Blijvend behoefte aan twee derde betaalbare woningen
We kampen in Nederland met een groot woningtekort. Vooral starters en mensen met een laag- of middeninkomen kunnen moeilijk een betaalbare woning vinden. In het regeerprogramma is daarom opgenomen dat twee derde van de nieuwe woningen betaalbaar moet zijn (sociale huur, middenhuur of betaalbare koop). Dat dit belangrijk is, wordt nog eens benadrukt door het rapport De Woningmarktverkenning 2024-2039 (ABF-Research) dat vandaag door minister Mona Keijzer naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Om het woningtekort terug te dringen zet het kabinet in op de bouw van 100.000 woningen per jaar. In het rapport De Woningmarktverkenning, schetst ABF-Research door middel van het woningmarktmodel Socrates verschillende scenario’s rond de vraag naar en het aanbod van woningen per segment. Hieruit blijkt dat in het gemiddelde scenario 64% van de te realiseren woningen in het betaalbare segment valt (29% sociale huur, 8% middenhuur, 27% betaalbare koop). Met deze samenstelling wordt zo goed mogelijk tegemoetgekomen aan de woonwensen van alle inkomensgroepen, starters en doorstromers.
5 miljard euro voor betaalbare woningen, onder meer via realisatiestimulans
Er is 5 keer € 1 miljard beschikbaar voor de bouw van betaalbare woningen. Ook is er € 2,5 miljard beschikbaar voor investeringen in de infrastructuur voor de ontsluiting van nieuwe woningbouwprojecten. Dat komt dus uit op € 7,5 miljard. Dit moet bijdragen aan het hoofddoel 100.000 woningen per jaar in heel Nederland. Zowel via grootschalige als kleinere projecten, zoals bijvoorbeeld straatjes of wijkjes erbij.
Een deel van het geld is voor de ‘realisatiestimulans’, hierin is nieuw dat gemeenten niet langer voor de plannen, maar voor de daadwerkelijke realisatie van betaalbare woningen een vast bedrag ontvangen. Omdat elke woning er één is, komt de bijdrage ook beschikbaar voor kleine initiatieven, zoals het beter benutten van bestaande gebouwen door bijvoorbeeld optoppen of transformaties. Daarnaast komt er een gebiedsgerichte aanpak voor specifieke uitdagingen op locatie, met onder andere het Gebiedsbudget voor grootschalige woningbouw en de Woningbouwimpuls. Deze middelen zijn voor complexe bouwopgaven waar de realisatiestimulans niet volstaat, zoals voor het saneren van zwaar vervuilde gronden en het uitplaatsen van hinderactiviteiten. In samenhang hiermee zet het kabinet de middelen in voor de ontsluiting en bereikbaarheid van nieuwe woningen.
Woontop in december
De bouw van 100.000 woningen per jaar is een gezamenlijke opgave. Overheden en corporaties gaan samen aan de slag te gaan met het realiseren van voldoende betaalbare woningen, waarvan ook de realisatie financieel haalbaar is. In december organiseert de minister een woontop, waar de verschillende partijen hierover gezamenlijke afspraken maken.