoording te eisen voor de misdaden die in Syrië zijn gepleegd, ongeacht wie de dader is.
Het is een kwestie van gerechtigheid voor de slachtoffers. Gezien de ernst van de misdaden blijven wij erop aandringen dat het Internationaal Strafhof de vermeende misdaden in Syrië moet kunnen onderzoeken en de daders mag vervolgen. Om de strategie te dwarsbomen van degenen die de verwijzing door de Veiligheidsraad naar het Hof willen blokkeren, zorgen wij ervoor dat de feiten worden gedocumenteerd, in afwachting van onderzoek door de bevoegde rechters.
Daartoe steunen wij het ‘International, Impartial and Indepent Mechanism’ (IIIM), opgericht in 2016, dat bewijsmateriaal verzamelt en bewaart voor toekomstige procedures. Deze inspanningen zijn van essentieel belang. Wij steunen ook het werk van de onafhankelijke internationale VN-onderzoekscommissie, de ‘Commission of Inquiry’ (CoI), die de schendingen van de mensenrechten in het Syrische conflict documenteert.
Het is van cruciaal belang dat aan deze schendingen, die zo grondig zijn gedocumenteerd, onmiddellijk een einde komt. Wij zijn ook vastbesloten alle internationale normen ter bescherming van de rechten van alle Syriërs te handhaven, zoals blijkt uit de recente actie die Nederland heeft ondernomen om Syrië aansprakelijk te stellen voor het schenden van het VN-Verdrag tegen foltering. Nationale rechtbanken, waar reeds enkele gerechtelijke procedures zijn begonnen, spelen hierbij ook een belangrijke rol.
In verschillende van onze landen is reeds vervolging ingesteld en zijn definitieve vonnissen uitgesproken tegen daders. Reeds in 2016 zijn rechtbanken in Zweden begonnen met de vervolging van ernstige misdrijven die in Syrië zijn gepleegd. Vorige maand heeft een rechtbank in het Duitse Koblenz een historisch eerste vonnis uitgesproken tegen een voormalig lid van de Syrische inlichtingendienst wegens medeplichtigheid aan misdaden tegen de menselijkheid. Ook in Frankrijk loopt een gerechtelijke procedure en onlangs is in Parijs een klacht ingediend wegens de chemische aanvallen van het Syrische regime tegen haar eigen bevolking.
De Europese Unie heeft gerichte sancties aangenomen tegen personen en entiteiten die dicht bij het regime staan en die achter de onderdrukking van het Syrische volk zitten. Wij verwerpen het verhaal van het regime dat deze sancties de oorzaak zijn van het huidige lijden van het Syrische volk. Het is het economische wanbeleid van het Syrische regime dat heeft geleid tot de economische crisis waarmee Syriërs nu worden geconfronteerd.
Er moeten nu ook oplossingen komen voor de tragedie van de gevangenen en de meer dan 100.000 vermisten. Het is van essentieel belang dat de Verenigde Naties alle noodzakelijke inspanningen leveren voor het bereiken van tastbare resultaten, met stappen die in de eerste plaats door het Syrische regime moeten worden gezet.
Minister Blok: ‘De getuigenverklaringen van de meest verschrikkelijke misdaden zijn inmiddels in ons collectieve geheugen gegrift. Zij geven ons de kans om een volgende stap te zetten op weg naar rechtvaardigheid en het Syrische regime aansprakelijk te stellen voor de misdaden die het heeft begaan.’
De bestrijding van straffeloosheid is niet alleen een principekwestie, maar ook een morele en politieke verplichting, en een kwestie van veiligheid voor de internationale gemeenschap. Het inzetten van chemische wapens, onder welke omstandigheden ook, vormt een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid. Als reactie op chemische aanvallen hebben wij alle bevoegde instellingen, de hoeders van de normen voor het verbod op chemische wapens, gemobiliseerd. OPCW-teams hebben volledig onafhankelijk onderzoek verricht.
Om deze niet geringe taak te voltooien, hebben wij een internationaal partnerschap tegen straffeloosheid voor het gebruik van chemische wapens (‘International Partnership against Impunity for the Use of Chemical Weapons’) opgericht, waarin 40 staten en de Europese Unie samenwerken.
Dit initiatief heeft het mogelijk gemaakt degenen die betrokken zijn bij de ontwikkeling of het gebruik van chemische wapens te veroordelen. En wij zullen niet rusten totdat zij voor hun misdaden gestraft zijn.
Tot slot is de strijd tegen straffeloosheid een noodzakelijke voorwaarde voor een duurzame vrede in Syrië. Zonder een volledig en controleerbaar einde aan de schendingen van mensenrechten kan het Syrische volk geen zonnige toekomst tegemoet zien. Zonder gerechtigheid voor de gepleegde misdaden zal Syrië niet in staat zijn zich met zijn verleden te verzoenen.
Wij prijzen de heldhaftige inspanningen van mensenrechtenverdedigers, NGO-personeel en het maatschappelijk middenveld die hun leven op het spel zetten om de waarheid over de in Syrië gepleegde misdaden boven water te brengen. Wij bieden hen bescherming, waar mogelijk, en onze rechtsstelsels werken actief aan de vervolging van degenen die verantwoordelijk zijn voor ernstige misdrijven.
Dit decennium van wreedheden moet volledig ontrafeld worden. Gerechtigheid voor de slachtoffers is essentieel voor een toekomstig stabiel en vreedzaam Syrië, op basis van een geloofwaardige en haalbare politieke oplossing overeenkomstig Resolutie 2254 van de VN-Veiligheidsraad.
Onze landen willen ervoor zorgen dat oorlogsmisdadigers en folteraars niet ongestraft zullen blijven. Hun misdaden zullen het niet winnen van het verlangen van de Syrische bevolking naar waardigheid en gerechtigheid.
Door Stef Blok, minister van Buitenlandse Zaken. Coauteurs van dit artikel zijn de ministers van Buitenlandse Zaken van Duitsland, Frankrijk, Italië, Denemarken, Zweden, Finland, België, Ierland, Slovenië, Bulgarije, Oostenrijk, Malta, Portugal, Polen, Litouwen, Letland en Luxemburg.