‘Waar hulp en handel elkaar raken. Daar gebeurt het’
Ministeries
Brenda Odallo (31) is een lokale medewerker op de Nederlandse ambassade in Nairobi. Als senior medewerker Economische Zaken zet zij zich in voor jonge startende ondernemers. ‘Veel jonge Kenianen zijn ondernemer uit nood geboren. Gebrek aan onderwijs en een kans op werk, drijven hen tot het ondernemerschap. Maar dit betekent niet dat ze niet succesvol kunnen zijn!’
‘Mijn werk bestaat grotendeels uit beleid en activiteiten gericht op jonge startende ondernemers. De onderwerpen ontwikkelingssamenwerking en zakendoen komen hierin samen. Sinds augustus 2018 werk ik op de Nederlandse ambassade in Nairobi. Het is geweldig om een bijdrage te leveren aan de hulp- en handelsagenda. Hier liggen ook echt kansen voor ondernemers in Kenia. Stel je bijvoorbeeld eens voor dat een Keniaanse flessenfabrikant dankzij Nederlandse hulp zijn of haar bedrijf weet uit te bouwen. En dat vervolgens een grote buitenlandse bier- of frisdrankproducent wil produceren in Kenia. Als je deze twee kunt matchen, hoeft de multinational geen flessen te importeren omdat het Keniaanse bedrijf deze kan leveren. Waar hulp en handel elkaar raken. Daar gebeurt het.’
Ondernemer uit nood geboren
‘Veel jonge Kenianen zijn ondernemer uit nood geboren. Want wat kun je doen als je gebrekkig onderwijs hebt genoten en daardoor geen baan vindt bij een bedrijf of de overheid? Dan begin je bij gebrek aan beter maar voor jezelf. Want je hebt wel brood op de plank nodig. Het ondernemerschap kent dus voor veel jonge Kenianen een negatieve start, maar dit betekent niet dat ze niet succesvol kunnen zijn! Een groot deel van mijn werk richt zich op het aanjagen van hun succes door jonge ondernemers te ondersteunen met het ontwikkelen van zakelijke basisvaardigheden en het vinden van financiering om hun bedrijf te laten groeien. Hiervoor wordt samengewerkt met verschillende publieke en private partners.’
Samenwerking Orange Corners
‘Met Orange Corners wordt samengewerkt om verschillende incubator hubs in Kenia te helpen zich verder te professionaliseren. Deze hubs bestaan uit netwerken van gemiddeld 30 tot 40 ondernemers die op een fysieke plek samenkomen. De deelnemers aan zo’n hub worden getraind in zakelijke basisvaardigheden. Denk hierbij aan het schrijven van een ondernemingsplan, het bijhouden van de boekhouding en het vinden van nieuwe klanten. Ook soft skills, zoals de manier waarop je jezelf presenteert, hoe je spreekt in het openbaar en hoe je met personeel omgaat, wordt de deelnemers bijgebracht.’
Profiel ondernemers
‘De leeftijd van de ondernemers waarmee wij werken, ligt tussen de 20 en 25 jaar. Van deze groep is 70 procent man en 30 procent vrouw. De vrouwen zijn op de lange termijn succesvoller omdat zij vaker doorzetten als het tegenzit. De ondernemers werken in diverse sectoren, zoals de landbouw, toerisme, logistiek, maar ook kleinere sectoren zoals de kunstnijverheid.’
Geen groei zonder financiering
‘Zonder financiering is groei voor een onderneming nauwelijks te realiseren. Daarmee komen we bij fase twee van ons werk voor ondernemers. Nadat zakelijke basisvaardigheden zijn getraind en de onderneming meer duurzaam is geworden, worden mogelijkheden voor financiering gezocht. Dit bestaat vooralsnog uit het verstrekken van microkredieten. Zo heeft Oikocredit al enkele leningen verstrekt. Mocht een onderneming doorgroeien, dan komt financiering door een bank in zicht, maar daarvoor zijn de meeste ondernemingen nog te klein. Om die reden wordt voor deze groep bijvoorbeeld ook niet met FMO samengewerkt.
Volwassen ondernemer: van brood op de plank tot impact
‘Het mooiste resultaat dat je kunt bereiken in dit werk, is als een jonge ondernemer zich weet te ontwikkelen tot een ondernemer met lokale impact. Als een ondernemer dus volwassen is geworden en niet meer alleen werkt voor brood op de plank, maar bijvoorbeeld ook banen creëert binnen een gemeenschap. Een voorbeeld hiervan is een ondernemer uit de stad Nakuru die een behoefte zag bij hotels voor champignonsoep. Hij is toen een kleine boerderij gestart om champignons te kweken en deze tot poeder voor soep te verwerken. Langzaamaan kreeg hij meer bestellingen en nam hij extra mensen in dienst. Hij doet het nu echt goed.’