1. Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen maar geen aanspraak op de Tozo kunnen maken. Maar ook burgers die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, Bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, komen in aanmerking voor de TONK. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten en naast de andere regelingen bijdragen om de effecten van de coronamaatregelen te beperken.
Met gemeenten is de mogelijke invulling uitgewerkt. Omdat TONK binnen het juridisch kader van de bijzondere bijstand wordt uitgevoerd en daarmee feitelijk een tijdelijke verruiming van bijzondere bijstand is, kunnen gemeenten ook eigen keuzes maken. Om gemeenten bij de uitwerking te ondersteunen is een handreiking TONK gemaakt.
Uitgangspunt bij TONK is dat de uitvoering zo min mogelijk belast wordt. TONK gaat met terugwerkende kracht gelden van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.
- De focus ligt op woonkosten. Dat is meestal veruit de grootste kostenpost in een huishouden. Een tegemoetkoming maakt dus al gauw veel verschil. Dat wil overigens niet zeggen dat vergoeding voor andere noodzakelijke kosten niet mogelijk is.
- Bij aanvragen wordt gekeken of sprake is van onvoorziene en onvermijdelijke terugval vanwege de coronacrisis in het inkomen en naar draagkracht, hetgeen de verhouding betreft tussen het inkomen van het huishouden en de noodzakelijke kosten.
- Er worden in principe geen normbedragen toegekend. Dat doet recht aan individuele situaties en verschillen tussen gemeenten.
- De middelen voor TONK (130 miljoen euro) worden in twee tranches via het gemeentefonds beschikbaar gesteld. Verantwoording over de middelen vindt lokaal plaats. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zal op basis van de dan geldende situatie rondom de maatregelen tegen het coronavirus de inzet voor het tweede kwartaal van 2021 worden gewogen.
- Rijk en gemeenten monitoren door regelmatig overleg en via beschikbaar komende gegevens vanuit het CBS en de Divosa benchmark hoe de implementatie en de uitvoering verloopt om knelpunten te detecteren en zo mogelijk bij te sturen.
Ik wil gemeenten vragen de implementatie snel verder vorm te geven en afhankelijk van de binnen gemeenten geldende lokale regels, een collegebesluit te nemen om de lokale beleidsregels aan te passen, de ICT-ondersteuning (aanvraagformulieren, rekenmodules etc.) aan te (laten) passen en medewerkers voor te bereiden. De handreiking kan hierbij ondersteunen.
De complexiteit en benodigde doorlooptijd voor implementatie verschilt tussen gemeenten. De inzet is dat vanaf 1 maart steeds meer gemeenten hun TONK-loketten zullen kunnen openen. Tot die tijd kan met het reeds beschikbare instrumentarium voorkomen worden dat er schrijnende situaties ontstaan en is er ondersteuning mogelijk als iemand onder het sociaal minimum komt. Met de TONK worden deze mogelijkheden tot ondersteuning verruimd.