Kabinet: uitbreiding EU-mededingingstoezicht voor versterken concurrentiekracht
Bedrijven uit derde landen die dankzij staatssteun en ongereguleerde overwinsten oneerlijk concurreren met Nederlandse en andere EU-ondernemers vormen een toenemend probleem. Het kabinet heeft daarom aan de Europese Commissie uitgebreid en strenger mededingingstoezicht voorgesteld om vooraf te kunnen onderzoeken en effectiever te handhaven. Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) heeft een brief over dit zogenoemde level playing field instrument naar de Tweede Kamer gestuurd.
Staatssecretaris Mona Keijzer (EZK): “We willen graag zaken blijven doen met landen van buiten de EU. Dat heeft Nederland als handelsnatie altijd economisch voordeel opgeleverd. Maar die markt moet wel eerlijk zijn en niet worden verstoord door bedrijven die dankzij hun thuissituatie oneigenlijke concurrentievoordelen genieten. Het kabinet stelt voor om met nieuw EU-toezicht beter te gaan handhaven. Zo zorgen we dat alle ondernemingen, ook die uit derde landen, zich aan de hier geldende mededingingsregels gaan houden.”
Nederlands voorstel voor gelijk speelveld
Het kabinet stelt dan ook handhavingsmaatregelen voor als een onderneming uit een derde land door overheidssteun zoals financiering, het toeleveren van grondstoffen dan wel halffabricaten of dankzij kennis de mededinging op de EU interne markt verstoort of dat dreigt te doen.
Dit is ook het geval als deze bedrijven een ongereguleerde dominante machtspositie op hun thuismarkt hebben die op ongelijke voet staat met andere ondernemingen binnen de EU. Dit specifieke gedrag zou dan verboden moeten worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om productiebeperkingen die niet stroken met de marktomstandigheden, verkoopprijzen die geen reflectie zijn van marktprijzen en/of productiekosten, of investeringen in activa die niet of onvoldoende rendabel zijn.
Onderzoek vooraf mogelijk maken
Bij een vermoeden dat een bedrijf met behulp van overheidssteun of overwinsten uit een ongereguleerde machtspositie in eigen land dergelijke gedragingen vertoont, stelt Nederland voor dat de Europese Commissie een (ex-ante) onderzoek kan instellen naar het gedrag van een bedrijf.
Het onderzoek en handhaving vinden plaats conform bestaande mededingingspraktijk en kan dus ingeluid worden door klachten van concurrenten, informatie van de lidstaten, klokkenluiders of door zelfstandig onderzoek door de Europese Commissie.
Als uit het onderzoek blijkt dat een onderneming op de interne markt zich niet aan de regels houdt, kan de Europese Commissie op basis van het Nederlandse idee handhavend optreden door middel van gedragsmaatregelen of structurele maatregelen opleggen aan de betrokken onderneming. Zoals het afdwingen van een transparante boekhouding waarin activiteiten op de eigen markt strikt gescheiden wordt van de activiteiten op de interne markt, het doorvoeren van aanpassingen in de governance van een Europese dochteronderneming of het wijzigen van standaardcontracten die door de betrokken onderneming worden gehanteerd.
Nederland wil dat de Europese Commissie de Nederlandse ideeën meeneemt wanneer zij in de eerste helft van 2020 zelf met voorstellen komt om deze gedragingen aan te pakken. Hierover zijn al gesprekken met de Commissie en andere lidstaten gevoerd.