Minister-president Schoof: Goedemiddag. Goed u weer te zien hier, vier dagen slechts na de vorige ministerraad, afgelopen maandag. Een midweek waarin er weer veel ontwikkelingen zijn geweest op het internationaal niveau, rondom Oekraïne. Daarmee zijn we de ministerraad dan ook begonnen.
Zo hebben we onder meer gesproken over de afspraken over de Zwarte Zee die de VS dinsdag naar buiten heeft gebracht, na overleg met Oekraïne en Rusland, waarbij opvalt dat het gaat om twee separate verklaringen, die verschillend uitgelegd worden door de betrokken landen. Bovendien zien we dat Rusland extra voorwaarden heeft gesteld voor de overeenkomst zou kunnen ingaan en dat het doorgaat met zware droneaanvallen, onder meer op de haven van Mykolajiv aan de Zwarte Zee. Het valt dus te bezien of Rusland de daad bij het woord wil voegen, of dat het blijft bij ontregelen en vertragen. We moeten daarom de druk op Rusland hooghouden, om haar agressieoorlog te stoppen en sancties waar mogelijk aanscherpen. Juist na een staakt-het vuren is een sterk en modern Oekraïense leger een onvervangbare garantie voor vrede en veiligheid. Voor Oekraïne en ook voor Europa. Daar waren de landen, die gisteren bijeenkwamen in Parijs, het geheel over eens. Daarnaast moeten we vooral zorgen dat we snel kunnen schakelen, mocht er uiteindelijk een bestand of een vrede komen. Maar eventuele militaire inzet moet stoelen op een scherp afgebakend politiek mandaat en duidelijkheid over bijvoorbeeld escalatiemechanismes. Ook dat vergt de komende weken, naast militaire planning, nog nadere uitwerking. Nederland blijft daarbij nauw bij betrokken, zodat we uiteindelijk ook een weloverwogen besluit kunnen nemen of en hoe we een bijdrage kunnen leveren. Ik heb al eerder gezegd: dat gaan we heel zorgvuldig doen, met het kabinet en ook met het parlement.
In de huidige geopolitieke context is het van belang dat we werken aan een veerkrachtige EU, die een stevige positie inneemt op het wereldtoneel. Dat begint al met een EU-meerjarenbegroting – het zogeheten MFK, Meerjarig Financieel Kader – die zich ook richt op de grootste uitdagingen waar Europa en Nederland voor staan. Wat Nederland betreft zijn dat: veiligheid en defensie, een streng migratie- en asielbeleid en versterking van het Europese concurrentievermogen. Naleving van de rechtsstaat is daarbij een belangrijk kompas. En ons uitgangspunt blijf dat de Nederlandse afdrachten aan de EU niet verder stijgen. Voor ambitieus Europees beleid hoeven we het MFK niet verder uit te breiden, maar moeten we juist scherpe keuzes kunnen maken. Met die inzet – vandaag vastgesteld in de ministerraad – gaan wij later dit jaar de onderhandelingen in, als de Commissie haar voorstellen heeft gepresenteerd. Daar komen we de komende jaren ongetwijfeld vaker over te spreken.