Inleidend statement persconferentie na ministerraad 8 januari 2021
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Over de gebeurtenissen in de Verenigde Staten, de kinderopvangtoeslagaffaire en het coronavirus. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Minister-president Rutte:
Ja, goeiedag allemaal. En ik weet niet of het nog mag, de beste wensen, volgens mij ben ik een dag te laat, maar toch zeer welgemeend zie ik ook uit naar onze samenwerking in het nieuwe jaar en hoop ik dat het voor jullie een goed jaar is, zowel professioneel als qua gezondheid vooral. Paar punten van mijn kant ter inleiding. Om te beginnen wil ik kort iets zeggen over de situatie in de Verenigde Staten. We hebben daar natuurlijk de beelden gezien van de bestorming van het Capitool in Washington. Er is internationaal natuurlijk heel veel over gezegd, er was veel kritiek op wat we allemaal live hebben kunnen volgen. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat parlementariërs altijd zowel veilig alsook onafhankelijk hun werk kunnen doen. En dus had dit niet mogen gebeuren. Gelukkig blijkt het democratische proces in de VS onstuitbaar en zijn zowel de verkiezingsuitslag als daarmee ook de overwinning van Joe Biden bevestigd en daarmee ook officieel vastgesteld. We zien allemaal uit naar de inauguratie op 20 januari van de nieuwe president. Ook de samenwerking. Nederland en de Verenigde Staten zijn hechte bondgenoten en zeker ook met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie wacht ons naar mijn overtuiging een bijzondere rol als misschien wel het meest trans-Atlantische land van die Europese Unie, zonder het Verenigd Koninkrijk, en dus ook een bijzondere rol in de samenwerking met Amerika: Het land dat ons bevrijd heeft in de Tweede Wereldoorlog met anderen.
Dan was vandaag na de twee eerdere bijeenkomsten op het Catshuis, de eerste keer dat we met het hele kabinet echt inhoudelijk hebben gesproken over de bevindingen van de commissie Van Dam over de toeslagen, de kinderopvangtoeslag. We hebben daar eerder over gesproken, vlak voor het kerstreces. De verschrikkelijke feiten, de schaamte, die ons allemaal bekruipt bij het lezen van het rapport van die parlementaire onderzoekscommissie. We kijken nu naar de belangrijkste inhoudelijke vraag: namelijk hoe kunnen we zorgen dat zoiets in de toekomst niet meer kan gebeuren? Maar uiteraard praten we daarbij ook over de opgeworpen vragen waar betreft de rechtsstaat, informatievoorziening. Dat allemaal vereist een buitengewoon duidelijk antwoord van het kabinet. Dat komt zo snel mogelijk, we moeten wel zorgvuldig doen. We werken aan die kabinetsreactie en zo nodig zullen we daar volgende week ook weer nader over spreken.
Dan kort iets over het vaccineren. Dat is deze week begonnen in Nederland. Dat is natuurlijk een heuglijk moment. Elke Nederlander die beschermd is tegen het virus, is een stap vooruit. De ontwikkelingen op het gebied van vaccinaties volgen elkaar in ijltempo op. En vandaag natuurlijk het goede nieuws over de extra order die geplaatst is en is toegezegd door Pfizer en daarnaast natuurlijk de hopelijk snelle goedkeuring van het vaccin van Astra-Zeneca. Maar dat betekent niet, wil ik hierbij nog wel eens zeggen, dat we van de ene op de andere dag van het virus verlost zijn. Het duurt echt enige tijd. Het is voor de mensen individueel van heel groot belang dat ze het vaccin natuurlijk hebben, maar voor het land als geheel geldt dat het echt een tijd duurt voordat we het ook collectief met elkaar gaan merken. Je ziet helaas hier, maar ook in andere landen, in Duitsland stijgt het nu naar recordcijfers. In Engeland, maar ook in Nederland. Geen recordcijfers, maar wel te hoge besmettingscijfers. Het blijft ook druk, te druk, in de ziekenhuizen en op de intensive-careafdelingen. Terwijl het van belang is, niet zozeer dat wil dus zeggen dat we de zorg willen ontlasten – die zorg zit helemaal niet te wachten op minder werk – die zorg wil alleen vooral kunnen werken voor de mensen die naast corona ook naar het ziekenhuis komen, omdat ze met ernstige klachten te maken hebben, bijvoorbeeld kanker of hartoperaties en willen die operaties niet hoeven uit te stellen. Daarom is het zo belangrijk dat we die druk van corona op de gezondheidszorg kunnen verlagen. Dan hebben we ook nog te maken met de Britse variant, waarvan ook in de landen om ons heen zien dat dat ook daar geïntroduceerd is. Dat maakt het beeld er ook niet rustiger op. Er zijn dus voorlopig, de komende tijd, hoe hard we ook werken aan vaccinatie, nog te weinig gevaccineerde mensen om ons op die manier uit de problemen te helpen. Dus het blijft van zeer groot belang dat we allemaal de coronaregels heel goed naleven. En dat geldt overigens ook als je gevaccineerd bent. En uiteraard is er wel licht aan het einde van de tunnel, laten we dat wel met elkaar vaststellen. Het goede nieuws is wel dat we nu perspectief hebben, later dit jaar, dat we misschien eindelijk van die ellende af zijn. Niettemin: de cijfers nog steeds hoog. Dat betekent dat ook het Outbreak Management Team ons zal adviseren de komende dagen over wat zij vinden dat we zouden moeten doen. Daar gaan we dan ook over praten zondag weer in het Catshuis in de bekende samenstelling en dan dinsdag in de ministeriële commissie. Dat betekent dat er ook voorzien is een persconferentie weer aanstaande dinsdag. En hoe we dan verder gaan na 19 januari. Nogmaals, dat zal een weloverwogen besluit zijn op basis van het advies van het Outbreak Management Team. Goed gewogen. Wat dat precies gaat zijn dat besluit, daar gaat u misschien vragen over stellen – dat respecteer ik – maar ik ga er niet op vooruit lopen. Nu willen we eerst precies bekijken wat de analyse is die de virologen en de epidemiologen maken van de situatie op dit moment en op basis daarvan dan zondag daarover praten en dan richting besluitvorming op dinsdag.