‘Iedereen verdient een salaris voor een menswaardig bestaan’

Ministeries

Jos Huber hoorde zo’n 15 jaar geleden voor het eerst echt over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) via een MVO-manager van Philips. Niet alleen hield het bedrijf zich in de eigen fabrieken aan de arbeidsnormen, ook de 10.000 toeleveranciers van  het bedrijf moesten daaraan voldoen. Voor Jos de inspiratie om te werken aan een concrete aanpak voor betere arbeidsomstandigheden in ontwikkelingslanden.

‘Rechten voor werknemers zijn een essentieel onderdeel van verantwoord ondernemen. Al jaren maakte ik me zorgen over bedrijven die steeds meer produceerden in ontwikkelingslanden. Ik zag het van kwaad tot erger gaan: het arbeidsrecht staat daar vaak nog in de kinderschoenen. Concrete cao-afspraken en een actieve arbeidsinspectie zijn er nauwelijks. Toen viel bij het ministerie van Buitenlandse Zaken het woord maatschappelijk verantwoord inkopen. Ik greep die kans om me meer in het onderwerp te verdiepen.’

10.000 toeleveranciers

‘In het begin klonk het bijna onmogelijk – kun je productie op zo’n grote schaal in de praktijk ook echt verbeteren? Totdat ik een conferentie bezocht over mensenrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er ging er een wereld voor me open. Veel grote bedrijven zetten zich al op een praktische manier in tegen kinderarbeid en te lage lonen. Een manager van Phillips legde uit wat zij zelf de norm vonden voor eerlijke arbeidsomstandigheden – en hoe ze die norm ook oplegden aan hun 10.000 toeleveranciers. Een enorm aantal.

Dat de overheid zich in IMVO moest verdiepen en daaraan moest bijdragen, vond ik vanzelfsprekend. Maar dat bedrijven in ontwikkelingslanden verantwoordelijk waren voor hun toeleveranciers, was voor de overheid een nieuw fenomeen. Men vond het allereerst een verantwoordelijkheid voor lokale overheden. In dit denken is wereldwijd echt een omslag gekomen.’

Leefbaar loon

‘Er bestaan al normen voor duurzaam en eerlijk ondernemen, waardoor producten bijvoorbeeld het keurmerk fair trade krijgen. In de praktijk betekende dat voor veel bedrijven helaas vaak: navragen bij de leverancier of het wettelijk minimumloon in het productieland is betaald. Maar dat minimumloon is in veel landen nog veel te laag.’

‘Wat is dan wél een leefbaar loon? De kosten van levensonderhoud in Nederland zijn anders dan die in Mali. Maar er bestaan wel normen voor wat we leefbare omstandigheden vinden – bijvoorbeeld fatsoenlijke huisvesting, een volwaardig dieet en goede scholing.

Keurmerken zoals Fairtrade en Rainforest Alliance hebben als eerste de handschoen opgepakt en een methode laten ontwikkelen voor het berekenen van een leefbaar loon, met steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Werken met een leefbaar loon maakt duidelijk hoeveel iemand moet verdienen om in zijn land de basisvoorzieningen te kunnen betalen. Het leefbare loon is voor 20 ontwikkelingslanden nu de standaard waarnaar wordt gestreefd.’

Menswaardig

‘Het probleem bleef: hoe zorgen we ervoor dat bedrijven dit dan ook gaan doen? Met IMVO-convenanten - afspraken tussen overheden, bedrijven en maatschappelijk betrokken organisaties - stimuleren we dit. Het helpt als bedrijven weten dat ze niet de enige zijn, maar dat ze als sector een klus moeten klaren. Overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijven moeten samen aan een oplossing werken. Want iedereen verdient een salaris voor een menswaardig bestaan.’